Of je er nou een haat- of liefdeverhouding mee hebt, die stage is iets waar je niet aan ontkomt en waarmee het alle kanten kan opgaan. Wat een goede stage is en wat niet kan ik na vier stageplaatsen voor mezelf redelijk goed bepalen, en dat deel ik graag.

Een goede stage is voor mij een plek waar je kunt leren wat voor docent je bent en wilt worden. Je krijgt er de vrijheid om te experimenteren en uit te zoeken wat voor jou werkt. Het is níet een plek waar anderen voor jou bepalen wat voor docent jij bent.

Een goede stage daagt je uit om uit jezelf te halen wat erin zit. Je krijgt er de tijd om te wennen en te groeien, om vlieguren te maken en ook echt te leren vliegen. Een goede stage duwt je naar het randje, maar niet eroverheen. Je zou er niet veroordeeld moeten worden om wat je nog niet kunt of moeilijk vindt.

Een goede stage helpt je ook inzien wat jouw valkuilen en verbeterpunten zijn, zonder het in je gezicht te schreeuwen. Er worden hoge eisen aan je gesteld, maar men verwacht niet dat je een superheld bent. Op een fijne stageplek word je verwelkomd als stagiair en omarmd als collega. Het is geen plek waar je als amateur of hulpje wordt behandeld. Als het goed zit, ervaar je er de veiligheid om nee te zeggen en de mogelijkheid om ja te zeggen.

Als je op zo’n plek stage loopt, kun je de schoonheden van je vak vieren, maar wordt er ook niet gelogen over de lelijke dingen. Het helpt jou om van een rups in een vlinder te veranderen zonder dat je wordt afgerekend op de kleur van je vleugels. En als er één ding is dat een goede stage moet doen, dan is het wel je liefde voor het vak aanwakkeren in plaats van uitdoven.

Elke student verdient zo’n stage.