‘Vertellen jullie het ook als het niet goed gaat?’, vraagt de minister aan het gezelschap van studenten en docenten met wie zij in gesprek is over het thema studiesucces. ‘Het kan niet dat álles goed gaat. Dat klopt niet met de cijfers.’

Zojuist heeft Van Engelshoven het verhaal gehoord van een maintenance & mechanics-student die al werkte toen hij besloot weer te gaan studeren. Via een opfriscursus van de hogeschool in wiskunde, natuurkunde en Nederlands werd hij klaargestoomd voor het hbo.

Ook de Syrische Dania volgde een voortraject aan de HR voordat zij startte bij de associate degree integraal bouwmanagement. Met succes, want tot nog toe haalde ze al haar vakken. ‘Heel knap’, vindt de minister. ‘Je bent een mooi rolmodel: vrouw, afkomstig uit Syrië en dan ook nog eens aan de slag in de bouw.’

Kansengelijkheid in de knel

Maar Van Engelshoven komt niet alleen om te horen wat er allemaal goed gaat op de Hogeschool Rotterdam. Zij kent de tegenvallende cijfers van het studiesucces in het hbo. En studiesucces is een van de thema’s waarop zij zich als minister wil onderscheiden. Dat bleek al toen zij aan het begin van het collegejaar opschudding veroorzaakte met haar voorstel om het bindend studieadvies (bsa) te verlagen naar 40 studiepunten.

Ook in haar recente Kamerbrief Bevordering kansengelijkheid in het onderwijs laat zij haar kleuren zien. Daarin schrijven Van Engelshoven en haar collega Slob dat ‘de emanciperende werking van het beroepsonderwijs in de knel kan komen door een te grote nadruk op rendement’. Die focus vertaalde zich volgens de ministers in ‘een geleidelijke verhoging van de normen voor het bindend studieadvies op een aantal instellingen’.

Hoewel het woord bsa deze middag slechts één keer in een individuele casus valt, is het bindend studieadvies de stille gast aan tafel.

Hoewel het woord bsa deze middag slechts één keer in een individuele casus valt, is het bindend studieadvies de stille gast aan tafel. De minister laat meerdere keren blijken dat het wat haar betreft maatschappelijk gezien geen probleem is als sommige studenten wat langer over hun studie doen.

Dat er op de HR een intern advies ligt om binnen drie jaar – als sluitstuk van een vernieuwde onderwijsaanpak – bij alle opleidingen een 60 punten-bsa in te voeren, komt niet aan de orde. In plaats daarvan neemt Van Engelshoven de verhalen van de studenten mee over het belang van begeleiding (de docent als ‘derde ouder’), gezien worden op school en voorbereiding voor de poort.

Iets meer lucht voor studenten

De minister krijgt nog wel het genoemde advies Grip op studiesucces overhandigd, door lector Ellen Klatter, een van de opstellers van het advies. Van Engelshoven vertelt dat ze blij is dat het woord studiesucces in de titel wordt genoemd. ‘Ik wil af van het rendementsdenken. Ik wil dat iedere student niet alleen kan instromen in het hoger onderwijs, maar ook een eerlijke kans heeft om de eindstreep te halen.’

Van Engelshoven onderzoekt momenteel of ‘iets meer lucht, tijd en ruimte voor studenten daarbij kunnen helpen’, vertelt zij na afloop in antwoord op vragen van Profielen.
Betekent dit dat de minister het bsa nog steeds wil verlagen? ‘Als ik de uitkomsten van het onderzoek naar de werking van het bindend studieadvies binnen heb, wil ik daarover in gesprek met het onderwijsveld’, antwoordt Van Engelshoven diplomatiek. ‘Ik ben wel blij dat de discussie over rendement verschuift naar een gesprek over studiesucces. Dat is waar ik naartoe wil.’

Daarna is het selfie time. Met een bewonderenswaardige kalmte poseert de minister minutenlang met studenten en medewerkers van de hogeschool, totdat ze zachtjes door haar voorlichter wordt weggeleid.

Tekst: Esmé van der Molen
Fotografie: Erno Wientjens

Volg ons op Instagram