Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
3 december 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Compenseren en het bsa omhoog, bij COM

Gepubliceerd: 22 April 2015 • Leestijd: 7 minuten en 32 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Moeten studenten een onvoldoende kunnen compenseren? En kan een instituut zich uitzonderen van de hogeschoolregels? Instituut COM overweegt beide en dat zorgt voor veel discussie.

appels-met-peren-compenseren-demian

Vanaf september kunnen eerstejaarsstudenten bij COM (het Instituut voor Commercieel Management) waarschijnlijk hun onvoldoendes compenseren. Dat klinkt als een cadeautje, maar het is nog maar de vraag of studenten het makkelijker zullen krijgen. Ze moeten namelijk ook alle vakken in één jaar halen en ze krijgen veel minder herkansingsmogelijkheden. Als studenten niet in één jaar hun propedeuse halen, krijgen ze een negatief studieadvies (bsa) en moeten ze de opleiding verlaten.

Over de plannen is veel gediscussieerd. Onder andere over de precieze invulling van de compensatieregels. Mogen studenten straks ook een één compenseren, of meerdere zware onvoldoendes? Of moeten ze een ‘minimum onvoldoende’ halen voor ieder tentamen, bijvoorbeeld een vier of vijf, die vervolgens gecompenseerd kan worden? Dinsdag nam COM het besluit: er komt een minimum en een maximum.

Maar tegelijkertijd vraagt de medezeggenschapsraad van de hogeschool zich af of COM wel mag afwijken van de hogeschoolregels. In principe geldt namelijk voor alle opleidingen van de Hogeschool Rotterdam dat ieder tentamen herkanst mag worden. En de grens voor een negatief bsa staat hogeschoolbreed op 48 punten.

De discussie binnen COM wordt op de voet gevolgd door andere instituten en opleidingen van de Hogeschool Rotterdam. Verpleegkunde zet kleine stapjes in dezelfde richting en ‘gaat COM komend jaar goed in de gaten houden’, zegt onderwijsmanager Els de Bock. En ook opleidingen van het Instituut voor Engineering en Applied Science volgen de veranderingen nauwgezet.

Nominaal is normaal
COM wil een bsa van zestig punten, het wil compenseren toestaan en minder herkansingen aanbieden. Dat is geïnspireerd op wat de Erasmus Universiteit in 2012 invoerde als Nominaal is Normaal – een programma waarover bij de invoering veel discussie ontstond, maar waarmee de EUR nu erg blij is.

Net als bij COM moest dit programma bij de EUR zorgen voor meer studiesucces. Bijvoorbeeld door de studieachterstand in het eerste jaar te beperken. Studenten die nog eerstejaarsvakken moeten herkansen in het tweede jaar laten daarvoor vaak weer tweedejaarsvakken schieten, waardoor de vertraging steeds verder oploopt. Maar het terugbrengen van het aantal herkansingen moet ook het belang van het eerste tentamen vergroten. Met minder herkansingsmogelijkheden moet het immers gelijk de eerste keer raak zijn.

Net als op de EUR gaan de plannen van COM ook gepaard met een nieuwe manier van onderwijs geven. ‘Activerend onderwijs’, moeten de komende eerstejaars gaan krijgen. Dat betekent dat ze veel actiever bij de les en de lesstof betrokken zullen worden. Het onderwijs wordt opgedeeld in korte thematische blokken van vier weken (plus een week toetsen) en het wordt gekoppeld aan overkoepelende projecten van tien weken. Ook zullen studenten meer op school aanwezig moeten zijn en moeten ze meer opdrachten maken die meetellen voor hun cijfer.

De opleiding commerciële economie (CE) wordt bovendien opgedeeld in clusters, zogenaamde CoMmunities. Zoals al meer dan tien jaar de specialisatie sportmarketing & management van CE bestaat, zo moeten er straks nog drie komen (global marketing & sales, creative marketing & sales en marketing of social business). De nu al zelfstandige opleiding small business en retail management vormt straks het vijfde cluster. Studenten krijgen op school een eigen lokaal waar docenten gedurende de dag langskomen om het project waaraan ze werken met kennis te verrijken.

