Verbazing over succes mbo’ers in hbo
Gepubliceerd: 17 April 2013 • Leestijd: 2 minuten en 33 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Leden van de Tweede Kamer zijn verbaasd dat mbo’ers best goed presteren in het hbo. Sommigen twijfelen nu aan de noodzaak om de keuzevrijheid van mbo’ers te beperken.
Het lijkt zo vanzelfsprekend om mbo’ers hetzelfde te behandelen als havisten. Waarom zou een mbo’er van een zorgstudie zomaar mogen doorstuderen aan een hbo-techniekopleiding, terwijl havisten daar een exact examenprofiel voor nodig hebben?
Volgende week praat de Tweede Kamer over een wet die de keuzevrijheid van mbo’ers inperkt. Alleen als ze voor een ‘verwante’ opleiding kiezen, mogen ze ongehinderd doorstromen. Anders moeten ze eerst een selectieprocedure doorstaan. Zo willen hogescholen de hoge uitval van mbo’ers tegengaan.
Maar gisteren berichtte het Hoger Onderwijs Persbureau dat het uitgangspunt niet klopt. Mbo’ers die van studierichting veranderen, doen het soms zelfs beter dan mbo’ers die voor een verwante opleiding kiezen. Mbo’ers stoppen vaker dan andere studenten in het eerste studiejaar, maar halen uiteindelijk bijna even vaak hun diploma als havisten.
Nieuwe cijfers stemmen tot nadenken…
“Ik zie geen enkele reden om de keuzevrijheid van mbo’ers in te perken”, reageert Paul van Meenen van D66. “Het lijkt me een vreemde keuze als een mbo’er van zorg & welzijn doorstudeert bij hbo-techniek, maar het leidt kennelijk niet tot grote problemen. Hogescholen moeten aankomende studenten vooral goed voorlichten.”
“Het is symboolpolitiek”, oordeelt SP-kamerlid Jasper van Dijk. “Wat ik onthullend vind is dat er geen goed onderzoek naar is gedaan. We hoeven helemaal geen drempels op te werpen voor mbo’ers die in het hbo naar een andere sector overstappen. Er is alle reden om dit punt aan de orde te stellen en desgewenst uit de wet te halen.
…maar niet voor de VVD
Inderdaad waren de cijfers nieuw voor de MBO Raad en ook de HBO-raad leek er niet van op de hoogte. Het ministerie baseert zich op ‘onderzoek’ van de Onderwijsraad, maar ook die heeft de cijfers er niet op nageslagen en noteerde alleen dat hogescholen mbo’ers van niet-verwante opleidingen willen kunnen weren.
Pieter Duisenberg van regeringspartij VVD vindt dit laatste moeilijk te geloven. Ze zullen andere informatie hebben, vermoedt hij. Er is volgens hem weinig reden om het wetsvoorstel te veranderen. “De uitval onder mbo’ers is nu te hoog. Deze aanpak vind ik erg redelijk. Voor havisten en vwo’ers gelden nadere vooropleidingseisen en die gaan nu ook gelden voor mbo’ers.” Bovendien kunnen hogescholen de mbo’ers nog altijd toelaten, ook als ze van niet-verwante opleidingen komen. “Alleen het toelatingsrecht vervalt dan. Dat is het enige.”
De PvdA vindt de nieuwe informatie interessant en wil er meer over weten. “Een politiek oordeel heb ik nog niet”, zegt sociaal-democraat Mohammed Mohandis. “Zelf heb ik wel gezien dat een overstap voor sommige mbo’ers moeilijk is. Maar deze cijfers maken het interessant.”
Iets anders verzinnen?
Zo kijkt ook oppositiepartij CDA er tegenaan. “We willen graag hogere eisen voor studenten die instromen in het hoger onderwijs, want de uitval van mbo’ers is wel zorgelijk. Maar de vraag is: op welke manier gaan we hogere eisen stellen? Het lijkt logisch om naar verwante en niet-verwante opleidingen te kijken, maar als dat weinig zin heeft, moeten we iets anders verzinnen. Denk bijvoorbeeld aan summer schools, waarin mbo’ers zich kunnen bijspijkeren voordat ze aan een hbo-opleiding beginnen. Overigens kan elke generieke maatregel onrecht doen aan individuele talenten. We moeten voldoende aandacht houden voor de mensen die het wel kunnen.”
‘Zorgelijk’
PVV-kamerlid Harm Beertema kijkt er totaal anders tegenaan. “Het is juist heel zorgelijk als het niet uitmaakt of mbo’ers aan een verwante of niet-verwante hbo-opleiding beginnen. Dat is een teken van de erosie van het hoger beroepsonderwijs. Het hbo heeft zich naar beneden aangepast aan het niveau van de instroom. Dat kon gebeuren omdat er geen enkele objectiveerbare eindnorm is voor hbo-opleidingen. Daarom pleiten wij voor kernvakken met landelijke examens in het hbo.”
HOP, Bas Belleman
Dat komt gewoon omdat HBO het nieuwe MBO. En WO het nieuwe HBO…
“SommigE [leden van de Tweede Kamer] twijfelen nu …” Zonder -n dus. :]
Bij zelfstandig gebruik van sommigen is het toch met N? Wat betreft de regels zijn er overigens interpretatieverschillen 😉 (redactie/Jos van Nierop)
In dit geval wordt ‘sommige’ bijvoeglijk gebruikt en is het zonder n; achter ‘sommige’ kun je ‘leden van de Tweede Kamer’ (uit de vorige zin) invullen. Zo heb ik het tenminste geleerd. : ]
Misschien zijn de doorstroomcijfers MBO naar HBO als je ze op een hoop gooit zo slecht nog niet, bij sommige HBO opleidingen is het dramatisch. Wanneer je in je vooropleiding geen natuurkunde, scheikunde, biologie en/of wiskunde gehad hebt kun je niet verwachten dat je een technische opleiding aan kan op HBO niveau. Doorstromen naar een alpha of gamma opleiding kan misschien soms wel, ook als je een meer technische vooropleiding hebt gedaan, (behalve bij echte taalopleidingen neem ik aan). Het is dus niet verkeert om toegangseisen te stellen, mits op juiste gronden genomen. Als juiste voorlichting aan aankomende studenten niet helpt moet je toch wat doen om de werkdruk niet te laten oplopen door wannabe studenten die een zeer geringe kans van slagen hebben. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van de rest van de opleiding.
Hoe meer studenten op het HBO, hoe blijer men wordt. Wat een kul. Het heeft met het niveau van de HBO-opleidingen te maken. Dat gaat naar beneden om iedereen maar in staat te kunnen stellen om te kunnen “studeren.” Doet mij denken aan de nieuwe kleren van de keizer….