Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
20 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

‘De problemen rond studiesucces zijn indringend’

Gepubliceerd: 13 April 2015 • Leestijd: 4 minuten en 37 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

De HR gaat de prestatieafspraken rond studiesucces niet halen. Het studierendement gaat ondanks alle investeringen zelfs omlaag. 140 directeuren, managers en docenten kwamen vorige week bijeen op de Focusconferentie Studiesucces om hierover te praten.

_focus-conferentie-demian-janssen

De afgelopen jaren heeft de Hogeschool Rotterdam kosten noch moeite gespaard om het studiesucces van de meer dan 30.000 HR-studenten te bevorderen. Op papier is er geen speld tussen te krijgen. Zo heeft het programma Studiesucces ingezet op studieloopbaancoaching, summerschools, ondersteunend onderwijs, doelgroepmentoraten, peercoaching en een uitgebreide studiekeuzecheck. Kosten over de afgelopen vijf jaar: ruim 21,4 miljoen uit de centrale pot.

Maar wat heeft het opgeleverd? En in hoeverre leggen deze voorzieningen het af tegen andere krachten in het onderwijs zoals niveauverhoging en een grotere toegankelijkheid van het hbo?

Maar liefst 140 HR-medewerkers kwamen op deze vraag af en werden geconfronteerd met cijfers die bestuursvoorzitter Ron Bormans ‘schrikbarend’ noemde. De problemen met studiesucces zijn ondanks alle investeringen ‘indringend’, aldus Bormans.

Sinds 2012 zit er bij de havisten een stijgende lijn in het p-rendement.

Stijgende lijn
Erwin van Braam, directeur van de concernstaf CcS, presenteerde deze cijfers vervolgens. Het aantal studenten dat stopt met de studie is 25 procent in 2014. 67 procent van de autochtone meisjes met een havodiploma heeft na twee jaar haar propedeusediploma. De allochtone jongens van de havo doen het ’t minst goed met 35,6 procent. Maar voor alle groepen havisten geldt dat er vanaf 2012 een stijgende lijn zit in het p-rendement. Dat was het goede nieuws.

Allochtone mbo-meisjes
Bij de studenten die van het mbo komen, is het beeld somberder. Met name allochtone meisjes springen er in negatieve zin uit. Had in 2008 nog 38 procent van hen een p-diploma na twee jaar, in 2012 is dit gekelderd naar 28 procent. De verschillen in prestaties van autochtone en allochtone studenten zijn bij de mbo-instroom het meest opvallend en dat verschil lijkt alleen maar groter te worden. Ter vergelijking: 58 procent van de autochtone vrouwelijke mbo-instroom heeft haar p na twee jaar. Meer dan twee keer zo veel als de allochtone mbo-meisjes.

Van Braam liet vervolgens het diploma-rendement zien. Na vijf jaar heeft in 2009 maar 13 procent van de niet-westerse allochtone jongens (havo) zijn bachelordiploma. Bij autochtone meisjes, de best presterende groep, is dat bijna 51 procent. Onder mbo-jongens is de kans op een bachelordiploma (na vijf jaar) zelfs gehalveerd, van 32 procent in 2005 naar 16 procent in 2009.

De Hogeschool Rotterdam zal de prestatieafspraken met de minister van Onderwijs op het onderdeel studierendement dan ook niet halen. De teleurstelling hierover is groot. Maar vooral het feit dat opleidingen ‘onvoldoende in staat lijken te zijn in te spelen op de diversiteit van de studentenpopulatie’, baart Van Braam zorgen.

Meer switch en vertraging in Nederland
Misschien dat de hogeschool kan profiteren van de kennis van Klaas Visser. Hij is onderwijsdirecteur psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en voorzitter van de universitaire werkgroep Studiesucces. ‘Uit onderzoek blijkt dat er meer vertraging en switch is onder Nederlandse studenten dan elders in Europa. Dat geldt ook voor vwo’ers’, vertelt Visser.

Er is onderzoek gedaan naar de oorzaken van het stoppen met een studie. Een student trekt de stekker eruit als de studie tegenvalt op inhoud, aanpak, opzet en eigen inzet (M.Elsen, 1998).