Binnen COM ging de discussie tot gisteren echter vooral over de voorgestelde compensatieregeling. In de oorspronkelijke plannen van COM mochten studenten onbeperkt compenseren binnen drie leerlijnen. Als studenten voor iedere leerlijn gemiddeld een zes halen aan het eind van het jaar, zouden ze in theorie zelfs meerdere enen kunnen compenseren.

Geen vakken meer
Dat klinkt leuk, want dan kun je de vakken waar je slecht in bent gewoon links laten liggen. Maar het ligt iets ingewikkelder. COM gooit namelijk ook het hele begrip ‘vak’ overhoop. Studenten volgen niet eerst het vak marketing, dan een vak bedrijfseconomie en los daarvan weer een vak communicatie. Ze volgen het allemaal tegelijkertijd in één ‘studie-onderdeel’, zoals de directeur van COM, Fred Feuerstake, deze mix van vakken bij voorkeur noemt.

Studie-onderdelen zijn korte lesperiodes (van vijf weken) waarin verschillende vakken worden gegeven die belangrijk zijn voor een project dat op hetzelfde moment loopt. Tijdens één project (van tien weken) volgt een student dus ook twee keer twee studie-onderdelen. In één studie-onderdeel kunnen elementen van verschillende vakken terugkomen. ‘Het is een mix van de vakken die echt de kern van de opleiding uitmaken’, zegt directeur Feuerstake. ‘Denk daarbij aan marketing, sales, communicatie en bedrijfseconomie of finance.’

Dit is vrij nieuw, dus misschien is een voorbeeld op zijn plaats. Vanaf volgend jaar zal er onder andere een studie-onderdeel ‘bussinessmodeling’ zijn. ‘Binnen dit studie-onderdeel gaan de studenten aan de slag met marketingonderwerpen (klantgedrag), managementonderwerpen (organiseren) en financiële onderwerpen (kosten en baten)’, legt directeur Feuerstake uit.

Wat heeft dit alles met compensatie te maken? Dat is simpelweg het volgende: studenten compenseren niet één klassiek vak met het andere, maar een mix van vakken met een andere mix. Dat betekent dat er niet één moeilijk vak is dat studenten structureel links kunnen laten liggen; dat ene vak zal steeds opnieuw in verschillende onderdelen terugkomen.

Onbeperkte compensatie van de baan
Studenten moeten voor drie leerlijnen gemiddeld een zes staan. De eerste leerlijn is een praktijklijn die bestaat uit drie projecten. Tegenover een onvoldoende voor één project staan dus slechts twee projecten om toch nog aan het eind van het jaar een zes te halen.

De compensatiediscussie gaat vooral over de kennislijn, waarin de twaalf studie-onderdelen van het eerste jaar zitten. Twaalf cijfers betekent twaalf kansen om op een zes gemiddeld te komen. En dat levert in ieder geval rekenkundig bijzondere situaties op. Zo zou een student theoretisch met vijf enen zijn propedeuse kunnen halen (als er maar zes tienen en een zeven tegenover staan). Of met meer onvoldoendes dan voldoendes (negen vijven en drie negens).

Dat is allemaal theorie, benadrukte Feuerstake vorige week tegenover Profielen. Bovendien had COM een goede reden om studenten geen minimale vereisten op te leggen. Een student die zes tienen moet halen, excelleert toch op zijn minst op die zes onderdelen? Docenten van COM hebben de compensatiediscussie steeds vooral gezien als een kans om studenten te motiveren tot bovengemiddelde prestaties.

‘Werkgevers zitten niet te wachten op studenten die overal een 5,5 voor halen’, vat docent Maarten Uwland samen. Uwland zit samen met andere docenten in een ontwikkelgroep die de plannen van COM vormgeeft. ‘We willen studenten laten zien dat het loont om een hoog cijfer te halen. De ondergrens geeft dus ook iets van je opvatting over onderwijs weer.’

Maar het moet ook weer niet te gek worden, zegt Uwland. ‘Het gaat erom dat studenten niet meteen in de problemen komen als ze een keer een onvoldoende halen. Die enkele toevallige onvoldoende moeten ze kunnen compenseren. Maar het is niet de bedoeling dat studenten zes of zeven vieren kunnen compenseren.’ (Dat zou kunnen, met vier negens en een acht.)

