Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 4 days ago
Stel je voor, je geeft een feestje in je studentenhuis, maar je huisbaas bepaalt het thema en welke drank je serveert. Zou je dat accepteren? En zou het een tof feest worden?
In het onderwijs is dit zo ongeveer hoe het gaat. Een docent heeft in het beste geval veel vrijheid. Maar in het slechtste geval is de docent afhankelijk van iemand die zeer weinig met zijn ‘feestje’ te maken heeft.
Ron Bormans bepaalt op de Hogeschool Rotterdam aan het einde van de dag wat er gebeurt. Hij is de voorzitter van het college van bestuur van de hogeschool.
Natuurlijk beseft Ron heel goed dat hij te ver van het werk vandaan zit om echt beleid te maken. Dus hoeft een docent over het algemeen geen toestemming te vragen aan hem. Maar is het niet raar dat iemand die niets met het werk te maken heeft, bepaalt hoe een docent moet werken?
Eind jaren ’60 waren studenten ontevreden over hun invloed in het hoger onderwijs. Overal in Nederland en in het buitenland streden studenten voor meer zeggenschap op universiteiten. In Amsterdam bezetten studenten het bestuurscentrum van de universiteit, waarbij ze uiteindelijk hardhandig werden weggesleept. Ondanks dat waren ze succesvol. Niet veel later werd de WUB aangenomen, de Wet universitaire bestuurshervorming.
Een uniek moment in de geschiedenis van het onderwijs. Studenten en medewerkers gingen meebesturen. Geen medezeggenschap zoals wij dat kennen, maar zeggenschap. In dat model voert Ron enkel uit wat wij als studenten en medewerkers belangrijk vinden.
Tussen 1970 en 1997 lieten Universiteiten met hun raden zien dat het mogelijk is om onderwijs democratisch in te richten. Maar onder het excuus van versterking van de bestuurskracht – sneller beslissingen nemen – is de zeggenschap steeds verder ingeperkt. In 1997 was de laatste klap. Sindsdien hebben universiteiten net als hogescholen officieel geen zeggenschap meer in hun medezeggenschapsorganen.
We zijn nu een soort feedback panels geworden, waar Ron of een instituutsdirecteur kan polsen hoe iets valt. Ja misschien wordt er wel iets aangepast, maar de kans is net zo groot dat dit niet het geval is.
Op de Universiteit van Utrecht werd al snel duidelijk wat er gebeurt als niet studenten en medewerkers, maar bestuurders en de raad van advies de macht hebben. Een jaar na de verandering van de wet (1998) verdween de Max Havelaar koffie daar uit de automaten en kwam er koffie van Douwe Egberts. Dat de voorzitter van de raad van advies een hoge functie had bij Douwe Egberts was natuurlijk gewoon ‘toeval’.
Op de hogeschool hebben de docenten die het meest te maken hebben met het beleid het minst te zeggen. De medewerkers die het best weten hoe het systeem werkt hebben de minste invloed en de studenten die de effecten van het onderwijs het meest ervaren hebben de minste impact.
Laten we als hogeschool leiding nemen in de (her-)democratisering van het onderwijs. De school weer in handen geven van de personen die er werken en leren. De student en medewerker als beslisser, Ron met het cvb als uitvoerende kracht.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Marijn, sterk artikel. Ik ben het met je eens!
Als een vriend op jouw feest gratis een paar kratten Corona (TM) kan meebrengen omdat zijn pa er werkt, weiger je dat dan? Flutvergelijking natuurlijk, maar dat is die van jou ook. Het riekt uiteraard naar belangenverstrengeling dat de koffie wordt vervangen door een merk waarvan een hoge bestuurder van een koffiemerk in de raad van advies van een hogeschool zit, maar als onderbouwing van de teloorgang van democratisch bestuur in het onderwijs is dit een beetje een zwaktebod.
Ik denk dat je medezeggenschap verwart met meebesturen. Misschien moet je eens Wikipedia raadplegen: “Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed door in georganiseerde en wettelijk vastgelegde vorm deel te nemen aan beraadslaging over onderwerpen die te maken hebben met de organisatie waarbij de medezeggenschap betrokken is.” Hmmm, soort feedback panel?
“De student en medewerker als beslisser, Ron met het cvb als uitvoerende kracht” gaat hem niet worden ben ik bang.
