Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
28 maart 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Illustratie van een collage

Participatiewet: HR zoekt nog 50 werkplekken

Gepubliceerd: 21 March 2017 • Leestijd: 5 minuten en 55 seconden • Longread

In 2015 tekende de HR een convenant waarin werd vastgelegd dat er zestig Participatiewet-banen worden gecreëerd voor mensen met een arbeidsbeperking. In anderhalf jaar zijn er elf plekken vervuld, maar na een pittige start heeft de hogeschool er vertrouwen in dat de overige vijftig banen ook worden gerealiseerd.

‘Wij vinden het onze maatschappelijke plicht om ons in te zetten voor kwetsbare groepen die extra steun nodig hebben bij het vinden van een passende baan’, zei collegevoorzitter Ron Bormans bij het ondertekenen van het convenant. De Hogeschool Rotterdam heeft afgesproken deze banen voor mensen met een beperking vóór 2024 te realiseren. De afspraak werd anderhalf jaar geleden gemaakt en ondertussen zijn er negentien mensen aan het werk, bijna 11 fte.

Om de doelen uit het convenant te halen, moet iedere dienst en ieder instituut mensen plaatsen. Joke Dolfing, adviseur Participatiewet op de HR, vertelt: ‘We gaan de komende periode alle instituten langs om te kijken wat mogelijk is. Uit het medewerkersonderzoek blijkt dat op sommige instituten de werkdruk hoog is en daar zou een paar extra handjes enorm goed uitkomen. Dus vragen we managers te onderzoeken welke taken nu door (te) hoogopgeleide medewerkers worden gedaan of voor welke taken structureel te weinig tijd is. Voor die taken kunnen we proberen iemand te vinden.’

In de uitleen

In 2015, niet lang na ondertekening van het convenant, kreeg Bert Ardesch, manager bedrijfsvoering bij het Instituut voor Gezondheidszorg, het verzoek om eens na te denken over beschutte arbeidsplaatsen. Ardesch: ‘Dat kwam voor ons op een mooi moment, want we konden wel iemand gebruiken in de uitleen van lesmaterialen. Studenten en docenten kunnen bij twee uitgiftepunten geraamtes, oefenpoppen en ander lesmateriaal lenen. Het lukte ons niet om deze punten volledig bemand te houden en daardoor raakten er weleens dingen stuk of kwijt. Het leek ons mooi om het team uit te breiden met iemand uit de Participatiewet. Dus we stelden een profiel op en Pameijer (een instelling die kwetsbare mensen in regio Rijnmond ondersteunt, red.) ging voor ons op zoek.’

‘Ik was aan het pionieren binnen de HR en dat heeft onevenredig veel tijd gekost.’

De zoektocht leverde twee sollicitanten op en Marcha kreeg de baan. Ardesch: ‘We hadden meteen een goed gevoel bij haar en dat bleek te kloppen. Ze werkt hier nu anderhalf jaar en we zijn heel erg tevreden.’

Het genoegen is geheel wederzijds. Marcha wilde altijd al op een school werken, maar het lukte haar niet om een leuke baan te vinden. Ze verstuurde tientallen sollicitaties, maar werd nergens aangenomen. En daar baalde ze van: ‘Ik zat thuis zonder dagbesteding, zonder ritme. Het was voor mij echt belangrijk dat ik het huis uitging. Via Pameijer kon ik eerst aan de slag als gastvrouw in de verslavingszorg. Daar mocht ik koffie en thee schenken. Dit werk is leuker.’

Jobcoaches en andere bemoeienis

Omdat Marcha vanuit de nieuwe Participatiewet aan de slag ging, kwam ze niet alleen. Het eerste halfjaar kwam er twee keer per week een jobcoach die haar begeleidde met praktische tips en haar een luisterend oor bood: ‘Als het even niet lekker ging, kon ik dat bij hem kwijt.’ Daarnaast werd ze bijgestaan door collega Hanny die haar wegwijs maakte in de uitleenpunten en alle verschillende materialen. Marcha: ‘Ik heb het erg getroffen met Hanny. We hebben echt een klik en we kunnen over alles praten. Ik ben best wel verlegen en vond het in ’t begin spannend als studenten me aanspraken. Ik was bang dat ik ze niet kon helpen. Als ik nu geen antwoord op hun vragen heb, schrijf ik hun naam en studentnummer op een papiertje en dan overleg ik met Hanny. Het gaat steeds beter, de jobcoach komt nog om de week praten.’ Hanny: ‘Ik ben ook blij met Marcha, het is gezellig én fijn om een paar extra handen te hebben.’

Ook Marcha’s collega’s werden begeleid en dat was – niet in de laatste plaats voor Ardesch zelf – heel nuttig: ‘De jobcoach heeft ook het team begeleid en dat was nodig. Marcha pakt alles goed op en we behandelen haar zoals alle andere collega’s. Ik moet wel blijven oppassen dat ik haar niet overvraag. Laatst hebben we voor het eerst een functioneringsgesprek gevoerd. Toen ik die afspraak in haar agenda zette, ben ik wel even naar haar toegelopen om te zeggen dat ze niet zenuwachtig hoefde te zijn voor dit gesprek. Voor je het weet, heb je onnodige stress veroorzaakt.’