Nog geen zekerheid
In eerste instantie wilde COM vol inzetten op dit argument van talentontwikkeling, legt Fred Feuerstake gistermiddag uit. ‘Maar we hebben ons ook afgevraagd of dat wel raadzaam is. Als we toestaan dat studenten zware onvoldoendes kunnen compenseren, kunnen we niet uitsluiten dat er hiaten ontstaan in de kennis van studenten en dat die misschien in het tweede jaar voor problemen gaan zorgen. We hebben daarom gekozen voor iets meer voorzichtigheid.’

Gisterochtend sprak de directeur met de imr van COM af dat de komende eerstejaars minimaal een vier moeten halen voor ieder studie-onderdeel. Bovendien mogen studenten niet meer dan drie onvoldoendes compenseren. Daarmee zijn de plannen behoorlijk aangescherpt. Wat blijft staan, is dat studenten aan het eind van het jaar twee herkansingen hebben voor de kennisleerlijn.

(Projecten, uit de projectleerlijn, kunnen niet herkanst worden. Hoe het met de vakken in de derde leerlijn zit is nog onderwerp van gesprek. De derde leerlijn is een verzameling van drie ondersteunende vakken (Nederlands, Engels en economie-wiskunde), studieloopbaancoaching en een stage.)

Kim Niersman, voorzitter van de imr, had er zelf ‘geen moeite mee gehad’ als de uiteindelijke compensatieregeling voor studenten ruimer was geweest. Ook zij hoopt dat de mogelijkheid tot compenseren studenten aanzet tot bovengemiddelde prestaties. ‘Het uitgangspunt is: iedere gek zijn gebrek. Iemand die constant een onvoldoende haalt voor Engels kan nog steeds een geweldige sportmarketeer zijn. Nu steken studenten heel veel tijd in het vak waarin ze niet goed zijn. Je kunt je tijd ook besteden aan het ontwikkelen van je sterke punten en daar je zwakke punten mee compenseren.’

Niersman is echter tevreden met de plannen zoals die er nu liggen, inclusief het minimumcijfer van een vier en de maximaal drie te compenseren onvoldoendes. ‘Puur vanuit COM gezien zijn dit goede plannen.’ Nu is het alleen nog de vraag, zegt ze, of ze ook doorgevoerd kunnen worden. ‘Hopelijk wordt niet alles weer teruggedraaid omdat de plannen niet stroken met de hogeschoolregels.’

Tegen de regels
Inderdaad is dat nog de vraag. De centrale medezeggenschapsraad (cmr) van de hogeschool staat op het standpunt dat eerst de hogeschoolregels aangepast moeten worden, wil COM haar plannen kunnen invoeren.

‘Wij gaan niet over het instituutsdeel van de hogeschoolgids’, zegt Fons van Maldeghem, voorzitter van de cmr, ‘maar als het instituutsdeel in conflict is met hogeschoolregels, ontstaat er een vervelende situatie. Een student die 48 punten haalt en van COM een bsa krijgt omdat hij de zestig punten niet gehaald heeft? Die krijgt in beroep zeker gelijk, omdat de hogeschoolregels prevaleren boven de instituutsregels.’

Wat hem betreft raakt het aanpassen van het bsa, de herkansingsregels en het toestaan van compenseren aan zulke fundamentele studentenbelangen ‘dat dat niet even op lokaal niveau afgehandeld kan worden’. ‘Tot nu toe zijn deze onderwerpen altijd op cmr-niveau geregeld. En ook als we van dat gebruik willen afwijken, zal de cmr daarmee moeten instemmen.’

De cmr heeft adviesrecht als het gaat om de hoogte van het bindend studieadvies en instemmingsrecht op regels rondom herkansingen en compenseren.

De centrale medezeggenschapsraad liet vorige week aan het bestuur van de HR weten behoorlijk verrast te zijn door de plannen van COM. Een ‘diep teleurgestelde’ Selcuk Durak, studentenraadslid, had de cmr graag betrokken gezien bij plannen die zo diep op het onderwijs ingrijpen. ‘Het bsa en het herkansen van onvoldoendes zijn onderwerpen waar we als cmr over geïnformeerd hadden moeten worden.’

