Ongewild en onbedoeld ben ik toch gaan lijken op de mensen die ik in mijn opstandige (puber) jaren zo verfoeide om hun hang naar vroeger. Want al was vroeger niet alles beter, veel wel.
Soms heb ik daarom ook medelijden met onze studenten. Een mooi voorbeeld kwam van een collega die me vertelde over haar zoon die op Netflix alle seizoenen van Friends bingete en zei: ‘Ik vind het zo tof hoe zij echt gesprekken met elkaar voeren en contact hebben. Wij zitten altijd met een half oog en onze halve aandacht op de telefoon als we samen zijn.’
Het is vooral die veelheid aan opties, prikkels en informatie en de snelheid van dagelijks leven die mij soms doen verlangen naar vroeger. En dan vooral de eighties. Oh man, wat een fantastisch decennium was dat. En ondanks dat de huidige muziekwereld die periode weer volop doet herleven met zijn typische synthesizersounds en drumcomputers, blijft het een magere kopie. Toen hoorde er ook een veelbesproken en geïmiteerd kapsel bij waarvoor je minimaal 1 pot überkleverige gele, roze of blauwe gel nodig had, een videoclip waarvoor je klaar ging zitten als TopPop begon en fl 7,50 uit je spaarpot om het singletje te kopen of als je fl 12,50 kon missen: de maxi-single! We waren weken in de ban van de nummer 1 in de Top-40.
En hoe prettig en comfortabel het ook mag zijn of lijken om anytime, anywhere een film of serie te kunnen kijken: het feit dat je een week moest uitkijken naar de volgende aflevering van Knightrider, The A-Team, Medisch Centrum West, Spijkerhoek of Zeg ’ns Aaa, gaf de beleving een extra dimensie. Die vaste momenten op woensdagmiddag of in het weekend werden helemaal een feestje omdat je er een bakje chips bij mocht. Ik heb dus het idee dat dat we vroeger veel meer haalden uit een dergelijke ervaring dan we vandaag de dag nog doen. Het was meer in het moment en mindful, veel minder vluchtig.
Al klink ik als een boomer, ik ben het niet. Allereerst ben ik niet geboren tussen 1941 en 1955. Daarnaast zie ik mijzelf als progressief: niet vasthouden aan wat was, maar vernieuwen en meegaan met, en je verhouden tot, dat wat er (al dan niet in positieve zin) nú is.
Bijvoorbeeld dat er hierna nooit meer een papieren versie van Profielen Magazine zal zijn. Ik begrijp het, terwijl ik het tegelijkertijd ervaar als een jammerlijk afscheid. Ik hield van de geur van zo’n nieuw exemplaar. Je voelde de liefde en aandacht waarmee eraan gewerkt was op een manier die digitaal nooit hetzelfde overkomt.
Maar het is goed zo. Ik heb de herinnering eraan en dat maakt dat ik altijd kan nagenieten. Net als van die eighties. Want ik ben dan geen boomer, maar wel degelijk een nostalgicus.
Dank Profielen, voor al dat liefdewerk dat nu oud papier is.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Mooie blog Serge, en ook heel herkenbaar. Ik heb er afgelopen 5 december niet voor niets een blog aan besteed:
https://profielen.hr.nl/2023/blog-yoeri-kon-ik-maar-10-jaar-terug-in-de-tijd/
Voor mij was het jaar 2013 best wel een hoogtepunt toen ik voor het eerst ging zeilen. Ik zat nog op de middelbare school, maar mijn examenjaar was een soort “transitiejaar” waarin ik heel snel zelfstandig moest worden om in 2014 naar het HBO te gaan… En ja, toen kreeg ik ook mijn eerste mobiele telefoon die mij afgelopen 10 jaar meer ellende dan plezier heeft bezorgd.
En misschien nog wel iets vreemder gezegd, maar 2013 was ook het jar dat ik nog “smetloos” was. We leven tegenwoordig in een wereld waar we alleen maar kijken naar wat iemand fout heeft gedaan. Zo krijg ik bijvoorbeeld geen eerlijke kansen omdat ik ADHD en autisme heb en wegens fouten in het verleden. En dat je fouten maakt is gewoon menselijk, maar met de huidige sociale media hang je met die fout ook meteen aan de schandpaal. Dat ik vorig jaar cmr-lid was en werd genomineerd voor student van het jaar wordt dan maar even doodleuk vergeten…
En wat dacht je dan van de VOG? Ik durf te wedden dat er mensen een VOG krijgen die zich slechter gedragen dan de mensen bij wie de VOG geweigerd wordt. Ik las namelijk ergens dat een coronaboete in sommige gevallen ook aanleiding is om een VOG te weigeren. Maar een VOG zegt niets meer dan dat je nog nooit gepakt bent met een (relevant) misdrijf, niet dat je hem nooit gepleegd hebt!
Oh, heerlijk zeg die dag met 26 graden en zon op de Kagerplassen. De oude SONY camera van mijn vader mee aan boord om een filmpje te maken, want een smartphone had ik nog niet. En ik had ook mijn horrorstage uit 2017, persoonlijke omstandigheden in 2019 en (toen ik daar net overheen gekrabbeld was) de coronacrisis in 2020 nog niet meegemaakt. Ik had nog vertrouwen in de democratie, en de maatschappij. Een biertje kostte €2,25 in plaats van €3,95, en er werden nog niet elke dag (poging tot) drugsmoorden gepleegd in deze stad. Dus ik ben afgelopen jaren wel heel veel wijzer geworden, maar tegelijkertijd ook veel ongelukkiger. Geef mij dat zeilbootje zonder zorgen maar gewoon weer terug hoor!
