Blog Menno: Taal maakt nog meer kapot dan geweld
Blog van MennoGepubliceerd: 7 days ago
Toen ik laatst geheel spontaan in Den Haag de tentoonstelling Escher in Het Paleis bezocht, werd ik omver geblazen. Maar dat was niet vanwege de kunst.
Een jaar of tien geleden heb ik mijn Escher-fase al uitgezwaaid. Met een spreekbeurt over optische illusies en prentenboeken met dubbelzinnige illustraties had ik mezelf gebombardeerd tot amateur-meesterkenner in optische illusies en Escher-prenten. Het is jammer dat ik, naarmate ik ouder word, dat soort leuke informatie vergeet, anders kon ik mijn gezelschap in iedere hoek van de tentoonstelling voorzien van een fun-fact.
Terwijl ik me als 14-jarige liet meeslepen door Eschers vissen en vogels, werd ik als 24-jarige plots geroerd door de locatie, het winterpaleis van Koningin-moeder Emma. Bij binnenkomst van de tentoonstelling werd ik onthaald door een vriendelijke meneer in chique kledij met zelfs witte handschoentjes aan. Het was al echt een beetje een koninklijke bedoening. Toch vraag ik me af hoe het kan dat de nog steeds waanzinnige kunst die me eerst zo aangreep, me nu koud laat. Zou dat op den duur altijd gebeuren met smaak?
Juist omdat ik me nooit verdiept had in de geschiedenis van het paleis, of het leven van Emma of Wilhelmina an sich, vond ik het een magische ervaring. Ik struinde door de voorsalon, balzaal en badkamer, waar vroeger een rood marmeren bad heeft gestaan. Het algemeen bekende balkon waar veel gezwaaid werd door bijvoorbeeld Wilhelmina stond in de steigers, maar zelfs dat stelde me niet teleur. De zalen met de mooie muren en beschilderingen – waar de prenten knap tentoongesteld waren – lieten me niet los. Ook de kelder, waar tegenwoordig de wc’s en kluisjes zich bevinden; daar zat vroeger de keuken en op die trappen liep het personeel heen en weer. Ik zag die mensen van tachtig jaar geleden voor me. En dat terwijl ik niet eens van kostuumdrama’s houd.
Ben ik nou een truttige oude tak geworden? Na de tentoonstelling maakte ik me een beetje zorgen. De kunst is er nog steeds, waarom voél ik het dan niet? Of waarom vond ik het niet op zijn minst net zo leuk als vroeger?
De vriendelijke meneer in de chique kledij bij de uitgang stelde me gerust nadat ik mijn zorgen had gedeeld. ‘Ik heb nooit beseft hoe mooi het hier is!’, zei ik vluchtig. Waarop hij zei: ‘Soms zie je ineens wat er altijd al was’. En hoewel het waarschijnlijk niet zijn bedoeling was, vond ik dat nog wel het beste wat ik die dag geleerd had.
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Mooi geschreven, Donna! En nou ben ik ook benieuwd naar het winterpaleis.