Inzet
Visser haalt het voorbeeld aan van Hicham Boulafha. ‘Deze student begon meerdere malen aan een economische opleiding. Toen hij voor het eerste tentamen zakte, besloot hij voor 1 februari te stoppen. Het jaar erna begon hij bij een andere economische opleiding, zelfde verhaal. Meerdere keren begon en stopte hij voor 1 februari. Hij gaf zichzelf nog één kans en ontdekte – nu komt het – dat hij veel meer tijd in zijn studie moest steken dan op de middelbare school. Die inzet werd niet afgedwongen door het onderwijssysteem. Het verhaal van Hicham laat ook het belang van het eerste cijfer zien. Als dat niet goed is, krijgt de student het gevoel: ik zit hier fout.’

‘Inzet van de student werd niet afgedwongen door het onderwijssyteem.’

Met Hicham liep het goed af. Toen hij eenmaal begreep hoe hij moest studeren, haalde hij goede resultaten. Inmiddels is hij een beroemdheid op de UvA omdat hij via gratis collectieve bijlessen en summerschools ook andere studenten aan het werk krijgt.

Het verhaal van Hicham laat zien dat studenten vaak niet weten hoe ze moeten studeren, maar een beter studierendement hangt van veel factoren – en de interactie daartussen – af. Visser benadrukt nog maar eens hoe belangrijk het is om studievertraging actief aan te pakken. ‘Vertragen leidt namelijk vaak tot uitval. Ik ben een echte best practice-man, en in mijn eigen vakgebied – de psychologie – bleek dat de Universiteit Utrecht een veel lagere uitval had dan andere opleidingen in het land. Ik ben toen gaan onderzoeken hoe ze dat voor elkaar kregen.’

Veel toetsen
De universiteit blijkt voor een helder onderwijssysteem gekozen te hebben: 10-10-10-10: vier periodes van tien weken waarin twee vakken worden gegeven. Altijd naast elkaar zodat de vakken niet met elkaar concurreren. Inschrijven is meedoen is afronden, vertelt Visser. ‘Ze zeggen dus: “Als jij een vak volgt, stoppen wij daar veel energie in. Van jou als student verwachten wij een goede inzet.” Het programma zit met opdrachten en tussentijdse toetsen zo in elkaar dat studenten tien weken lang aan het werk zijn, en niet pas in de week voor de toets. Dat is goed voor de vergeetcurve. Veel toetsen helpt het studeren ook. Uit onderzoek blijkt dat je van toetsen meer leert dan van stampen of samenvattingen maken.’

Wie het vak niet haalt, moet het volgend jaar opnieuw doen. Alleen hoge onvoldoendes mogen herkanst worden met een reparatieopdracht. Visser: ‘Het is bewezen dat een nu-of-nooitkarakter het studierendement verhoogt. Het ontmoedigt uitstelgedrag.’

Er zijn critici die vinden dat de academische vrijheid lijdt onder een dergelijk regime, maar Visser brengt daar tegenin dat de beste beginnende wetenschappers van zijn universiteit in de researchmaster psychologie ook werken met een strak programma en in beton gegoten deadlines. ‘Als we het bij de allerbesten zo doen, en het werkt, waarom dan niet met je andere studenten?’

Leren is een blackbox
Voor Visser blijft het leerproces van mensen een ‘blackbox’, maar dit soort maatregelen zorgt ervoor dat meer studenten de eindstreep halen. En dat is voor ons land, dat relatief achterblijft in aantal hoogopgeleiden en met name ook in de stad Rotterdam, van groot belang. Bovendien is een beter studierendement op persoonlijk vlak belangrijk. ‘Er is in de psychologie veel onderzoek gedaan naar spijt’, vertelt Visser. ‘En bovenaan de lijstjes van spijt staan niet relaties die verbroken zijn, maar verkeerde keuzes rondom studie en onderwijs.’

En, voegt CcS-directeur Erwin van Braam daaraan toe: ‘De Maagdenhuisdiscussie over rendementsdenken is eigenlijk een elitaire discussie in de Rotterdamse context. Hier betekent een slecht rendement dat je geen diploma hebt, en zonder diploma zijn de kansen op maatschappelijke deelname en succes aanzienlijk minder.’