Tot nu toe is er overigens nog geen officieel verzoek richting de cmr gegaan over het aanpassen van de hogeschoolregels. Een jurist van de hogeschool legt uit dat het de bedoeling is dat in de hogeschoolgids een uitzonderingsclausule komt bij de regels over het bsa, compenseren en herkansen. Daarin staat dan alleen dat enkele opleidingen van de regels afwijken, maar niet hoe ze afwijken. Dat is dan aan de instituten zelf. Waarschijnlijk bespreekt het college van bestuur de hogeschoolregels volgende week en kan daarna de cmr zich erover buigen.

Hoe dat afloopt is niet alleen voor COM van belang. Naast het Instituut voor Commercieel Management zijn ook opleidingen van de instituten voor Verpleegkunde (IvG) en van Engineering en Applied Science aangewezen als experimenteervrijplaatsen. De cmr zal, met andere woorden, moeten beslissen hoe vrij die instituten precies zijn.

Olmo Linthorst

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

9 Responses to Compenseren en het bsa omhoog, bij COM

  1. Heel mooi en goed indicatief van COM en ook een beetje jaloers dat IFM deze stap (nog) niet heeft gezet.
    Wat betreft de CMR is het jammer dat zij negatief reageren. Nieuwe initiatieven / pilots meer omarmen en monitoren zou m.i. wenselijker zijn!!

  2. So long met het argument ‘uit ambitie verhogen van de BSA’ zoals sommige instituutsdirecteuren en studenten beweerden in voorgaande artikelen van profielen.
    Uit het stuk: “Net als bij COM moest dit programma bij de EUR zorgen voor meer studiesucces”

    Mijn teleurstellingen neemt met de dag verder toe. Hoe de hogeschool van dag tot dag zich steeds meer schuldig maakt aan ‘rendementsdenken’ is in mijn ogen verontrustend…

  3. Beste Selcuk,

    Ik nodig je bij deze uit om eens op de Kralingse Zoom langs te komen zodat ik je ons totale concept kan presenteren i.p.v. de flarden die je vanuit de berichtgeving op profielen hebt meegekregen. Ik denk dat je dan pas echt goed instaat bent om een mening te vormen over ons didactisch concept en onderwijsaanbod.

    Met vriendelijke groet,

    Maarten Uwland

  4. Selcuk, Wat is er mis met rendementsdenken? Wil jij dan niet dat zoveel mogelijk mensen die aan een opleiding beginnen het ook daadwerkelijk afmaken?

    Er zijn meer soorten rendement dan alleen financieel. Persoonlijk zou ik graag willen zien hoeveel mensen die niet hun propedeuse in een jaar hebben gehaald hun opleiding in 4 of 5 jaar afmaken.

    Je kunt na het behalen van je propedeuse er zo lang over doen als je wilt. Ik denk dat statistisch gezien mensen die hun propedeuse in een jaar hebben gehaald gemiddeld korter bezig zijn met afstuderen dan mensen die hun propedeuse niet in een jaar hebben behaald.

    Als je studenten toestaat een achterstand te hebben na het eerste jaar dan behouden ze gebruikelijk deze achterstand. Stel dat je een opleiding doet en je haalt elke keer één van de kernvakken niet, dan lijkt het me ook beter voor de student om iets anders te gaan doen wat hem of haar beter zou liggen.

    Als je toestaat dat mensen met een achterstand verder gaan dan kan het zo zijn dat de kwaliteit van de studenten die je levert ook afneemt. Als de kwaliteit van de studenten afneemt dan kan het ook moeilijk worden voor studenten om straks werk te vinden want, bedrijven vinden dat je dan niet aan hun vereiste kwaliteit voldoet. Zo worden meer mensen gedwongen naar de universiteit te gaan waar ze misschien al helemaal niet de capaciteiten voor hebben.

