Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 2 days ago
Het is dit jaar niet heel lastig om flink depri te zijn op Blue Monday, de al dan niet wetenschappelijk onderbouwde somberste dag van het jaar. Op de paar zonnige dagen in de afgelopen week na, was de aanhoudende regen gecombineerd met een snufje wereldnieuws al een succesrecept voor blueness.
Niet dat je 24/7 gelukkig kunt of moet zijn – mindere periodes horen gewoon bij het leven – het is wel prettig om de scherpe kantjes van een dip te kunnen slijpen en jezelf te trainen om zo’n mindere periode goed te kunnen dragen. Oftewel: leren surfen op de golven die het leven je voorschotelt.
Gelukkig geeft Hogeschool Rotterdam om het welzijn van haar studenten en is er de samenwerking met Caring Universities! Dit internationale wetenschappelijke project doet onderzoek naar Studentenwelzijn en ontwikkelt evidence based online trainingen voor je welzijn. Als student van de hogeschool kun je deze – met de inloggegevens van de hogeschool – gratis doen. En als je wilt ook nog begeleiding krijgen van een online coach van Caring Universities.
Er zijn negen online trainingen beschikbaar in het Nederlands en Engels, en het aanbod wordt steeds verder uitgebreid. Je vindt er onderwerpen als mindset, somberheid, perfectionisme, stressmanagement, zelfvertrouwen, slaap verbeteren, lifehacks en uitstelgedrag reduceren. Zo’n online training wordt voorafgegaan door een vragenlijst waarna je een advies krijgt voor een passende training. Dat deze trainingen aansluiten op een behoefte, is niet alleen duidelijk door internationaal en nationaal onderzoek, ook uit onze eigen studentenwelzijnsenquête van mei 2023, blijkt dat bijvoorbeeld stress, prestatiedruk en uitstelgedrag in grote mate spelen en als belemmerend worden ervaren.
Afgelopen week kregen de studenten van de HR ook een uitnodiging om mee te doen aan het Internationale onderzoek naar studentenwelzijn. En nu we het er toch over hebben: er klinken ook kritische geluiden over de aandacht die het Studentenwelzijn regelmatig krijgt. De vaak negatieve berichtgeving – veelal afgetrapt met een vette kop als ‘Ruim de helft van alle studenten heeft mentale problemen!’ – zou klachten kunnen versterken of kunnen aanzetten tot het ontwikkelen van klachten.
Een dergelijk effect is niet ondenkbaar. Ook het Trimbos Instituut, in de persoon van Jolien Dopmeijer, riep onlangs op om op te letten op onze taal en wijze van berichtgeving.
Tegelijkertijd is het nog steeds van belang dat het open en eerlijk mogen en durven zijn over ervaren mentale problemen, en het vragen om hulp (een nieuw) normaal is. Juist omdát het gewoon bij het leven hoort. Zijn jouw klachten ernstig en aanhoudend te noemen, zet dan altijd de stap naar een studentendecaan en/of direct naar de huisarts. Je bent heel welkom.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Deze maandag was meteen al wat minder Blue door je column-titel, Serge. Thanks!
Vanmorgen was op het nieuws dat volgens een recent onderzoek 40% van de bevolking te maken heeft met mentale problemen, zoals depressieve klachten. En aangezien dergelijke ‘problemen en klachten’ onder jongeren standaard vaker voorkomen dan bij volwassenen (inherent aan die levensfase), zou je mogen concluderen dat jongeren net zo vaak met mentale problemen kampen als ‘de rest van de bevolking’. Dat negatieve label vanuit de door jou benoemde negatieve berichtgeving zou in die context dus zeer onterecht zijn, en weerlegd mogen worden in eventuele discussies (lees: klaagsessies) over “De jeugd van tegenwoordig”.
Daarnaast ben ik het er helemaal mee eens dat ons taalgebruik ertoe doet.
Over het algemeen ben ik geen fan van het hernoemen van bepaalde termen omdat die een maatschappelijk negatieve lading hebben gekregen. Ik heb zelf eerder de neiging om die negatieve connotatie tegen te spreken, dan het voor het oog op te lossen met een verbloemende andere term. Maar ik heb altijd moeite gehad met termen als ‘mentale problemen’ of ‘stoornis’.
Want: welke meetlat wordt er gebruikt om te bepalen of iets afwijkt van de norm?
Wanneer valt iets ‘buiten het normale’, en wie bepaald dat?
Ik heb mijn leven lang heel vaak de vraag gesteld wat men bedoelde met ‘normaal’. En heb daar nooit een bevredigend of toereikend antwoord op gekregen.
In mijn ervaring (o.a. in het SPH/SW werkveld) zijn als problematisch bestempelde gevoelens of klachten behoorlijk vaak normale menselijke reacties op niet-normale situaties of omstandigheden.
Als lid van de ‘Generatie X’ heb ik eerlijk gezegd best regelmatig moeite met de attitude van de ‘Gen-Z’. Dat zal het traditionele generatiekloof-ding wel zijn, waarschijnlijk.
Maar ik vraag me serieus af of de toename in depressieve klachten onder jongeren niet eigenlijk een heel normale en gezonde reactie is op een niet-zo-normale en niet-zo-gezonde samenleving.
Als dat zo is, is het slechte nieuws dat dit dus de huidige realiteit is waarin we leven. En dat bijna de helft van de mensen daar (in meer of mindere mate) moeite mee heeft.
Het goede nieuws zou dan zijn, dat bijna de helft van de mensen daar moeite mee heeft.
Eigenlijk heel normaal, dus?
Beste Joost mag het weten,
Wat mij betreft Spot On wat je zegt. Wat ik een mooie benadering vindt is: ‘Normaal is niets anders dan het gemiddelde van alle afwijkingen’. We leven in een tijd en overtuiging dat het leven maakbaar zou zijn. En dat daardoor depressie of soortgelijke problematiek je eigen schuld is. Maar dat hele palet aan stemmingen (geluk, angst, hoop, somberheid, plezier, etc.) hoort er gewoon bij. En gelukkig maar: hoe saai zou het leven zijn als je altijd even gelukkig bent?
Maar taal doet er wel echt toe wat mij betreft. Inderdaad niet met de intentie om te maskeren, maar wel om te normaliseren.