Als docent wil ik graag mijn vakkennis overbrengen op mijn studenten. Ik ben intrinsiek gemotiveerd om ze goed voorbereid de arbeidsmarkt op te sturen. Soms ben ik zo gedreven dat ik ze met hun snufferd in hun studieboek wil duwen. Maar dat gaat nogal lastig als ze niet aanwezig zijn in mijn les.
Gelukkig gaan we onze studenten komend studiejaar dwingen om voor sommige vakken verplicht aanwezig te zijn. Wat hoogstwaarschijnlijk tot meer studiesucces gaat leiden. Want studenten hebben weliswaar rechten, maar de nadruk komt nu meer te liggen op de plichten. Die ze dus ook hebben.
Studenten zeggen vaak dat ze al collegegeld betalen. Dat het dus hun eigen keus is om aanwezig te zijn. Dat het hun eigen verantwoordelijkheid is. Echter: het merendeel van hun studiekosten wordt door de belastingbetaler opgehoest. Daar mag dus best wat tegenover staan. Bovendien dringen de betere studenten vaak aan op het verplicht stellen van bepaalde lessen. Het leerrendement ligt immers hoger als student naar de lessen komen. En het is maar zeer de vraag of studenten die verantwoordelijkheid aankunnen. Ik heb maar al te vaak gehoord dat er een afspraak met een nagelstudio was. Dat het vlak na carnaval was. Dat een hamster ziek was. En studenten zijn statistisch gezien opvallend vaak ziek, zwak of misselijk. Niet erg professioneel, zeker niet voor beroepsonderwijs. Of verantwoordelijk.
Natuurlijk moeten we het voor studenten de moeite waard maken. Onze lessen moeten iets toevoegen. We moeten geen powerpoints voorlezen of niets nieuws vertellen. Maar onderwijs is niet snackable. Het is een wisselwerking: je leert pas echt iets als je je huiswerk hebt gemaakt, inhoudelijk aan een discussie bij kan dragen, de moeite neemt om je vak te leren. Alleen dan kan een les verdieping bieden. Alleen dan kan je je scherpen aan de ervaring van je docent. Alleen dan wordt het echt leuk.
En onderwijs draait niet alleen om kennis. Het draait vooral om binding. Het eerste wat je leert als docent is dat je contact met je klas moet leggen, voordat je inhoudelijk de diepte ingaat. Ja, dat lulpraatje over Feyenoord is belangrijk. Of dat geklaag over de DUO. Of samen lachen om de gekkigheid in de wereld. En die binding is ook voor ons docenten de krent in de pap. We zijn geen onderwijsrobots. Ook wij willen verbinding. Wij willen volle klassen, levendige discussies en diepgang.
Ik kijk uit naar volgend studiejaar. En heus niet alleen om mijn studenten iets meer discipline op te leggen. Ik zie vooral uit naar nog meer studenten, hun inzichten, hun feedback en hun levenslust.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
En als ik er dan zelf nog een schepje bovenop mag doen:
Groepswerk, en dan groepsgenoten hebben die nooit naar de les komen en alleen even kort via een appje wat afspraken willen maken. Hoe ga je daarmee om?
Als student was ik fel tegen aanwezigheidsplicht; ik was immers al volwassen en kon dat zelf prima bepalen. En als ik verantwoordelijk moest zijn voor mijn eigen beslissingen als volwassene, was dat ook precies wat ik dan wilde, niet half om half.
Nu ik achteraf terugkijk op die periode, en mijn (gebrek aan) persoonlijke discipline, vraag ik me niet af of sommige zaken beter zouden zijn gegaan met een aanwezigheidsplicht. Inmiddels heb ik ook geleerd dat de prefontale cortex, waar dergelijke beslissingen plaatsvinden, rond de 25e pas volgroeid is. En dat is gemiddeld; het schijnt dat de ontwikkeling van mannen een jaartje achterloopt op die van vrouwen omtrent plannings- en organisatievaardigheden.
Misschien kan een beetje plichtsgebondenheid dus geen kwaad.