Depressie en burn-out zijn typerend voor een tijd waarin positiviteit, productiviteit, (studie)succes en ondernemerschap aangemoedigd worden. Ze zijn er geen toevallig bijproduct van, maar het gevolg.
Daarmee zeg ik niets nieuws. Niets dat we niet al eerder hebben gehoord van Trudy Dehue, Paul Verhagen, Byung-Chul Han en vele anderen. We leggen onszelf een te zware verantwoordelijkheid op: gelukkig en succesvol zijn. Door een te sterke nadruk op positiviteit zetten we onszelf in een hyperactieve overdrive die ons doet opbranden. Ons wordt geleerd dat we veerkrachtig moeten zijn, maar het elastiek wordt ondertussen flink opgerekt door hooggespannen verwachtingen. Zelfs ontspanning is een opgave die ons door middel van schreeuwerige reclames in ons gezicht wordt geduwd.
En toch blijven we tegen elkaar zeggen dat we nóg meer een positieve mindset moeten hebben en dat we elke dag zouden moeten nadenken over de dingen die wél goed gaan en waar we dankbaar voor moeten zijn. Ik zeg drie keer ‘moeten’, want er zit een behoorlijk sterke norm in dat positiviteitsdenken. Als je dat eens wil testen, dan moet je eens proberen een tijdje niet lekker in je vel te zitten. Terwijl dat eigenlijk heel normaal is, wordt je toch binnen de kortste keren gemaand om daar iets aan te gaan doen. Dan moet je aan jezelf gaan werken en in onze tijd betekent dat vaak dat je jezelf positief moet leren bekrachtigen. Gij moet en gij zult gelukkig en succesvol zijn!
Het is een paradoxale situatie waar we ons met elkaar in bevinden. Aan de ene kant is er dat heilige geloof in positiviteit en aan de andere kant wordt de druk op de ggz steeds groter, is er een groeiend gevoel van zinloosheid in professionele organisaties (zeker in het publieke domein) en wordt de sociale problematiek in de samenleving sterker gevoeld (denk aan de problemen in de jeugdzorg, het onderwijs, enzovoort). Wat is er aan de hand?
Een kort uitstapje naar de filosofie helpt misschien. In de jaren ’30 van de vorige eeuw bedacht Erich Fromm het idee dat samenlevingen een ‘sociaal karakter’ hebben. Binnen een samenleving vormt de meerderheid van mensen een aantal karaktertrekken dat bij die samenleving past. Het idee van Fromm is dat die karaktertrekken ervoor zorgen dat de samenleving enigszins geordend kan functioneren. Dat is geen gek idee. We denken misschien dat er geen chaos uitbreekt omdat iedereen zich aan de regels moet houden, maar het helpt natuurlijk enorm als de meeste mensen zich al vanzelf op een bepaalde manier gedragen. Die houden zich vanzelf al aan de regels.
Fromm omschreef het sociale karakter van de moderne Westerse mens als dat van een handelaar. Dit personage maakt alles inwisselbaar, zodat het geruild (verhandeld) kan worden. En hij maakt zichzelf leeg, zodat hij zich altijd flexibel kan aanpassen aan wat op dat moment het beste verkoopt. Als je zo kijkt naar ons ‘geloof’ in positiviteit, dan is dat gewoon hetgeen wat op dit moment het beste verkoopt. Het geeft een kortdurend geluksgevoel, maar leidt nooit echt tot iets duurzaams. En dat is ook niet de bedoeling! Want het verlangen moet aangewakkerd blijven. Een groeiende hoeveelheid coaches heeft er inmiddels een carrière op gebouwd.
Gek genoeg kom ik tot de conclusie dat als we onszelf niet helemaal willen voorbijrennen, we zouden moeten erkennen dat niet alles mogelijk is. Het is goed om ook aandacht te hebben voor datgene wat tegenstribbelt en steeds maar niet lukt.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Interessant stuk, Corstin, maar is de hele notie van een mens als fundamenteel lege handelaar met inwisselbare zaken niet op ironische wijze deel van het positiviteitsprobleem? Het impliceert namelijk een winstmaximalisatie, dat als de huidige stand van zaken je niet de positiviteit oplevert (zelfs als die zaak ‘positiveit’ is!) die je beoogt, je deze kan inwisselen voor iets wat dat wel doet.
Ik denk dat juist dit hele beeld het probleem is: de homo economicus, die alles in termen van optimalisatie ziet en daardoor ieder verankerend fundament loslaat zodra het niet optimaal beschouwd kan worden. Misschien lees ik je stuk verkeerd maar het is me niet helemaal duidelijk of je het hier met Fromm eens bent of niet :-).
Dag S. Heikamp, ik kan me wel vinden in de analyse van Fromm. Het verklaart voor mij waarom zoveel mensen – tegen beter weten in soms – laaiend enthousiast worden van de boodschap van positiviteits- en fitheidsgoeroes.
@Corstin Dank voor je reactie, maar treed de kwestie dan niet, zoals ik omschreef, reeds op een hoger niveau op?