En verder: zonder verwijzingen naar de jaartallen en de gebeurtenissen die je noemt is je verhaal betekenisloos. Wat gebeurde er tussen 1970 en 1997? Noem eens concrete voorbeelden van hoe die zeggenschap het democratisch bestuur in het onderwijs verbeterde. En wat maakte dat 1997 de genadeklap viel? Wetgeving? En welke specifieke wetgeving dan?
Als je een pleidooi maakt, zorg dan in ieder geval dat je je argumentering onderbouwt. Nu moet de lezer, ik gok in veel gevallen een student, die geboren is tussen ruwweg 1996 en 2002 en geen (politieke) geschiedenis heeft gestudeerd, zelf gaan googlen (en ik gok zomaar dat die dat echt niet gaat doen) om context te vinden bij je verhaal.
Ook allemaal waar, Madeleine EN ik vind het verhaal van Marijn ijzersterk! Zijn blog zou ook veel te lang worden als hij de periode tussen 1970-1997 zou moeten bespreken toch?! Hij is er heel goed in geslaagd zijn punt te maken als je het mij vraagt.
@Marijn: ik heb in de periode van 2017-2018 in de CMR gezeten. Mij werd destijds door Petra van Gelderen (samen met mij in de CMR namens de Diensten) aangeraden het boekje Samenleven in de Moderne Samenleving (Bormans & Dekker) te lezen en daar heb ik veel aan gehad.
Ze zei erbij: ‘Hier, lees dit maar eens om Ron beter te begrijpen!’ Ik moet eerlijk zeggen dat e.e.a. een hoog abstractieniveau had en ik heb er (letterlijk) studie van moeten maken… Maar wellicht heb jij daar ook wat aan?
Hoi Madeleine dankjewel voor je reactie. 🙂
Ik ga er zelf over het algemeen ook wel hard in als ik ergens op reageer. Dus dat kan ik natuurlijk alleen maar waarderen. Ik kan mij zeker vinden in een aantal van je kritische punten. En een paar niet. 😉
“Als een vriend op jouw feest gratis een paar kratten Corona (TM) kan meebrengen omdat zijn pa er werkt, weiger je dat dan? Flutvergelijking natuurlijk, maar dat is die van jou ook. ”
Ik snap eerlijk gezegd niet hoe jou voorbeeld een vergelijking is en met wat? Maar dat terwege, ligt de situatie vanzelfsprekend een stuk ingewikkelder dan mijn vergelijking. Maar de kern van het vraagstuk staat zeker overeind. Ik vind dat je je zeker kunt afvragen waarom iemand die weinig te maken heeft met de situatie (feestje of klaslokaal) direct of indirect zou moeten bepalen welke keuzes je maakt. Dit probeer ik zichtbaar te maken met de vergelijking.
“Het riekt uiteraard naar belangenverstrengeling dat de koffie wordt vervangen door een merk waarvan een hoge bestuurder van een koffiemerk in de raad van advies van een hogeschool zit, maar als onderbouwing van de teloorgang van democratisch bestuur in het onderwijs is dit een beetje een zwaktebod.”
In zichzelf is het natuurlijk allemaal niet zo dramatisch welke koffie er uiteindelijk wordt ingeschonken. Maar het laat wel heel duidelijk zien welke stemmen meegewogen worden in besluitvorming. Die van de student en medewerker of de stem van iemand met heel andere belangen. Dit keer ging het over een koffieautomaat, maar het kan een stuk schadelijker zijn. Voordat je het weet zit je school de verkondigen hoe duurzaam shell bezig is.
“Ik denk dat je medezeggenschap verwart met meebesturen. Misschien moet je eens Wikipedia raadplegen: “Medezeggenschap is het uitoefenen van invloed door in georganiseerde en wettelijk vastgelegde vorm deel te nemen aan beraadslaging over onderwerpen die te maken hebben met de organisatie waarbij de medezeggenschap betrokken is.” Hmmm, soort feedback panel?
Nee ik verwar het niet met elkaar. Ik begrijp heel goed wat medezeggenschap is en ik denk dat mijn ervaring in de medezeggenschapsraad meer waard is dan een quotje van wikipedia. Ik ervaar het regelmatig als een feedback panel.
“De student en medewerker als beslisser, Ron met het cvb als uitvoerende kracht” gaat hem niet worden ben ik bang.”