Rauw op m’n dak

In het kielzog van de jobcoach volgde een stoet andere hulpverleners, een situatie waar manager Ardesch niet op voorbereid was: ‘Ik was aan het pionieren binnen de HR en dat heeft onevenredig veel tijd gekost. Niet door Marcha zelf, maar door de administratieve rompslomp die haar aantreden met zich meebracht. Ik moest ineens communiceren met allerhande instellingen zoals personeelszaken van de HR, Pameijer en het UWV. Dan kreeg ik onverwacht een telefoontje van het UWV of we even het functioneren van mevrouw konden evalueren. Dat viel rauw op m’n dak.’

De verkennende fase is afgerond. We moeten nu echt spijkers met koppen gaan slaan.’

Ondertussen zijn we anderhalf jaar verder en anderhalf jaar wijzer. Participatiewet-adviseur Dolfing heeft met input van managers die al beschermde werkplekken bieden een flyer gemaakt waarop staat wat hen te wachten staat als ze iemand van Pameijer of het Werkgeverspunt Rijnmond (WSPR) in dienst nemen. Dolfing: ‘De flyer heet Werk maken van de Participatiewet en die heet zo omdat we nu serieus aan de slag gaan. De verkennende fase is afgerond. We moeten nu echt spijkers met koppen gaan slaan. In de flyer (die ook op intranetpagina Hint te vinden is, red.) staat veel praktische informatie over de Participatiewet. We nemen de flyer mee als we op gesprek gaan, managers kunnen dan kijken of het wat voor hen is. De meeste managers reageren enthousiast als we de mogelijkheden met ze bespreken. Er is veel goodwill.’

Budget

Een klein obstakel in het realiseren van de zestig Participatiewet-banen, is budget. Ondanks dat de voorwaarden gunstig zijn (zie kader) moet er wel salaris betaald worden. En waar er op de Hogeschool Utrecht extra geld is vrijgemaakt voor het realiseren van het convenant, moeten deze werknemers op de HR uit de budgetten van de instituten en diensten betaald worden. En daar is niet altijd ruimte voor.

Collegevoorzitter Ron Bormans ziet geen reden om extra budget vrij te maken: ‘Dat zou te makkelijk zijn. Iedere evaluatiestudie leert dat duurzame inbedding van dergelijke functies staat of valt met warme betrokkenheid van directe collega’s en leidinggevenden. Zelf moeten betalen creëert betrokkenheid én verantwoordelijkheid. Bovendien betalen wij bij voorkeur niet centraal voor iets dat decentraal beleefd en belegd moet zijn. En uiteindelijk komt het allemaal uit dezelfde pot met geld: het bedrag dat wij van het departement krijgen.’

Voor Marcha is haar werk heel belangrijk en ze vindt het goed dat de hogeschool mensen zoals zij aan de slag helpt: ‘Als je lang niet hebt gewerkt, is het een grote drempel om weer te beginnen. Mijn collega’s weten dat ik via Pameijer werk en houden rekening met me. Je komt niet zomaar bij zo’n instantie terecht. De meeste mensen hebben een rugzakje en zijn daardoor onzeker. Daar moet je rekening mee houden en dan wordt die onzekerheid vanzelf minder, zoals ook bij mij is gebeurd. Ik voel me hier geaccepteerd. Ze houden rekening met me en ik kan mezelf zijn.’

‘Je komt niet zomaar bij een instantie als Pameijer terecht.’

Ardesch is ook positief over het traject dat hij heeft gelopen. Hij kan het alle HR-managers aanraden: ‘Ik vind het een maatschappelijke verplichting om aan dit soort trajecten mee te werken en ben dan ook blij met het ingezette hogeschoolbeleid. Je moet alleen wel goed nadenken over de werkzaamheden die je iemand kan bieden en wat je van iemand vraagt. Er is een enorme verscheidenheid aan kandidaten en ik denk dat bijvoorbeeld bedrijfsbureaus veel mensen kwijt kunnen. De begeleiding vanuit Pameijer is in ieder geval heel goed georganiseerd. Je merkt dat dit hun business is.’

Participatiewat? Iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt onder de Participatiewet. Het doel van de wet is mensen die kunnen werken, maar door een beperking niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, aan een baan te helpen bij een reguliere werkgever. Het gaat om structurele en duurzame taken (niet tijdelijk, niet vrijblijvend), voor minimaal 12 en maximaal 25,5 uur per week. Denk aan (ondersteunend) onderwijsassistent, receptionist, administratief medewerker, ICT-medewerker, secretarieel medewerker, managementassistent, medewerker practicum, archiefmedewerker, beleidsondersteunend medewerker of docent.

Een werknemer wordt uit de eigen begroting van de dienst of het instituut betaald. Er is wel een aantal gunstige regelingen zoals de kosteloze proefplaatsing, een no-riskpolis waarbij loon wordt doorbetaald bij ziekte, een loonkostensubsidie en een werkplekaanpassing.

De Participatiewet is op 1 januari 2015 in de plaats gekomen van de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet arbeidsondersteuningsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).

Tekst: Tosca Sel
Illustratie: Stang Gubbels

Dit artikel wordt je aangeboden door Profielen, het nieuwsmedium van de Hogeschool Rotterdam. Like what you see? Like ons dan op Facebook en blijf via je eigen tijdlijn op de hoogte van het laatste nieuws. Liever een nieuwsbrief? Meld je hier aan voor een wekelijkse update.

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Back to Top