Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
25 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Online artists

Gepubliceerd: 15 November 2010 • Leestijd: 6 minuten en 5 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Internet en social media hebben de wereld veranderd. Profielen onderzocht de impact van nieuwe media op het kunstonderwijs. ‘Op een academie gaat het erom dat studenten evolueren van ‘user’ naar ‘producer’.’

Vroeger, toen kunstenaars nog eenzaam en alleen op een zolderkamertje zaten te werken, waren ze afhankelijk van galeries, musea, recensenten en fondsen om een publiek te vinden voor hun werk. Nu kunnen ze dat ook via Facebook, Twitter, websites en blogs doen. In hoeverre hebben internet en social media daarmee het leven van kunstenaars veranderd? Met die vraag ging Profielen de Willem de Kooning Academie (WdKA) in.

Dat nieuwe media een groot thema binnen de academie en het daaraan verbonden Piet Zwart Instituut voor masteronderwijs (PZI) vormen, blijkt wel uit de mate waarin de afgelopen jaren is geïnvesteerd in nieuwe media. Zo is er een academiebreed bachelor onderwijsaanbod rond nieuwe media opgezet, CrossLab genaamd, en heeft het PZI een goed aangeschreven masteropleiding mediadesign. Bovendien zijn alle schakels van de WdKA – van CrossLab tot galerie Blaak10 – met een publieke site te vinden op internet. Intern worden verschillende leer- en onderwijsprocessen ondersteund door het WdKA-studienet. Ook heeft de Willem de Kooning Academie, in tegenstelling tot de meeste andere HR-opleidingen, een eigen IT-afdeling.

‘In het hele kunstonderwijs zie je de rol van nieuwe media toenemen’, vertelt manager IT van de WdKA Najang Klootwijk. ‘Elke academiestudent, of hij nu autonoom of advertising studeert, krijgt bij ons de tools aangeleerd om zich op internet te profileren. Een onderdeel van de studie is ook het bouwen van een eigen portfolio-website. De ene student legt hier meer nadruk op dan de andere. Studenten die verder willen gaan, weten dat ze via het Medialab en CrossLab deskundige medewerkers en docenten kunnen raadplegen.’

Café De Kooning
Bruno Setola is een van de docenten die betrokken is bij CrossLab. ‘Op een kunstacademie gaat het er niet zo zeer om dat studenten kunnen programmeren. Het is geen IT-opleiding. Ons doel is dat studenten van ‘user’ naar ‘producer’ evolueren. Als privé-gebruiker mogen ze er ver van af blijven, maar binnen een project wil ik dat ze die tools naar hun hand gaan zetten en er creatief mee omgaan.’

Op dit moment zijn vooral social media ‘hot’, stelt Setola vast. ‘Ik heb net gewerkt met een groep advertising-studenten. Zij zijn heel actief met social media, ook in hun privéleven. Bij CrossLab willen we dat ze de mogelijkheden van die tools dieper onderzoeken. Soms lukt dat heel goed, bijvoorbeeld bij de studenten Niels Dortland en Louk Derks. Bij een opdracht om een zelfverzonnen dienst of product, genaamd Barry, te lanceren, hebben zij heel vernuftig social media ingezet.’

Niels en Louk zijn zelfverklaarde ‘believers’ wat betreft social media. Met de smartphones binnen handbereik en de iPad op schoot lichten zij hun projectplan toe. ‘Het project had drie fases: Barry wordt gelanceerd, Barry is niet meer alleen en Barry in de uitverkoop. Bij elke fase kregen we richtlijnen waaraan we moesten voldoen. Uiteindelijk hebben we alles kunnen oplossen met verschillende social media.’

De ‘Barry’ van Louk en Niels werd Café De Kooning – een plek om te delen. ‘We missen zelf een plek waar we elkaar na school kunnen ontmoeten en inspiratie kunnen delen. Er worden hier zoveel interessante en mooie dingen gemaakt die je nooit ziet. Omdat een eigen ontmoetingsplek niet haalbaar is, bedachten we Café De Kooning. Dat is geen vaste plek, maar je kunt wel bestaande café’s tot Café De Kooning transformeren door daar als WdKA-studenten samen te gaan zitten. Bij fase 1 van het project hoorde een tasje. Wij vulden dat met een bierglas, een bierviltje en notitieblokje; alles wat je nodig hebt om een kroeg tot Café De Kooning te maken. Via Twitter zouden we communiceren waar de locatie is.’

Behalve Twitter werkten de studenten ook met Facebook, Foursquare (sociaal netwerk om locaties te ‘delen’, waarmee je voordeeltjes kunt verdienen), Layar (‘augmented reality’-applicatie die het web via een smartphone met een omgeving verbindt) en Spotify (sociaal netwerk waarop je digitale playlists kunt delen). Met Layar is het mogelijk om elkaars werk te bekijken en via Spotify kunnen studenten hun eigen muziek draaien in Café De Kooning.

Doordat ze zelf 24/7 online zijn, zijn Niels en Louk soms eerder dan hun docenten op de hoogte van nieuwe apps. ‘Maar van onze docenten leren wij dan weer dat het medium niet de message is. Je moet uitgaan van je boodschap, niet van “wat er allemaal mogelijk is”. In dit project sloegen we op een gegeven moment een beetje door. Toch is het een leuk voorbeeld van wat je als artdirector kunt doen met social media.’