Dus je laat je tegenhouden door wat Ron zou willen? Ja tuurlijk, over het algemeen willen mensen met macht inderdaad niet zomaar hun macht afstaan. Maar dat lijkt mij geen reden om niet andere manieren van besturen te overwegen.
“En verder: zonder verwijzingen naar de jaartallen en de gebeurtenissen die je noemt is je verhaal betekenisloos. Wat gebeurde er tussen 1970 en 1997? Noem eens concrete voorbeelden van hoe die zeggenschap het democratisch bestuur in het onderwijs verbeterde.”
Dit is een grote uitdaging die ik persoonlijk ook ervaar. De blogs van Profielen mogen niet veel langer zijn dan 450 woorden. Hierdoor is niet voor alles ruimte. Misschien had ik hier meer ruimte voor moeten nemen. Daar zal ik in het vervolg op letten. 🙂
“En wat maakte dat 1997 de genadeklap viel? Wetgeving? En welke specifieke wetgeving dan?”
Dit had ik ook beter kunnen benoemen. De genadeklap viel door de wet modernisering universitaire bestuursorganisatie (MUB).
De volgende keer zal ik pogen meer context in mijn verhaal te stoppen, maar ondanks dat sta ik wel nog steeds achter mijn standpunt. En denk ik dat het goed is hier over na te denken.
Ook nog een puntje voor jou. Ik publiceer mijn artikelen met volledige naam. Ik waardeer het ook als de mensen die reageren dit doen. Dan heb ik een idee, met wie ik praat. En kunnen we beter Discussiëren over de inhoud.
Hoi Simone,
Wat een leuke tip. Ik ga er zeker naar kijken!
Disclaimer: Ik draag in dit verhaal Ron als voorbeeld aan, maar heb persoonlijk helemaal niks tegen hem. Volgens mij doet hij heel erg veel dingen fantastisch. Maar als voorzitter van de Hogeschool is hij voor mij het gezicht van een systeem. Dat heeft verder niks met hem persoonlijk of zijn werk te maken. 😉
“De school weer in handen geven van de personen die er werken en leren.”
Ron Bormans werkt ook in en voor de school. Bovendien is hij 1 van de 3 collegeleden en niet de enige. Hij beslist dus geen dingen alleen. Volgens mij is dat ook wat medezeggenschap is: Meedenken en meebeslissen over beleid. Op welke onderdelen ben je een feedbackpanel? Ben wel nieuwsgierig waarbij je dit gevoel hebt. Het CvB is er vooral om op strategisch niveau richting te geven aan deze Hogeschool.
“De student en medewerker als beslisser”
Dat is onhandig. De student heeft (vaak, ik generaliseer nu) onvoldoende kennis over het onderwijsproces om te weten welke onderwijsstrategieën het meeste resultaat oplevert. Dit kwam mooi naar voren in de BSA discussie bij COM (HRBS). Daarin werden een scala aan onderwijsmaatregelen ingevoerd die in samenhang met elkaar zijn. BSA van 60 punten, compenseren van onvoldoendes, kortere blokken (5 weken), etc. De studenten gingen in de bres: 60 zou teveel zijn. Toch is uiteindelijk de meerderheid van de raad overstag gegaan. Het resultaat is minder uitval van studenten. Het meenemen van de CMR in de ontwikkelingen van dit soort beleidsmaatregelen is verstandig en hier instemming op vragen ook. Dat is ook wat er is gebeurd.
“Ron met het cvb als uitvoerende kracht.”
Ik heb slecht nieuws voor je: Ron voert niets uit ;-). Ron vraagt beleid, krijgt beleid en accordeert beleid, maar voert geen beleid uit. Daar zijn de directeuren verantwoordelijk voor (en het CvB eindverantwoordelijk). Hij kan wel richting geven aan het beleid en zorgen dat er samenhang ontstaat.
Dan is er nog iets als het initiatiefrecht. Welke initiatieven heeft de CMR in de afgelopen 5 jaar ingediend bij het CvB? Ik ben wel nieuwsgierig. Of volgt de medezeggenschap alleen de zeggenschap? Want dan val je eerder in de rol van een feedbackpanel.
Hoe communiceert de raad met de medewerkers en studenten. Hoe worden deze groepen betrokken bij voorstellen?