    Persoonlijk ben ik van mening dat teveel mensen die niet over het juiste niveau beschikken om het HBO af te maken toch op het HBO zitten. Dit is een goede stap om te zorgen dat de kwaliteit van de afgeleverde studenten wordt gewaarborgd.

    Het idee dat elke opleiding voor iedereen te doen moet zijn is onzinnig.

    Ik hou hier natuurlijk geen rekening met studenten waar een uitzonderlijke persoonlijke situaties bij afspelen die invloed heeft op hun studie. Daar zijn andere mogelijkheden voor.
    Ook hou ik de rol van de CMR hier buiten beschikking.

  5. @Taco,

    Het antwoord op je eerste vraag “Wat is er mis met rendementsdenken?”
    Zit in je tweede vraag: “Wil jij dan niet dat zoveel mogelijk mensen die aan een opleiding beginnen het ook daadwerkelijk afmaken?”

    Je benadrukt in je 2e vraag -in mijn ogen- precies wat er mis is met rendementsdenken, het gaat alleen maar over DAT studenten over zo’n ‘eindstreep’ (=diploma) komen.

    Maar HOE zorgen we als studenten, docenten & organisatie daarvoor?
    Welke maatregelen/wijzigingen in curricula & de OER gaan ervoor zorgen dat de student gemotiveerd raakt om zelf de 60 studiepunten in jaar 1 te halen zonder dat dit van ‘bovenaf’ wordt opgelegd aan hem of haar?

    Welke veranderingen gaan er plaatsvinden binnen het onderwijs? (denk aan digitalisering: MOOC’s, Blended learning etc) zodat de student de tools heeft om uit zichzelf de 60 studiepunten in jaar 1 maar ook 2, 3 en 4 te halen zonder achterstand?

    Welke veranderingen gaan er plaatsvinden t.o.v huisvesting? Meer begeleiding is prima, maar als ik met mijn begeleider eerst een half uur op zoek moet naar een rustige plek om te kunnen overleggen in een oninspirerende omgeving zal ik met tegenzin naar school gaan..

    Ik heb nog een tal van onbeantwoorde vragen waarop ik in de plannen van COM geen antwoord op kan vinden en wat mij het meest stoort aan de plannen van COM is dat de verantwoordelijkheid om beter te presteren (= hogere rendement) grotendeels alleen bij de studenten komen te liggen. Hiertegenover bestaan de verantwoordelijkheden vanuit de hogeschool/instituut uit vage beloftes als ‘meer en intensiever begeleiding’, ‘introduceren van studie-onderdelen/afschaffen van vakken’, ‘ compenseren van onvoldoendes’ wat nog steeds niet de intrinsieke motivatie verhoogt.

    Uiteraard mag je verwachten dat studenten verantwoordelijkheid nemen en zelf ambitie tonen om achterstand de voorkomen, maar er zit een groot verschil in de manier waarop deze verwachtingen tot uiting moeten komen.

    Zeggen we tegen studenten: ‘Presteer beter of je ligt eruit’ (plannen van com) of gaan we er samen voor zorgen dat studenten meer gemotiveerd raken en zelf voor de 60 punten gaan zonder dat dit wordt opgelegd van ‘boven’??

  6. Selcuk, het grote probleem is dat er voornamelijk naar die ‘eindstreep’ wordt gekeken als je later de arbeidsmarkt betreedt. (Aannemend dat merendeel van de mensen geen eigen bedrijf start, maar in loondienst gaat werken.)

    Een onderwijsinstelling heeft als taak om te onderwijzen, NIET om te zorgen dat iedereen het haalt. De motivatie voor een student MOET intrinsiek zijn. Als studenten het niet halen omdat ze er te weinig aan gedaan hebben of ze hebben het vereiste niveau niet, dan is dat niet de schuld van de school.

    Voor 1 EC staat 28 uur, ik ben benieuwd hoeveel mensen ook daadwerkelijk die 1680 uur aan school besteden die er voor staat. Als ik kijk naar mijn studie genoten dan zal dit zeer zeldzaam zijn, als er ook maar iemand aan die 1680 uur komt. Natuurlijk kan dit per opleiding en persoon verschillen.

