‘Het hbo is een uitwedstrijd geworden voor mbo’ ers’
Gepubliceerd: 17 June 2015 • Leestijd: 2 minuten en 51 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Vandaag publiceert de HR het essay Kwaliteit in de klas. Collegevoorzitter Ron Bormans mocht het toelichten bij Paul van Liempt op BNR Nieuwsradio.
Hoe kan het dat de instroom van de Hogeschool Rotterdam gemengd is, maar dat de studenten die afstuderen voornamelijk wit zijn? Die vraag legde journalist Paul van Liempt voor aan HR-collegevoorzitter Ron Bormans.
De HR publiceert vandaag een essay waarin aandacht wordt gevraagd voor het studiesucces van studenten met een allochtone achtergond en studenten die van het mbo komen. De verschillen tussen deze groepen en autochtone havisten worden alleen maar groter. De emancipatiemachine die het hbo historisch gezien is, hapert. Nog steeds leiden we professionals op waar economisch en maatschappelijk vraag naar is, maar het andere ‘wezenskenmerk’ van het hbo, namelijk het bijdragen aan emancipatie, lijkt in het gedrang te komen. Daarom willen Bormans en de co-auteurs van het essay de alarmbel luiden.
‘Wat betreft toegankelijkheid van ons onderwijs hebben we enorme stappen gemaakt’, antwoordt Bormans op de vraag van Van Liempt. Zo kende de Hogeschool Rotterdam in de afgelopen vijftien jaar een groei in instroom van 63 procent, waarbij vooral de toename van mbo’ers (+248 procent) en niet-westerse allochtonen (+151 procent) opvalt. Bormans: ‘Tegelijkertijd is ook de uitval vele malen groter geworden en zien we daarbij verschillen tussen jongens en meisjes, tussen studenten met een allochtone of autochtone achtergrond en in toenemende mate ook tussen mbo’ers en havisten.’
De voorsprong van mbo’ers verdampt, terwijl havisten het juist beter gaan doen.
Voorsprong mbo’ers verdampt
De mbo’ers hebben het altijd goed gedaan op het hbo, beter zelfs dan de havisten, aldus Bormans. ‘Maar die voorsprong verdampt. We zien ook iets anders: de havisten gaan het beter doen. De eisen van het havo-examen zijn opgeschroefd en dat merken we aan de eerste- en tweedejaars die van de havo komen. Waar de mbo’ers voorheen altijd een thuiswedstrijd speelden in het hoger beroepsonderwijs, staan zij nu in een uitwedstrijd. Er wordt een ander appèl gedaan op de mbo’er dan enkel op zijn vakmanschap. Onderzoeksvaardigheden en reflecteren zijn belangrijker geworden, het niveau is wat dat betreft echt omhoog gegaan.’
En dus is het moeilijker geworden om te stapelen, stelt Van Liempt, terwijl dat juist een kwaliteit was van het Nederlandse onderwijs. Bormans: ‘Er zijn verschillende wegen die leiden naar het hbo. We hebben bepaald dat ook het mbo een koninklijke route is. Ik wil die route graag overeind houden. We zullen daarom de hand in eigen boezem moeten steken en aan de bak moeten.’
Maar Bormans wil ook een signaal afgeven aan het mbo. Ook deze sector moet het probleem onder ogen zien.
Onderscheid universiteit
‘Waar moet het naartoe met het hbo?’ vraagt Van Liempt door. Moet het zo dicht mogelijk naast het wetenschappelijk onderwijs staan of moet het zich juist onderscheiden? Bormans kiest de weg van het onderscheid, maar wel met een aantekening. ‘Ik ben echt een man van het beroepsonderwijs en ik ben dus zeker niet voor één vorm van hoger onderwijs. Het onderscheidende moet zitten in de oriëntatie waarbij het hbo zich richt op beroepsonderwijs. Tegelijkertijd vind ik dat dat er op cognitief niveau geen grote afstand moet zijn tot de universiteit.’
Ticket naar een loopbaan
Ook wijst hij nog maar eens op de maatschappelijke relevantie van het hbo. ‘Een hbo-diploma is een fantastisch ticket naar een loopbaan en een positie in de samenleving. Nergens anders in de wereld gaan er zo veel mensen naar het hoger beroepsonderwijs als in in Nederland. Bij ons is het zestig tot zeventig procent, in Duitsland is het precies andersom. Daar zie je dat ook kunst- en paramedische opleidingen aan de universiteit worden onderwezen.’
Ik vind dat er op cognitief niveau geen grote afstand moet zijn tot de universiteit.
Dat het hbo de afgelopen jaren het ‘cognitieve been’ heeft bijgetrokken, zoals Bormans dat noemt, heeft niet alleen consequenties voor het studiesucces van sommige groepen. De niveauverhoging geldt ook voor de docenten. In de klas gebeurt het, is de stelling die Bormans op allerlei podia, en dus ook in deze uitzending, verkondigt. ‘Daarom zijn we bezig met het opscholen van onze eigen docenten. We zitten nu bijna aan onze doelstelling van zeventig procent masters. Het gaat niet alleen om onderwijsniveau, maar ook om wat iemand kan op gebied van didactiek. Uiteindelijk gaat het om de balans.’
Tekst: Esmé van der Molen
Foto: Levien Willemse
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top