Het is absoluut onjuist dat Ron Bormans bij ons alles bepaalt. Sterker nog, hij heeft het beleid juist heel erg gedecentraliseerd en de HR getransformeerd naar een zelfsturende organisatie, en hiermee dus heel veel zaken uit handen gegeven. Het probleem van vandaag de dag is dan ook niet dat het bestuur de touwtjes te strak in de hand houdt, maar dat heel veel mensen, met heel veel meningen, die niet altijd per se in het belang van de Hogeschool zijn, alles mogen meebepalen.
Voordat Ron Bormans aantrad, hadden we een top-down bestuur, met als voordeel dat alles heel strak en duidelijk werd bestuurd en alle regels voor iedereen golden. Nu mogen instituten en opleidingen zelf hun keuzes maken en in de praktijk betekent dat vaak dat de beste onderhandelaars die de managers en directeuren het beste weten te bespelen, hun stempel op het beleid drukken. En dat zijn niet altijd de mensen die het het beste voor hebben met de organisatie, als wel met zichzelf. Het is een misvatting te denken dat de CMR en IMR vertegenwoordigers zijn van alle medewerkers, integendeel, zij zitten op persoonlijke titel in deze raden en bedingen soms zaken waar andere hardwerkende medewerkers en studenten juist de dupe van zijn. Als iedere opleiding mag bepalen hoeveel lesweken je nog geeft en waar en wanneer en als iedereen individueel mag bepalen waar hij zijn vakantie mag opnemen waar hij wil, dan creëert dit een chaos voor studenten en andere medewerkers. Als iemand dan roept dat er te weinig zeggenschap is, dan vraag ik me af of je wel beseft hoeveel vrijheid er is bij de HR.
Wow, eindelijk een discussie die ergens over gaat! Het mooie vind ik persoonlijk: het is allemaal waar, in die zin dat alle argumenten valide zijn (op t scherpst van de snede, met respect voor elkaar en de democratische waarden) Een soort Socratische dialoog dus, super!
@Marijn, ik had ook wel door dat je niets tegen Ron Bormans persoonlijk hebt, dus je disclaimer was niet nodig hoor Nogmaals chapeau dat je deze zinvolle discussie bent gestart door jouw blog.
Hebben jullie vandaag om 18.15 uur naar NPO1 gekeken?
Hoi Joeri, bedankt voor je reactie.
“Ron Bormans werkt ook in en voor de school. Bovendien is hij 1 van de 3 collegeleden en niet de enige. Hij beslist dus geen dingen alleen.”
Klopt natuurlijk, Ron heb ik in dit verhaal als voorzitter als gezicht gebruikt om het verhaal niet onnodig onoverzichtelijk te maken. Het bestuur bestaat inderdaad uit drie personen, maar ik denk niet dat dit het verhaal veranderd. Zoals je ook ziet in mijn laatste zin “Ron met het cvb als uitvoerende kracht.”
“Volgens mij is dat ook wat medezeggenschap is: Meedenken en meebeslissen over beleid. Op welke onderdelen ben je een feedbackpanel? Ben wel nieuwsgierig waarbij je dit gevoel hebt. Het CvB is er vooral om op strategisch niveau richting te geven aan deze Hogeschool.”
Het feit is dat op de meeste punten de medezeggenschap adviesrecht heeft. Dit houdt in dat de medezeggenschap dus advies geeft, wat het CvB of de instituutsdirecteur (ligt natuurlijk aan in welke raad je zit) kan aannemen of niet. In deze zin is het natuurlijk meer meedenken dan meebeslissen. Dus een feedbackpanel. Het probleem zit hem hier niet zozeer in dat Ron of een instituutsdirecteur niet zit luisteren, maar juist in het feit dat dit systeem dit mogelijk maakt. Als je geluk hebt, kun je heel veel nuttige dingen betekenen in de samenwerking, maar als je pech hebt bijna niet. Ik vindt dat je het systeem zo moet aanpassen, dat je ook met een slecht CvB of instituutsdirecteur nog steeds veel kunt veranderen.
Natuurlijk zijn er een aantal punten waarop we wel zeggenschap al hebben. Daar lijkt niemand over te klagen. Dus waarom breiden we dat niet uit?