    Concluderend uit “Welke veranderingen gaan er plaatsvinden binnen het onderwijs? (denk aan digitalisering: MOOC’s, Blended learning etc) zodat de student de tools heeft om uit zichzelf de 60 studiepunten in jaar 1 maar ook 2, 3 en 4 te halen zonder achterstand?” Is het te stellen dat het onmogelijk is voor iedereen om de benodigde 60 studiepunten per jaar te halen zonder achterstand?

    Er zou best wel voor kunnen worden gezorgd dat iedereen die iets studeert alles haalt, dit betekent alleen dat de kwaliteit van de opleiding drastisch zal moeten worden verlaagd. Is dit een wenselijke uitkomst?

    Het is voornamelijk de taak van de school dat de bureaucratie rondom de opleidingen goed geregeld wordt. (Lesroosters, welke boeken je nodig hebt, examenroosters.) Ik ben het er mee eens dat de school ook verantwoordelijk is voor faciliteiten om het lesgeven heen, maar het is niet de taak van de school om te zorgen dat jij je comfortabel voelt als student.

    Je hebt zelf voor een opleiding gekozen, de school heeft niet de plicht om te zorgen dat jij als student gemotiveerd bent om het af te maken of om te zorgen dat alle studenten het halen. Het is de verantwoordelijkheid van de student.

  7. De afgelopen twee studiejaren heeft het Instituut voor Commercieel Management (COM) een didactische vernieuwing voorbereid om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Kwaliteitsverbetering van het onderwijs is altijd HET uitgangspunt geweest om deze grootschalige vernieuwing vorm te geven. Rendementsdenken is hier niet aan de orde.

    CoMmunities

    Volgend cursusjaar zullen er – naast het bestaande specialisatieprogramma Sport Marketing & Management – vier nieuwe specialisatieprogramma’s worden vormgegeven, tw Entrepreneurship, Global Marketing & Sales, Creative Marketing & Sales en Marketing of Social Business.

    Deze specialisatieprogramma’s geven wij vorm in CoMmunities. Dit zijn leergemeenschappen waarin docenten, studenten, bedrijven/jnstellingen en alumni samen werken en samen leren. De CoMmunities zijn qua thematiek zo gekozen dat zij aansluiten bij actuele thema’s in Rotterdam e.o.
    Op deze manier zorgt COM ervoor dat studenten opgeleid worden voor de toekomstige en actuele vraagstukken.

    Kritische succesfactoren

    Naast de vormgeving van nieuwe onderwijsinhouden wordt het programma aangeboden op een nieuwe manier. Er worden een aantal flankerende onderwijskundige maatregelen getroffen die gebaseerd zijn op wetenschappelijk onderzoek. Ik verwijs hierbij naar het onderzoek van Klaas Visser, die de resultaten van dit onderzoek met ons deelde op de laatste Focus Conferentie mbt studiesucces.
    Dhr. Visser gaf aan dat er een aantal factoren zijn waar je rekening mee moet houden als je kwalitatief goed beroepsonderwijs vormgeeft en hiermee het studiesucces van studenten wil bevorderen.
    Visser geeft in zijn onderzoeken o.m. aan dat je hoge verwachtingen moet hebben van studenten en dat je moet zorgen voor een nu-of-nooit-karakter binnen de opleiding. Dat je concurrentie van verschillende studieonderdelen moet vermijden, zodat studenten zich kunnen focussen op hun studieonderdelen. Hij geeft ook aan dat je herkansingen moet zien als een noodvoorziening voor studenten . Bovendien geeft hij aan dat een goede samenhang binnen het onderwijsprogramma een voorwaarde is voor studiesucces. Vervolgens betoogt hij dat studenten veel structuur nodig hebben en dat je zelfstudie en onderwijs (contacturen) moet integreren zodat je de gehele onderwijstijd voor studenten benut.

    De nieuwe didactiek bij COM

    Het vernieuwde didactische model van COM gaat uit van deze kritische succesfactoren.

    We gaan binnen onze CoMmunities studenten binden op inhoud. We gaan dat doen door een pedagogisch klimaat te creëren waarin docenten de studenten elkaar kennen, hoge verwachtingen uitspreken en studenten actief betrekken in het leerproces van de student. Daarbij is kleinschaligheid is een belangrijke randvoorwaarde voor het opbouwen van deze betekenisvolle interactie tussen docent en student.

