Een biertje drinken met zijn collega’s tijdens de vrijdagmiddagborrel zit er voor Niels vandaag even niet in. De student moet nog flink doorwerken om zijn afstudeeronderzoek af te krijgen. ‘Het gaat wel pittig worden. Het is een groot onderzoek, maar ik heb er vertrouwen in’, zegt hij met een bescheiden glimlach.

Niels is stagiair bij InnovationQuarter. Dat is een van de vijf regionale ontwikkelingsmaatschappijen die vanuit het ministerie van Economische Zaken is opgezet om de regionale economie – in dit geval van Zuid-Holland – te stimuleren. InnovationQuarter investeert in bedrijven en ondersteunt ondernemers bij het realiseren van hun internationale ambities. Financiers zijn onder andere provincie Zuid-Holland en het rijk, maar ook grote steden als Den Haag en Rotterdam.

Nobele taak

Niels vindt het een nobele taak. ‘Ze proberen vanuit een sociaal oogpunt bedrijven te helpen om te groeien en hebben onwijs veel middelen tot hun beschikking om dat te doen’,  legt hij uit. ‘Ten eerste is er financieel veel mogelijk vanuit de fondsen die we hebben. Daarnaast is hier veel kennis. Vrijwel iedereen heeft een hbo of universitaire opleiding gedaan, of heeft veel ervaring in het bedrijfsleven. En al die mensen hebben een enorm netwerk.’

Een aantal bedrijven in het portfolio van InnovationQuarter wil de internationale markt op. Niels mocht onderzoeken of ze daar klaar voor zijn en op wat voor manier InnovationQuarter hen kan helpen. Hij hield negen interviews met managers binnen zijn stagebedrijf en zette vervolgens een enquête uit bij de CEO’s met internationale ambities. Een aantal respondenten dat de enquête invulde, ging hij interviewen. ‘De uitkomst van de enquête gebruikte ik om te kijken waar ik het over wilde hebben. De interviews waren echt het leukste van de stage. Ik mocht de auto van de zaak meenemen en ging naar al die kantoren om gesprekken te voeren met de CEO’s.’

Aan tafel bij de hoogste bazen

Doordat Niels een investeringsmaatschappij achter zich had, kreeg hij deuren geopend die anders dicht zouden blijven en zat hij als stagiair zomaar aan tafel met de hoogste bazen van innovatieve bedrijven. ‘Meestal vonden ze het heel leuk dat ik langskwam. Ze wilden mij graag helpen en wij kunnen hen ook helpen. Zo’n bedrijf heeft meestal niet meteen contacten in het buitenland en wij hebben dankzij ons netwerk wel direct contact met bijvoorbeeld ambassades en sommige bedrijven. Dankzij ons kunnen ze dus een aantal schakels overslaan.’

De bedrijven verschillen behoorlijk van elkaar. ‘In Leiden ben ik bij een bedrijf geweest dat stamcellen maakt. Met die cellen konden ze medicijnen testen waardoor die niet op dieren of mensen getest hoeven te worden.’ In Delft zat hij aan tafel met de baas van Solar Monkey, een bedrijf dat met data van hoogtemappen en luchtfoto’s berekent hoe zonnepanelen afgesteld moeten staan.

Niels leerde van deze gesprekken dat de juiste houding en een goede voorbereiding belangrijk zijn. ‘In de schoolomgeving zit je vooral met je medestudenten. Ik denk dat je in de zakenwereld een nieuwe houding leert aannemen; wat serieuzer en professioneler. Je moet goed weten wat je doet voordat je zo’n CEO spreekt, want anders dan wordt het een slecht interview.’

Veel vrijheid en vertrouwen

Niels vindt het opvallend hoeveel vrijheid en vertrouwen hij hierbij kreeg. Bij het eerste interview zat zijn manager nog naast hem, daarna niet meer. ‘Ik vind het leuk dat ik verantwoordelijkheid krijg en het was onwijs fijn dat mij het vertrouwen werd geboden om met de CEO’s te praten. Ik dacht van tevoren dat het hier formeler en meer hiërarchisch zou zijn.’ Om dit vertrouwen te krijgen, is het belangrijk dat je je niet verschuilt, denkt hij. ‘Je moet gewoon de telefoon durven pakken en durven te mailen, en niet bang zijn.’

Inmiddels heeft Niels bijna alle resultaten van zijn onderzoek binnen. ‘Ik moet de laatste dingen nog op papier zetten, een conclusie en een implementatieplan schrijven.’ Hij heeft er vertrouwen in dat zijn werk van waarde zal zijn voor zijn stagebedrijf. ‘Het programma internationaliseren is pas in 2017 opgezet en moet nog verder ontwikkeld worden, dus ik denk zeker dat mijn onderzoek van toegevoegde waarde zal zijn. Ze hebben mij specifiek aangenomen voor dit onderzoek en zijn altijd heel betrokken geweest. Ik denk absoluut dat ze er wat mee gaan doen.’

Terwijl de gedachten van zijn collega’s langzaam afdwalen naar het zonnige terras gaat Niels er nog even goed voor zitten.

Tekst & Beeld: Wietse Pottjewijd