Herkenbaar verhaal, tegelijk vraag ik me af of we niet met een roze bril terugkijken, en situaties misschien beter voorstellen dan ze waren. Lastig te zeggen.
Overigens ben ik ook een nostalgicus en heb ik een wand met overvolle boekenplanken, die toegegeven grotendeels stof staan te vangen. Toen mijn partner ooit echter opmerkte dat die ‘best in een doos konden’, was een blik op mijn gezicht voldoende voor haar om toe te voegen, “…of niet…” Er gaat een gevoel met dergelijke zaken gepaard die zich lastig laat verwoorden. Dat is mijn jeugd aan de muur.
Ik zit, in een andere vlaag van nostalgie, sinds deze week episodes van The Fresh Prince of Bel-Air terug te kijken; een serie waar ik mee opgegroeid ben. Voor de niet-ingewijden onder ons, dit was een serie uit 1990 waar Will Smith zijn acteercarrière startte in zijn rol als een straatjongen uit Philadelphia, die op 17-jarige leeftijd (als ik het getal goed heb) bij zijn rijke oom en tante in Bel-Air komt te wonen.
Wat me dan opvalt, is dat deze personages in grote lijnen dezelfde soort gesprekken hebben als wij. De volwassenen neigen met nostalgie terug te kijken op hun eigen jeugd en projecteren hun verlangens op de volgende generatie, die daar lang niet altijd op zit te wachten. Dit wordt primair vertolkt door ‘Uncle Phil’, een sympathieke, verantwoordelijke maar enigzins stugge man.
De jeugd, primair in het personage van Will, rebelleert hier tegen met hun eigen stijl en smaak, en moet leren omgaan met een bepaalde afkeuring, zelfs afkeer, van de “volwassen” wereld, wetende dat het toch een wereld is waar ze vroeg of laat in terecht komen. Het resultaat is een komedie waarin iedereen soms iets van elkaar leert, en iedereen geleidelijk aan een stukje groeit.
Wat ik zie is dat 34 jaar verder, er heel weinig is veranderd. De details veranderen; de uitingen van ‘de jeugd’ veranderen, wat de ‘volwassenen’ normaal vinden is veranderd, maar het is nog steeds dezelfde strijd. De nieuwe generatie begrijpt de stugheid van de oude wereld niet en de oude generatie(s) begrijpen de noodzaak van de nieuwe generatie niet om alles opnieuw uit te willen vinden. Zaken die voor jonge mensen vanzelfsprekend zijn, zijn voor oudere mensen frivool. Zaken die volgens ouderen noodzakelijk zijn, zijn voor jonge mensen beperkend.
Vroeger was alles beter? Ik denk dat toen ik de leeftijd had dat ik deze serie keek, en meer begreep van Will dan van Uncle Phil, de generatie van mijn ouders hetzelfde zeiden. Vroeger hadden ze geen televisie, toen gingen ze buiten spelen. Dat was gezonder en socialer. Vroeger had je geen CDs en amper cassettebandjes, toen luisterde je samen radio in de woonkamer, de hele familie bij elkaar. Dat was verbindend, je ging toch niet alleen op je kamer muziek luisteren? Ja mam, want in de woonkamer mag ik m’n verzamelalbum top-40 hits niet aanzetten van jou.
Ik denk dat wat we als ‘beter’ zien, vaak hetgene is wat we gewend zijn. Toen ik dit schreef over The Fresh Prince of Bel-Air dacht ik even, ‘Zo maken ze ze niet meer’, maar ik schrijf dat niet zo op. Allicht heeft de huidige generatie hun eigen ‘Fresh Prince’, en is die gewoon te onwennig voor mij om te herkennen. De nieuwe generatie ziet andere zaken als vanzelfsprekend als de vorige. En zo zal het, denk ik, altijd blijven gaan, en hopelijk blijft dat een drijfveer voor ons allen om een stukje te blijven groeien.
@Yoeri “…en er werden nog niet elke dag (poging tot) drugsmoorden gepleegd in deze stad.”
Als iemand die Rotterdam al sinds het jaar 2000 kent: Rotterdam is veel veiliger geworden dan toen. Heel het gebied van Rotterdam Centraal is opgeknapt en veiliger, de metro is ook veiliger geworden afgelopen 20 jaren.
Natuurlijk kan het altijd beter en zijn er sommige buurten waar je me in de nacht niet alleen op straat zal vinden. Maar erger is het zeker niet geworden.
@S. Heikamp Je ziet wel dat de nieuwe generatie dankzij streaming diensten ook oude sitcoms van toen ontdekken en leuk vinden. Friends is nog steeds razend populair ook onder de jongere generatie. Dus er is wel een verlangen naar “simpelere’ tijden meet feel good series. Ik kijk nog steeds graag naar sitcoms van de jaren 90 waarmee ik opgegroeid ben.
Ik had laatst ook een aha-ik-word-oud-momentje, toen ik over demonstrerende studenten dacht “moet jij niet studéren??”, terwijl ik in mijn eigen studententijd ook meer met activisme bezig was dan met de lesstof. Anders was ik nu wel archeoloog geweest.
Ik ben vandaag 38 jaar geworden en voel mij al heel lang een ‘uncle Phil’ en begrijp veel moderne dingen wel maar ook weer niet. Wel ben ik mijn nostalgie aan het voeden door Dexter te kijken, herken er veel qua gevoel in, haha.
Ik denk dat elke tijd zijn voor en nadelen kent..