Het gemeentebestuur van Rotterdam doet geen aangifte tegen Geert Wilders. Het voltallige college van burgemeester en wethouders van Nijmegen deed dat wel. Burgemeester Ahmed Aboutaleb heeft er wel ‘begrip’ voor dat mensen aangifte doen vanwege de Marokkanen-uitspraak van Wilders. ‘Maar als burgemeester past het niet aangifte te doen. Rotterdam is stad met uiteenlopende meningen en ik hoor boven de partijen te staan’, aldus Aboutaleb in AD Rotterdams Dagblad.

‘Discriminatie’
Ook Ron Bormans, collegevoorzitter van de HR, gaat geen aangifte doen. ‘De hogeschool als maatschappelijke institutie moet haar neutraliteit betrachten en dus begeven we ons niet in een dergelijke juridische procedure’, stelt Bormans die de uitspraak van Wilders wel vindt getuigen van discriminatie. ‘En dus verwerpelijk. Hij zet ermee een hele groep buitenspel en dat is onacceptabel. Daarom begrijp ik dat mensen, en dus ook HR-medewerkers of -studenten, aangifte willen doen.’

Bormans: ‘Bij ons werken en studeren mensen van Marokkaanse afkomst, die overigens overwegend in Nederland zijn geboren, en die moeten weten dat de hogeschool geen onderscheid maakt naar afkomst. De opmerking van de PVV druist in tegen de normen en waarden van onze hogeschool. Niet voor niets heb ik in een tweet de PVV-woordvoerder hoger onderwijs en Tweede Kamerlid Harm Beertema opgeroepen om dit uit te leggen aan al deze studenten van Marokkaanse afkomst die bij ons aan hun toekomst werken.’

‘In gesprek blijven’
En hoe kijkt de HR aan tegen de PVV-aanhangers die op de hogeschool werken en studeren? Bormans: ‘De hogeschool is een gemeenschap met alle kenmerken van de Rotterdamse gemeenschap en dus werken en studeren bij ons vast ook mensen met PVV-sympathieën. Ik gun mensen hun eigen standpunten en hoop dat we met elkaar in gesprek blijven op basis van respect. Er vindt een polarisering plaats als gevolg van de uitspraken van Wilders. Waar dat aan de orde is zal ik HR-mensen wijzen op het feit dat we gedragsregels hebben die eisen dat we elkaar respecteren. Daarnaast zal ik mensen uitnodigen met elkaar in gesprek te blijven.’

Jos van Nierop