Minstens dertig mensen moeten per januari 2014 een nieuwe baan gaan zoeken, binnen of buiten de Hogeschool Rotterdam. Het gaat om werknemers die het private onderwijs ondersteunen, voornamelijk bij het bedrijfsbureau voor privaat onderwijs, het Transfergroep Service Centre (TSC). De hogeschool heeft een sociaal plan opgesteld waar de vakbond en medezeggenschapsraad zich nu over buigen.

Ondersteunende dienst opgeheven
Het Transfergroep Service Centre (TSC) wordt in zijn geheel opgeheven en ook enkele ondersteunende functies die elders binnen de hogeschool zijn ondergebracht verdwijnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om opleidingscoördinatoren en marketingmedewerkers. Op dit moment is niet duidelijk om hoeveel mensen het precies gaat, maar schattingen lopen uiteen van 32 tot veertig mensen. Het zou gaan om rond de twintig tot 25 voltijds arbeidsplaatsen.

Jan Roelof, lid van het college van bestuur, sprak zich afgelopen maandag in een communiqué aan de medewerkers van de hogeschool niet uit over aantallen mensen. Wel liet hij weten dat de gesprekken met eventuele overnamepartners voor het private onderwijs ‘niet het gewenste resultaat’ hebben opgeleverd. De hogeschool sprak onder andere met Inholland en Avans+, de private tak van de gelijknamige hogeschool uit Brabant.

Vorige week lichtte Jan Roelof het personeel in dat door deze reorganisatie getroffen wordt.

Cursussen en masters
Het TSC is het centrale aanspreekpunt voor al het private onderwijs binnen de HR. Bij het TSC werken financieel en administratief personeel, een ict’er, personeelswerkers, onderwijsondersteunend personeel en een facilitair medewerker. Bij elkaar zijn dat nu nog zeventien mensen, verdeeld over bijna tien fte.

Ook personeel dat niet bij het TSC werkt maar wel algemene taken voor het private onderwijs verricht (marketing, communicatie, opleidingscoördinatie en managementondersteuning) moet op zoek naar werk. Ook hier is waarschijnlijk zo’n tien fte mee gemoeid. Of dit alle banen zijn die op de tocht staan en of ook docenten moeten gaan solliciteren, is nog niet duidelijk. Portefeuillehouder Jan Roelof was nog niet beschikbaar voor commentaar.

Het private onderwijs bestaat veelal uit cursussen en redelijk specifieke masteropleidingen, zoals de masters kinder- of sportfysiotherapie, begeleidingskunde en business administration (de MBA). Dergelijke masters kunnen gerust tienduizenden euro’s kosten. Ze worden niet door de overheid bekostigd.

De HR zet ook het mes in het opleidingsaanbod, al is nog niet duidelijk hoeveel van de ongeveer honderdvijftig opleidingen en cursussen blijven bestaan. De masteropleidingen zullen waarschijnlijk voortgezet worden. Andere cursussen moeten voortaan kostendekkend zijn, zeggen ingewijden die bij de bijeenkomst met Jan Roelof waren.

Omdat het private onderwijs ook na het opheffen van het TSC in ieder geval deels zal blijven doorgaan, zullen de bedrijfsbureaus van de onderwijsinstituten de ondersteunende taken gaan overnemen. Voor een deel zullen zij ook het personeel van het TSC kunnen gebruiken, maar niet duidelijk is hoeveel personeel op deze manier op een andere plek binnen de hogeschool aan de slag kan.

Medewerkers die na een jaar geen andere baan hebben, binnen of buiten de HR, kunnen ontslagen worden.

Transfergroep opgeheven
In 2010 werd de stichting Transfergroep opgeheven die namens de Hogeschool Rotterdam al het private onderwijs verzorgde. De opleidingen van de Transfergroep (die in naam nog steeds bestaat, met eigen website) werden verspreid over de onderwijsinstituten van de HR. Ook de ondersteuners van de Transfergroep werden verspreid over diensten en instituten, maar zij werden vervolgens weer fysiek bij elkaar samengebracht in één team. Op die manier kon de meer commerciële, vraaggerichte mentaliteit blijven voortbestaan binnen de HR, waar de rest van de hogeschool veelal als een meer aanbodgerichte organisatie werkt.

‘Mijn hoop is dat mensen van het TSC straks bij bedrijfsbureaus hetzelfde werk kunnen voortzetten, zodat we voor het resterende private onderwijs hetzelfde serviceniveau in stand kunnen houden’, zegt Jeanet Niessler, manager van het TSC. ‘Bedrijfsbureaus werken heel anders, voor een andere doelgroep en vaak ook meer taakgericht. Bij ons krijgt een student één contactpersoon die gedurende de opleiding alles voor je regelt.’

Volgens Niessler zijn de meeste medewerkers van het TSC al op zoek naar een nieuwe baan. Een enkeling heeft per januari ook al een plek bij een bedrijfsbureau van de HR gevonden. ‘Dit hangt al een jaar boven ons hoofd, dus het komt niet als een complete verrassing. Ik ben blij dat er na een jaar onzekerheid nu duidelijkheid is, al had niemand verwacht dat er zo rigoureus ingegrepen zou worden.’

Omdat de overhead binnen de hele HR omlaag moet, vraagt Niessler zich ook af hoe makkelijk het wordt voor TSC-ers om bij bedrijfsbureaus aan de slag te gaan. ‘Tijdens de bijeenkomst vorige week hamerde het bestuur erop dat de insteek is dat iedereen herplaatst wordt. Maar ja, inmiddels ligt er wel een sociaal plan.’

Focus
Begin dit jaar maakte de bestuursvoorzitter Ron Bormans bekend dat de HR zich gaat richten op het publiek gefinancierde bacheloronderwijs. In een interview met Profielen kondigde hij aan dat hij met het commerciële onderwijs wilde ophouden. Hij sloot ook toen al niet uit dat er banen zouden verdwijnen.

Olmo Linthorst