181 miljoen dollar Etsy-omzet
Diezelfde social media zijn niet alleen handig voor reclamemakers, ook beeldend kunstenaars kunnen toepassingen gebruiken om hun kunst bij een publiek te brengen. Setola: ‘Je kunt bijvoorbeeld meeliften op relevante netwerken van anderen. Stel dat je werk maakt dat niet zou misstaan in een bepaalde galerie. Dan kun je mensen die op Facebook fan zijn van die galerie een persoonlijk berichtje sturen of een gerichte advertentie maken die alleen zij kunnen zien. Het is op het randje, maar het mág wel. Vroeger hadden kunstenaars dit soort mogelijkheden niet. Nu kunnen de kleintjes letterlijk dezelfde mensen bereiken als de groten.’

Behalve toegangspoort tot verschillende doelgroepen is internet ook een grote marktplaats waar mensen van alles kopen, inclusief kunst en design. Illustrators en ontwerpers kunnen hun werk aanbieden op sites als Etsy, beeldend kunstenaars doen dat vaker op Deviantart. In 2009 verdubbelde de omzet van Etsy tot 181 miljoen dollar. Deviantart heeft 40 miljoen bezoekers per jaar. Degelijke cijfers over de vraag of dit de economische positie van kunstenaars ook heeft verbeterd, vond Profielen niet, maar dat kunstenaars van het internet profiteren staat vast.

Open source-filosofie
Ook Florian Cramer dankt zijn huidige carrière als lector communication in a digital age bij het Piet Zwart Instituut aan het internet. ‘Ik ben al in de jaren negentig begonnen met het online zetten van mijn publicaties. Daardoor kreeg ik interessante uitnodigingen waarmee ik mijn kennis en netwerk kon uitbreiden. Het heeft me uiteindelijk dit lectoraat gebracht.’

Volgens Cramer lopen het PZI en de WdKA sterk voorop in het verbinden van kunst en nieuwe media. ‘Ook landelijk gezien.’
Sommige projecten en studenten van het Piet Zwart Instituut zijn echte smaakmakers in de online wereld. ‘De Web 2.0 Suicide Machine waarmee je ‘zelfmoord’ kunt plegen op sociale netwerksites is een project van oud- PZI-studenten. De blog http://nieuwetekst.blogspot.com/ over hedendaagse kunst en filosofie is begonnen als een researchblog van een student, maar wordt nu vaak gebruikt als bron. Blogs zijn heel belangrijk geworden. Veel hedendaagse kunstenaars hebben er één. Dat geldt ook voor onze docenten en studenten. Er leeft een sterke open source-filosofie op het PZI. Blogs, maar ook wiki’s zijn goede manieren om werk en research te delen.’

Deze zomer studeerde Bitsy Knox af aan de master fine art van het PZI. Ook zij houdt een blog bij: http://bitsyknox.blogspot.com/ (zie de foto bij dit artikel). ‘Ik ben ermee begonnen omdat het een goede manier leek om werk dat in process is en afgerond werk samen te tonen, zonder hiërarchie. Mijn blog is heel simpel van opzet: een stroom van beeld en informatie waar je doorheen kunt scrollen. Eerlijk gezegd weet ik niet wie mijn blog leest, maar dat vind ik wel zo prettig. Internet is een anonieme wereld waar je van de ene naar de andere plek kunt ‘zweven’ alsof je onzichtbaar bent. Dat is prima voor mij. Ik ben niet zo bezig met mijn publiek, of het vinden daarvan.’

Knox is bescheiden over de opbrengsten van haar online identiteit. Bloggen, twitteren, sociaal netwerken; het zijn manieren om te communiceren met de buitenwereld als kunstenaar. Maar het zijn niet de enige manieren. ‘Tot de belangrijkste netwerken op internet behoren nog altijd de oldschool mailinglijsten e-flux, voor beeldende kunst, en nettime, voor nieuwe media’, tekent lector Florian Cramer bijvoorbeeld aan. ‘Die hebben niks te maken met social media. Je abonneert je en ontvangt mailings. Zo blijf je op de hoogte.’

Toch staat voor alle geïnterviewden vast dat de verbintenis tussen kunst en nieuwe media een duurzame is, met ruimte voor groei. Docent Bruno Setola schetst de verschillende niveaus in social media. Na share en coordinate komt – als hoogste niveau – collaborate: samenwerken, samen producer worden, samen kunst maken. En daar valt nog een (online) wereld te winnen voor de aanstormende generatie kunstenaars.

Esmé van der Molen

Vier TIPS voor de online artist
• Blog in het Engels, de kunst is een internationale wereld
• Maak ook een Facebook-account aan om je netwerk te informeren over publicaties, exposities, etc.
• Update je blog en Facebook! De meeste van de 133 miljoen blogs zijn ‘dood’ (Technorati, 2008). Van de 500 miljoen mensen op Facebook, heeft maar de helft een dagelijkse update. Waak voor de antireclame die uitgaat van slapende blogs en accounts.
• Ben je ‘tegen’ internet en social media? Dat kan. Maar maak een keuze: of je gaat online en doet het goed (zie hier boven). Of je blijft offline.

Bron: lector Florian Cramer, docent Bruno Setola

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top