““De student en medewerker als beslisser”
Dat is onhandig. De student heeft (vaak, ik generaliseer nu) onvoldoende kennis over het onderwijsproces om te weten welke onderwijsstrategieën het meeste resultaat oplevert. Dit kwam mooi naar voren in de BSA discussie bij COM (HRBS). Daarin werden een scala aan onderwijsmaatregelen ingevoerd die in samenhang met elkaar zijn. BSA van 60 punten, compenseren van onvoldoendes, kortere blokken (5 weken), etc. De studenten gingen in de bres: 60 zou teveel zijn. Toch is uiteindelijk de meerderheid van de raad overstag gegaan. Het resultaat is minder uitval van studenten.”
Ik snap hier waar je vandaan komt. Studenten hebben nu niet altijd de kennis die ze nodig hebben. Tegelijkertijd ben ik er van overtuigd dat elke student of medewerker – als deze persoon dit wil – verstandige en onderbouwde besluiten kan maken. ALS je ze genoeg informatie en ondersteuning geeft. Het spreekt vanzelf dat als je zeer meer zeggenschap geeft, dat er ook meer ondersteuning moet komen om dit op een gezonde manier te faciliteren.
““Ron met het cvb als uitvoerende kracht.”
Ik heb slecht nieuws voor je: Ron voert niets uit ;-). Ron vraagt beleid, krijgt beleid en accordeert beleid, maar voert geen beleid uit. Daar zijn de directeuren verantwoordelijk voor (en het CvB eindverantwoordelijk). Hij kan wel richting geven aan het beleid en zorgen dat er samenhang ontstaat.”
Deze vergelijking maak ik met de minister en de tweede kamer. Tweede kamer wetgevende macht en ministers wetgevende macht. Maar ik denk dat dit eerder een nuance verschil is dan een onenigheid. 😉
“Dan is er nog iets als het initiatiefrecht. Welke initiatieven heeft de CMR in de afgelopen 5 jaar ingediend bij het CvB? Ik ben wel nieuwsgierig. Of volgt de medezeggenschap alleen de zeggenschap? Want dan val je eerder in de rol van een feedbackpanel.”
initiatiefrecht is een mooi recht. Het probleem hierbij is echter opnieuw dat het CvB of de instituutsdirecteur hier niks mee hoeft te doen. Dus de directeur hoort gewoon geluiden uit de medezeggenschap en kan hier iets mee doen als die dat wilt.
“Hoe communiceert de raad met de medewerkers en studenten. Hoe worden deze groepen betrokken bij voorstellen?”
Onvoldoende. Laten we daar duidelijk over zijn. Er moet een heleboel veranderen aan onze huidige systeem. En een goede manier van communicatie is daar één van.
Hoi Stephan,
Ik denk dat ik het met je eens ben wat betreft de huidige top-down strategie. Die is er absoluut en dat kan ik niet ontkennen, maar zoals je ook zegt, toen Ron Bormans er niet zat was dit heel anders.
Laat ik duidelijk zijn. Ik heb helemaal niets tegen Ron Bormans. Hij is in dit artikel slechts het gezicht van een systeem. In dit systeem is het mogelijk om goede directeuren te krijgen zoals Ron Bormans. Maar ook directeuren die alles willen en kunnen bepalen.
Ik stel zeggenschap voor, zodat studenten en medewerkers altijd een stem hebben. En niet alleen bij de beste situatie zoals Ron Bormans mischien is.
Ook ben ik het ermee eens dat medezeggenschap momenteel veel problemen heeft. Dat CMR en IMR vertegenwoordigers niet daadwerkelijk iedereen vertegenwoordigen heb ik ook beschreven in een eerder blog. Dus hier moeten ook zeker dingen veranderen. Maar laten we die discussie dan ook voeren.
Hoe denk jij dat we de stem van studenten en medewerkers het best gehoord kunnen laten worden, ook als er slecht functionerende bestuurders zitten Stephan?
Enne, voor wie geen gelegenheid heeft om het boek Samenleven in de moderne Samenleving te lezen (t kostte mij toch een paar uur ‘close reading’ en daar moet je maar net zin in hebben…), die kan in 1 uur en 6 minuten toch goed kennisnemen van de ideeën van onze voorzitter.
https://www.youtube.com/watch?v=f6VasguONF4&feature=youtu.be
Nog iets anders, in reactie op bovenstaande dialogen: ik heb zelf ervaren in mijn CMR-periode dat ik met ‘positief kritisch meebewegen’ toch invloed kon uitoefenen op het CvB (ten bate van studentenwelzijn).