    Verder gaan we ons blokonderwijs verzorgen in een systeem van 8×5 weken. We zullen minder parallelle vakken aanbieden en meer sequentieel programmeren.
    Door het aantal parallelle vakken te beperken en elk blok af te sluiten, voordat een volgend blok start, wordt de studeerbaarheid en haalbaarheid bevorderd. Op deze manier zullen de studenten zich meer kunnen focussen op hun studie en wordt het studiesucces vergroot. Er worden nl maar maximaal twee toetsen afgenomen in de vijfde lesweek.

    Alle onderwijsprogramma’s worden zo aangepast dat de aangeboden kennis direct toepasbaar is in de praktijkgestuurde leerlijn (projecten, stages etc). De samenhang tussen onderwijsaanbod en praktijk wordt in de lesblokken vergroot. De directe toepasbaarheid wordt voor studenten in het concrete lesprogramma zichtbaarder waardoor de studenten een boeiender en betekenisvoller lesaanbod krijgt, waardoor m.i. de intrinsieke motivatie van studenten wordt verhoogd.

    We spreken hoge maar reële verwachtingen uit naar onze studenten. Van studenten wordt verwacht dat zij na het eerste leerjaar 60 EC behalen. Zij krijgen een beperkt aantal herkansingen en mogen studieonderdelen compenseren. De herkansingen worden buiten het reguliere programma geprogrammeerd, zodat er geen concurrentie is met nieuwe vakken en een domino-effect wordt vermeden. De herkansingen krijgen hierdoor een rol die ze behoren te hebben; een noodvoorziening voor studenten die door pech of overmacht zijn getroffen. Op deze manier ontstaat er een nu-of-nooit- karakter in de studie.

    De didactische aanpak kenmerkt zich doordat studenten aan de bal worden gehouden; zij worden actief betrokken bij de lessen, voeren relevante opdrachten uit gekoppeld aan de theorie en de praktijk, koppelen terug, en werken gezamenlijk aan real-life projecten. Activerende didactiek staat centraal, digitalisering van het programma wordt vormgegeven.

    Een nog niet genoemd voordeel van het hanteren van een BSa van 60 EC is dat studenten zonder achterstanden het tweede studiejaar ingaan en zich weer volledig kunnen concentreren op de studieonderdelen die zij op dat moment aangeboden krijgen.

    Kortom, het verhogen van de BSA, het compenseren en het verminderen van de herkansingen staat niet op zichzelf, maar is ingebed in een grootschalige didactische vernieuwing.

    Rendementsdenken

    In het artikel “Stop het Rendementsdenken” legt Maartje Fokkema uit dat Rendementsdenken gezien moet worden als “het uitsluitend nastreven van financieel rendement”. In deze definitie/context gaat het dus om het nemen van maatregelen die uitsluitend gebaseerd zijn om financiele voordelen te behalen.
    Zoals uit mijn bovenstaande argumentatie blijkt is bij COM uitsluitend op basis van onderwijskundige argumenten een nieuw concept vormgegeven.

    De koppeling tussen het Rendementsdenken (zoals Maartje dat benaderd) en de vernieuwingen van het didactische model wil ik dan ook hiermee weerleggen en ontkrachten.

  8. Mijn reactie: schaf hogeschoolbrede regels af! Want wat er nu met COM dreigt te gebeuren is de introductie van de onduidelijkheid. Het heeft geen zin hogeschoolbrede regels te hebben, waarvan daarna door geselecteerde instituten van afgeweken mag worden. De chaos is het gevolg.
    Compensatie is altijd per opleiding geregeld. BSA was altijd hogeschoolbreed.
    Waar ik me telkens over verbaas is de omgekeerde weg die wordt bewandeld. Eerst lappen we de hogeschoolbrede regels aan de laars (die regels gelden voor andere instituten behalve voor het eigen) en daarna gaan we de hogeschoolbrede regels aan de hand van de praktijk bijstellen. Regeren is vooruitzien!

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top