Ietwat nerveus opende ik de deur van het lokaal. Het was het allereerste college dat ik zou geven op de hogeschool. ‘Bent u de docent?’ vroeg een student verbaasd. Nadat ik zijn vraag bevestigend had beantwoord, zei hij: ‘Dat was niet wie ik had verwacht bij een vak met het woord ICT in de titel.’
Inmiddels werk ik bijna vier jaar bij de hogeschool en zijn er talloze mailtjes gericht aan ‘meneer de Graaf’ in mijn mailbox beland. Een student presteerde het zelfs om zijn bericht aan de mannelijke variant van mijn naam (‘Beste Peter’) te adresseren. Al is het de vraag of de twijfel omtrent mijn docentschap enkel afhangt van mijn sekse. Leeftijd zou hier ook een rol kunnen spelen. Tijdens introductieweken draag ik steevast de meest serieuze kleding uit mijn kast, in de hoop om niet voor een student te worden aangezien. Dat is blijkbaar behoorlijk lastig, want tot nog toe is er geen jaar voorbijgegaan zonder dat een ouderejaars me vriendelijk vraagt of ik de weg kan vinden. Hoewel ik blij ben dat mijn huidverzorgingsroutine haar vruchten afwerpt, baart het me wel zorgen. Wat zegt dit over het beeld dat studenten hebben van een hogeschooldocent?
In de docentenkamer ontdekte ik dat mijn ervaring niet uniek is. Veel collega’s bleken in de start van hun carrière aangezien te zijn voor studenten, maar de verhalen van mijn vrouwelijke collega’s troffen me het meest. Dat een jonge docent er soms hetzelfde uitziet als een student kan ik begrijpen, maar waarom krijgen zoveel vrouwen mailtjes die beginnen met ‘meneer’?
Dat de discriminatie richting vrouwelijke docenten verder gaat dan een onhandig berichtje blijkt uit een artikel van Het Onderwijsblad over studentevaluaties. Vrouwelijke docenten worden stelselmatig slechter beoordeeld, vooral door mannelijke studenten. Dat er nauwelijks ophef was over dit artikel vind ik moeilijk te begrijpen, want studentenevaluaties kunnen daadwerkelijk consequenties hebben voor de carrièrekansen van leraren.
Het Onderwijsblad geeft geen verklaring voor de slechtere beoordeling van vrouwelijke docenten, maar ik durf wel een poging te wagen. Ik werk inmiddels zes jaar in het onderwijs, maar heb tot mijn spijt nog nooit een vrouwelijke collega bekroond zien worden tot ‘Docent van het Jaar’. Ik vermoed dat dat geen toeval is. Uit onderzoek blijkt dat mensen genialiteit vooral als een mannelijke eigenschap zien, zelfs als ze expliciet aangeven vrouwen te associëren met ‘briljant zijn’.
Het is misschien niet mogelijk om als Hogeschool Rotterdam zo’n hardnekkig vooroordeel de wereld uit te helpen, maar dat wil niet zeggen dat we niets kunnen doen. Managers en docenten kunnen kritisch kijken naar de resultaten van studentevaluaties. Studenten kunnen hun briljante vrouwelijke docenten (ik weet dat ze er zijn!) nomineren en reflecteren op hun eigen antwoorden. Ik weet dat hbo-studenten meer reflecteren dan ze lief is, maar ter geruststelling: hier hoef je geen verslag over te schrijven.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Mooie blog! De verkiezing Docent van het Jaar wordt op de Hogeschool Rotterdam sinds 2014 georganiseerd. De titel ging in bijna alle gevallen naar een (witte) man. Joyce Buitelaar was de uitzondering: https://profielen.hr.nl/2017/joyce-buitelaar-is-docent-van-het-jaar/
Goed dat je dit aankaart, Petra. Ik wil trouwens ook even zeggen dat ik fan ben van de Snijtafel 🙂
Fijn blog Petra. De lijst van achterstellingen m.b.t. vrouwen in het onderwijs is helaas ellenlang. Hup wij 😉
of mischien hebben mannen gewoon meer authoriteit en zijn ze beter in les geven..
Wow, die laatste opmerking lijkt me veelzeggend Boaz….over JOU…
🙁