Ik heb bovendien samen met Helen de Haan gebruikgemaakt van het Initiatiefrecht om aandacht te vragen voor het belang van een hogeschoolbreed suïcidepreventiebeleid.
Dank voor sterke opinie! Inspraak is een belangrijk goed.
Mijn eerste punt 1:
Tussen ‘de baas Ron Bormans bepaalt’ en ‘iedereen moet kunnen mee beslissen’ zitten nog wel meer smaken. Een hogeschool is relatief horizontaal georganiseerd, maar inderdaad niet erg democratisch. Maar gegeven de zwaktes van de democratie, is er ook zeker veel te zeggen voor wat ik voor het gemak maar even professionele inspraak noem (‘degenen met recht van spreken hebben inspraakkans’). Misschien kan het wel iets democratischer, maar niet principieel, denk ik. Doch misschien kun je me op concrete dossiers overtuigen.
Mijn tweede punt 2:
Waarop zou jij concreet meer zeggenschap willen dan? Ik kan me voorstellen dat je bijvoorbeeld meer zeggenschap wil om:
— als student makkelijker flexibel vakken te kunnen volgen (bij verschillende studierichtingen)
— als docent zelfstandig je colleges in te richten (en niet eindeloos hetzelfde moet doen als collega’s)
— als medewerkers mee te beslissen over soorten koffie / restaurant
— als lector ook meer willen meedoen in onderwijs
Punt 3: Hier twee voorbeelden van problemen, waarbij we juist teveel inspraak/democratie hebben.
— Neem het probleem van de zesjescultuur. Of anders gezegd: het niveauprobleem van veel studenten. Velen vinden het wel prima met een 6 af te studeren, terwijl er meer inzit. Op dit punt denken veel studenten te gemakkelijk dat ze zelf wel kunnen beslissen wat belangrijk voor hen is. Een klassieke/traditionele bestuurder of docent zou juist kunnen zeggen: tandje erbij. Dat pakt voor iedereen beter uit.
— Zelf vind ik ook dat hogescholen en universiteiten té serieus ingaan op de wensen van studenten waar het gaat om studiekeuzes. Onder het motto ‘studiekeuzevrijheid’ studeren hele generaties af in vakgebieden met weinig nut en toekomstperspectief. Misschien is er inzake studiekeuzes dus wel teveel democratische inspraak op wat hogescholen aanbieden. – hierover heb ik trouwens eens een opiniestuk geschreven dat je wellicht leuk zult vinden: https://www.nrc.nl/nieuws/2018/12/20/beperk-de-vrije-studiekeuze-a3060104
Leuk dat je reageert Martijn, dat waardeer ik :).
Adviesrecht en instemmingsrecht liggen heel dicht bij elkaar. Het CvB moet heel goed onderbouwen dat ze een advies niet overnemen. Als die onderbouwing onvoldoende is, dan kan de CMR alsnog een zaak beginnen.
Leuke discussie hierboven en een goede dialoog.
De olifant in de kamer is wat mij betreft het feit dat het opkomstpercentage voor de CMR verkiezingen onder de studenten nog minder dan 5% is(grove schatting o.g.v. de uitslagen die ik heb gezien). Dat is al een zorgelijk smalle basis voor een mandaat als medezeggenschap laat staan voor zeggenschap.
@Shango Dekker : opkomst bij de verkiezingen voor de centrale medezeggenschap bij de studenten was minder dan 4%. https://profielen.hr.nl/2020/opkomst-verkiezingen-cmr-bij-studenten-weer-lager/
@Shango Dekker : opkomst voor centrale medezeggenschap bij de studenten is minder dan 4%. https://profielen.hr.nl/2020/opkomst-verkiezingen-cmr-bij-studenten-weer-lager/
Hoi Jelle,
Je eerste punt ben ik het helemaal mee eens. Dit zijn natuurlijk uitersten, hierin wil je uiteindelijk de nuance vinden. ik ben ook zeker geïnteresseerd in andere manieren van het organiseren hoe we deze “professionele inspraak” kunnen regelen. Dab is wel de vraag: Hoe zorg je ervoor dat de mensen met recht van spreken gehoord worden? En wat is recht op spreken, expertise, ervaring, achtergrond? Ik ben benieuwd welk ideeën jij hier voor hebt.
