Een kleine twee maanden geleden vergaderde de pgmr hier ook al over. Wat was er ook alweer aan de hand? Het slecht presteren van de opleiding autotechniek was reden voor de directeur van het instituut EAS (technische opleidingen) om de docenten van die opleiding te onderwerpen aan assessments. In een brief schreef zij dat het resultaat daarvan zou kunnen zijn dat de docenten andere taken krijgen bij de opleiding of dat ze naar ander werk worden begeleid. De pgmr vond deze maatregel ‘volstrekt onacceptabel’, alhoewel ze zich ook zorgen maakt over de kwaliteit van de opleiding autotechniek.

De raad stelde toen aanvullende vragen aan collegelid Jan Roelof, die bij de pgmr aanwezig was en EAS in zijn portefeuille heeft. Zijn er voldoende en voldoende geschikte (technische) voorzieningen om de opleiding autotechniek vorm te geven, was één van deze vragen. ‘Ja’, antwoordde Roelof in een schriftelijke reactie. ‘Er is de afgelopen jaren aanzienlijk in de voorzieningen geïnvesteerd. Wel missen studenten een mediatheek, hadden ze klachten over de reistijd en de bereikbaarheid van het bedrijfsbureau. Deze zaken zijn opgelost. Klimaatbeheersing in de hal en overlast door evenementen blijven een punt van zorg. Dat laatste wordt opgelost door opleidingen volgend collegejaar eigen lokalen te geven in het Droogdokgebouw.’

Ook adviseerde de pgmr het curriculum te onderzoeken. Is dat geschikt om goede autotechnici af te leveren? ‘De curriculumcommissie van de opleiding evalueert samen met de dienst onderwijs & kwaliteit het curriculum. Daarbij worden de studentenevaluaties en bevindingen van de opleidingscommissie meegenomen’, was het antwoord van Roelof.

Toch zette de pgmr het onderwerp autotechniek nog een keer op de agenda.

Hard, ongebruikelijk, maar noodzakelijk
De pgmr concludeerde dat het cvb de manier en procedure van de directie van EAS goedkeurt en dat ‘baart de raad ernstige zorgen’. De brief die de docenten ontvingen en waarin over selectie werd gesproken ‘heeft namelijk een enorme druk op het team gelegd’.

Jan Roelof gaf aan dat het begrip selectie-assessment inmiddels is genuanceerd. De docenten zijn onderworpen aan een ontwikkel-assessment – er is in kaart gebracht hoe up-to-date de kennis en competenties van de docenten zijn – en er is een teamscan gemaakt: zijn alle benodigde competenties in het team als geheel aanwezig? Dit is belangrijk omdat er nieuwe docenten en een nieuwe onderwijsmanager moeten worden aangetrokken. Roelof in zijn eerdere schriftelijke reactie: ‘Dat neemt niet weg dat zo’n ontwikkelassessment in het uiterste geval kan leiden tot mutaties in het team.’

Ook erkende Roelof tijdens de pgmr-vergadering dat de inzet van assessments een hard en ongebruikelijk, maar wel noodzakelijk, instrument was en ook dat de formulering in de eerste brief – die over selectie-assessments – ‘misschien wat ongelukkig’ was. Dat laatste zijn de pgmr-ers hartgrondig met hem eens. ‘Onderzoek doen oké, maar de manier waarop: dat kan echt niet.’

Dorine van Namen
Foto: Flickr @787B