De derdejaarsstage van opleiding facility management bestaat voor 50 procent uit onderzoek en voor 50 procent uit leidinggevende taken. Het stage lopen vind ik leuk en leerzaam, maar óók een beetje spannend. Om te laten zien dat ik gemotiveerd ben, kwam ik de eerste dag ruim op tijd. Ik werd opgehaald door m’n begeleider en moest direct op de foto voor m’n toegangspas. Nu sta ik dus met m’n zenuwachtige blik op de foto, lekker dan.

Vervolgens moest ik mijn nieuwe collega’s tijdens het voorstelrondje vertellen wat ik precies kwam doen. ‘Ik kom onderzoek doen’, bleek niet specifiek genoeg. Iedereen wilde weten waarnaar, dus stuntelend vertelde ik over het behoefteonderzoek, waarbij de klant/gebruiker centraal in de facilitaire organisatie komt te staan en gewerkt kan worden aan een betere beleving. Iedere keer dat ik het verhaal vertelde, ging het soepeler.

Daarna moest ik me verdiepen in de specificaties van een spons om deze daarna te kopiëren, want de hoeveelheid informatie die je de eerste dag krijgt, is echt immens. Gebroken ging ik rond halfvijf naar huis waar ik direct in slaap viel. Ik was kapot.

De eerste week was dus even wennen. Je moet jezelf de tijd gunnen te landen binnen de organisatie. Je krijgt veel nieuwe indrukken waardoor het vermoeiend is. In week 2 kan je eigenlijk pas echt starten met werkzaamheden en staat je agenda vaak volgepland met kennismakingsgesprekken. Week 3 kan je starten met het opstellen van het onderzoeksontwerp, oftewel plan van aanpak, waarvan je aan het einde van week 3 je conceptversie moet inleveren.

Ik heb nog 4 maanden te gaan op m’n stageplek en ik heb er zin in. Mijn belangrijkste les van de afgelopen weken: wees proactief en blijf niet achter je laptop plakken. Ontdek het bedrijf, de collega’s en de afdeling. Dan leer je in korte tijd ontzettend veel waardoor je het onderzoeksontwerp in no time af hebt.