Wat is een docent voor een student? Het antwoord op die vraag kent waarschijnlijk net zoveel variaties als dat er studenten en docenten zijn. Voor de een is een docent een bijna onuitputtelijke bron van interessante kennis, terwijl diezelfde docent voor de ander een ternauwernood ter zake doend obstakel is op de weg naar het diploma.
In de meeste gevallen zal het beeld denk ik dubbel zijn. Een docent legt de eis neer dat je aan bepaalde criteria voldoet en spreekt een oordeel over je uit. Maar een docent kan je ook geruststellen. Degene die jou beoordeelt, is ook degene bij wie je de bevestiging kunt zoeken dat het wel goed komt. In de zwartste lezing van dit scenario heeft het wel iets weg van een Stockholmsyndroom en de vergelijking van scholen met gevangenissen is dan ook al vaak gemaakt. Maar ook als je de situatie in de klas wat luchtiger wil bekijken, zul je merken dat de meeste studenten feilloos aanvoelen dat er een eis, een norm, op tafel ligt en dat hun docent degene is die gaat kijken of ze daaraan voldoen.
Er zijn verschillende manieren waarop studenten daarop reageren. Ook docenten gaan verschillend om met deze situatie, daar kan ik het een andere keer over hebben. Maar van studenten heb ik veel verschillende (vaak onbewuste) strategieën gezien. Een herkenbare is het terugeisen: ‘Jij moet ervoor zorgen dat ik het haal’. Of denk aan de student die bij elke stap bevestiging zoekt: ‘Is dit goed, meneer?’
En zo zijn er duizend-en-één voorbeelden: de student die altijd afwezig is, de student waar altijd iets mee aan de hand is waardoor-ie nooit iets op tijd inlevert, de student die je voorafgaand aan de eerste les al laat weten zo onzeker en gespannen te zijn, de student die net iets te behulpzaam is, of de student die zich nooit iets afvraagt en bij wie alles wel oké gaat, maar die een dag voor de toets ineens met allemaal vragen komt.
Ik begrijp het allemaal wel, want school kan ook best verwarrend zijn en de verwachtingen hoog. Ook voor een docent. De reactie die mij zelf het meest verwarde toen ik er voor het eerst mee werd geconfronteerd is de ‘hoi-meneer’. Studenten die ‘Hoi meneer!’ naar je roepen als je de klas binnenkomt, zorgen voor een error in mijn hoofd. Het vertrouwde ‘hoi’ en het formele ‘meneer’ zo vlak achter elkaar, zetten mij op het verkeerde been. Een hoi-meneer is de tegenstrijdigheid van afstand en nabijheid in één begroeting samengevat. Het is een speech act die in één beweging je autoriteit als docent respecteert én meteen ook weer onderuithaalt.
Het is de spiegel die laat zien dat ik als docent ook maar een mens ben die een bepaalde rol heeft toegewezen gekregen. Ik hoop dat ik nog veel ‘hoi-meneren’ zal tegenkomen in mijn loopbaan.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Nice 🙂