Esmé van der Molen

Tijdens deze Focusconferentie sprak ook Gert Biesta, lid van de Onderwijsraad en hoogleraar in Londen. Op Hint, onder de widget HR Nieuws, vind je zijn presentatie. Ook zijn de andere presentaties en samenvattingen in te zien.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

6 Responses to ‘De problemen rond studiesucces zijn indringend’

  1. Vrijheid is zeer verleidelijk, de kunst is het om de student vrijwillig te beperken in zijn vrijheid.

  2. Meer waardering voor het MBO diploma zou deze discussie ook kunnen herkaderen. Houd de vooronderstelling dat doorstuderen moet na het MBO, eens tegen het licht. Daarnaast blijkt dat het HBO de toegankelijkheid niet voor alle groepen kan waarmaken, het zou eerlijker zijn om dat ook oprecht te communiceren in de buitenwereld. Een (te) toegankelijk HBO is nog geen sterk HBO, dat is al langer bekend. Laat dus niet mensen buiten de dupe worden van de kwaliteit binnen, maar communiceer eerlijk en open over studiesucces.

    Ook lees ik verbazing over het verband tussen veel geld steken in hogeschoolbrede programma’s rond studiesucces en de mate waarin opleidingen (lees docenten) in staat zijn om in te spelen op een diverse doelgroep. Sowieso zijn centrale programma’s geen garantie voor succes, zeker niet als ze ook met name centraal bedacht zijn, voorkeurgedrag van HR, dit is in transitie en dat kost tijd. Daarnaast zit studiesucces voor iedereen niet bij (alle) docenten in hun hart. Dat is geen verwijt, maar een feit. Dat Ron Bormans het schrikbarend vindt, wil nog niet zeggen dat docenten dit ook schrikbarend vinden. Het zou mij niet verbazen als veel docenten dit prima vinden. De vraag is; mag dit ook gezegd worden en waar liggen aanknopingspunten om vanuit daar te gaan bewegen?

    Tot slot ben ik kritisch op de conclusies uit dit artikel. Ik schat in dat het NOG niet gelukt is om het rendement omhoog te krijgen. Onderwijsteams zitten midden in een transitie en leren om zich verantwoordelijk te voelen voor ondermeer rendement. Neem de tijd voor implementatie (en houd eens tegen het licht hoe er wordt geïmplementeerd op alle niveaus) en monitor de transitie (en dan niet alleen op de BIG FIVE).

    Ik ben VOOR verbinding vanuit nieuwsgierigheid. En ik gun HR een nieuwsgierige houding om in verbinding dit uitdagende vraagstuk op te pakken.

  3. Direct gevolg van de toenemende eis vanuit de samenleving dat MBO niet voldoende zou zijn. In de rol van boekhouder kom je al bijna niet meer vanuit MBO boekhouden. Daar vragen ze een minimaal HBO. Dit terwijl dit toch echt een beroep is waar je vanuit een MBO opleiding zou moeten instromen.

    Gevolg: Meer mensen gaan HBO proberen. Ook wanneer dit eigenlijk niet het niveau is waarop zij zitten. Jammer, maar een direct gevolg van de eisen uit de beroepswereld. Ik hoop dat de aankomende hoogconjunctuur hier weer snel verandering in gaat brengen. Er komt een enorm scheef evenwicht aan op de arbeidsmarkt op deze manier.

  4. Bovenstaande observaties en redeneringen lijken mij zeer juist. Die reflex uit de beroepswereld is wel begrijpelijk. De meeste managers moeten bij sollicitaties kiezen uit geschiktheid op papier en dan kiezen ze voor hbo boven mbo, ook al is (blijkt later) het denk- en handelingsniveau van diverse kandidaten niet of nauwelijks verschillend. Daarom moet het onderwijs zich ook niet blind laten leiden door zg. “eisen uit de maatschappij”.
    Als werkgevers voor een hbo’er verplicht € 500 meer zouden moeten betalen, zou er wellicht wel ineens veel meer vraag naar mbo’ers kunnen zijn. Dat denk ik, dat wéét ik natuurlijk niet.

  5. […] Maar het is niet zo dat dit komt door de vergrote instroom in het hbo als gevolg van de conjunctuur. Onze analyses laten zien dat er geen correlatie te vinden is tussen (toegenomen) instroom en studiesucces, maar bovendien is het zo dat de relatieve groei van het aandeel mbo’ers in onze instroom niet dateert van de afgelopen jaren, maar de groeispurt belichaamt van tien jaar geleden. We hebben echt een vraagstuk. […]

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top