Op je tweede punt. Nou persoonlijk vindt ik dat de Hogeschool een rotzooi maakt van duurzaamheidsbeleid. Maar het gaat hier niet zozeer om specifieke punten denk ik. Het gaat erom welke stemmen er worden gehoord en welke stemmen meer of minder invloed hebben. Voorbeeld: De raad van toezicht heeft het recht om een lid van het CvB te benoemen en te ontslaan. Dan is de kans een stuk groter dat Ron luistert naar de raad van toezicht. De CMR kan hem immers niet ontslaan. Dus eigenlijk opnieuw de vraag. Hoe zorg je ervoor dat de mensen met recht van spreken ook gehoord worden?
Punt 3:
Inspraak op hoeveel je leert, zit inderdaad bij studenten zelf. Ik kan mij even niet voorstellen hoe je dat bedoelt? Als in studenten in de CMR of IMR focussen niet op hogere eisen en medewerkers en bestuurders zouden dat wel doen? Ik heb niet het gevoel dat dit een specifiek probleem van inspraak is, maar mischien begrijp ik dit verkeerd.
Mooi artikel. Ja dit is absoluut een probleem. Maar zoals je ook beschrijft is dit eerder een probleem van overheidsfinanciering en hierdoor verkeerde voorlichting op scholen. Dit heeft meer te maken met persoonlijke inspraak (waar je altijd recht op hebt) dan met inspraak op de hogeschool. Dus ik weet niet of dit heel relevant is. Verder is de analyse in het artikel zeer treffend denk ik.
Groetjes een commerciële economie student met een zesjes insteek. 😉
Hoi Shangho,
Ja klopt.
Ik schrijf dit hele jaar over hogeschool democratie voor profielen. Deze interesse is origineel begonnen vanwege de lage opkomst. Ik bespreek in elk blog een probleem, concreetplan, of toekomst visie. Maar geen van deze artikelen zijn in zichzelf een goed idee.
Voor een beter werkende medezeggenschap/zeggenschap hebben we een combinatie van maatregelen nodig. Een betere representatie van studenten en medewerkers in de CMR/IMR en OC is hierbij natuurlijk cruciaal.
@Marijn,
Bedankt voor je sportieve reactie(s) 🙂 Een discussie mag best stevig zijn en dat gaat hier op deze pagina perfect!
Mijn vergelijking was eigenlijk een samentrekking van het feest waarmee je opende en de belangenverstrengeling van de topman bij een koffieboer. Ik vond nl. die vergelijking met een feest niet opgaan. Maar dat heeft inhoudelijk met je punten verder niets zoveel te maken, want ik vind dat je wel degelijk goeie punten hebt. Wat ik probeerde over te brengen is dat ik vond dat je wat meer onderbouwing kon toevoegen, met behulp van links naar relevante pagina’s of artikelen. Zeker als je een oproep doet, zoals je deed in je slotalinea. Want het is duidelijk dat het je na ligt, ik vrees alleen dat het niet bij heel veel studenten het geval is.
Toevallig ben ik onlangs begonnen in ‘Genadezesjes’ van Eelco Runia (ben nu halverwege), over Universiteiten, hoger onderwijs, zijn zorgen over en kritiek op het rendementsdenken en het gebrek aan democratisch zeggenschap na de MUB. Interessant boek, ik zou haast denken dat dit jou ook heeft geïnspireerd 😉
Ik vind het prachtig wat je doet en schrijft, even los van of we het eens zijn of niet. En mijn naam is Madeleine, ik kan er niets anders van maken 😉 Maar als je dat heel belangrijk vindt om te weten, mijn achternaam is Willemse.
Hoi Madeleine,
Oh wat een supertof boek! Ik heb het zowaar nog niet gelezen, ik heb net een boekenbon gekregen voor sinterklaas, dus ik weet wat ik ermee ga kopen. 😉
Ik vindt het altijd fijn om iemands volledige naam te hebben, omdat het interessant is vanuit welke achtergrond iemand reageert. Iemand met een bestuurlijke functie heeft een andere beleveniswereld dan een docent of student en iemand uit de CMR weer een andere. Op die manier kan ik beter begrijpen waarom iemand op die manier reageert. En welk ervaring erachter zit.