Ingezonden: Radicalisering is van alle tijden
Gepubliceerd: 4 March 2015 • Leestijd: 5 minuten en 5 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Vanavond is de eerste bijeenkomst op de hogeschool over zorgwekkend gedrag, extremisme en radicalisering. Marina Meeuwisse denkt bij ‘radicalisering’ vooral aan zoekende en experimenterende jongeren.
Mijn adolescentieperiode speelde zich eind jaren ‘60, begin jaren ‘70 af. Het was een progressieve tijd waarin de anarchistische jongerenbeweging provo met ludieke, provocatieve acties streefde naar gelijkheid en democratie. Ik kon me wel vinden in de radicale acties van de provo’s en kocht op mijn vijftiende, van mijn zakgeld voor tweeëneenhalve gulden, het Rode Boekje voor scholieren.
Het boekje is geschreven door ‘kritiese’ leraren: ‘Omdat wij vinden dat deze maatschappij niet deugt, geeft dit boekje kritiek op wat er tevoorschijn komt. Dit rode boekje wil ook duidelijk maken hoe het anders zou kunnen.’ Het was koren op mijn maatschappijkritische molen. Er stonden dingen in dat boekje waar ik druk mee was, zoals elke adolescent in elk tijdsgewricht: een verzet tegen de heersende normen van die tijd.
Op school droeg ik de chique overhemden van mijn vader, die ik bekladde met kritische teksten. In de schoolbanken scandeerden we in koor: ‘Dit is het begin, we gaan door met de strijd.’ We spoten lachgas op de stoel van de leraar wiskunde, in de hoop dat zijn lessen daardoor wat vrolijker werden. Je afkeren tegen ‘zo hoort het’, ‘zo zijn de regels’. Je eigen waarden toetsen aan de wereld om je heen, op school, op straat, met leeftijdsgenoten en tegen volwassenen die belangrijk maatschappelijke onderwerpen bagatelliseerden. Het hield me bezig, mijn idealen waren op drift, ik was op zoek naar autonomie, naar mijn eigen identiteit. Was ik daarmee een radicaal?
Vlegeljaren
Welnee, ik onderzocht mogelijkheden en probeerde mijn positie vorm te geven in de context van sociale en politieke systemen. Mijn provocatieve gedrag in mijn vlegeljaren karakteriseert de eeuwige worsteling om de wereld de onze te maken. In de adolescentieperiode is het normaal dat jongeren hun eigen waarden toetsen aan anderen, hun ouders, leeftijdgenoten, de samenleving.
Bovenaan de psychologische ontwikkelingsagenda staat voor elke adolescent het leren begrijpen van zichzelf en de ander, het leren begrijpen van sociale rechtvaardigheid en het leren begrijpen van de sociale organisatie, de samenleving. Dat betekent dat hun agenda mee verandert: stapsgewijs betreden zij de volwassen wereld en maken zij kennis met een complexe maatschappelijke structuur en de jungle van sociale instituties, om te beginnen in het voortgezet onderwijs, op straat EN op de virtuele straat van sociale media.
Ook daar, op die virtuele straat, experimenteren jongeren met rollen en spelen zij met rolverwarring. Door te experimenteren met gedrag, door hun eigen waarden en normen te toetsen aan die van anderen, lijven jongeren zich het volwassencontinent in. Het is dan wel nodig dat jongeren de mogelijkheid krijgen om hun ideeën en idealen te toetsen. En dat is in een superdiverse stad als Rotterdam geen eenvoudige opgave.
Schakelen tussen idealen in een diverse stad
Jongeren die opgroeien tussen twee culturen, zullen altijd moeten schakelen tussen de eigen kring en de buitenwereld. Jeugdigen met multiculturele wortels beschikken over een groter arsenaal aan keuzemogelijkheden, dankzij het feit dat zij bekend zijn met meerdere culturen.
Voor hen is het verwerven van autonomie en de zoektocht naar een eigen identiteit een complexe aangelegenheid. Ook zij toetsen hun idealen door te experimenteren met rollen en te spelen met rolverwarringen zodat ze uiteindelijk ontdekken wie we zijn, en zodat ze zich een plek in de wereld kunnen toe-eigenen. Die experimenten spelen zich voor een belangrijk deel op straat af, zoals nozems dat hebben gedaan in de jaren 50, de provo’s in de jaren 60 en de hippies in de jaren 70.
Radicalisering en tijdgeest
Inderdaad: als we terugkijken zien we dat elke tijd zijn eigen vormen van radicalisering kent. Strikt genomen is radicalisme een non-conformistisch gezichtspunt, met als doel ingrijpende maatschappelijke hervormingen te bewerkstelligen (zegt A.S. Reber in zijn Woordenboek van de Psychologie). Dat krijgt een andere gedaante als we radicalisering duiden als een sociaal-politiek gezichtspunt waarin door terreurdaden een zeer vergaande, snelle en fundamentele verandering wordt bepleit.
We kennen uit de jaren zeventig de voorbeelden van de Rote Armee Fraktion, de Italiaanse Rode brigades, de Palestijnse commando’s, de Noord Ierse IRA, de treinkapingen van Molukkers, en wat later ook het dierenbevrijdingsfront, fanatieke krakersbewegingen en RaRa. Die vorm van radicalisme veroorzaakt(e) een golf van woede en angst onder burgers. Destijds was het belangrijk om deze organisaties te duiden.
Ook nu is dat het geval: radicalisering is bijna dagelijks een nieuwsitem in de media. En die negatieve aandacht maakt alles niet eenvoudiger, want de vraag is op welke manier de jeugd van nu, in een superdiverse stad, de kloof tussen kind en volwassene kan overbruggen. Want ook zij zullen experimenteren met rollen en rolverwarringen, bijvoorbeeld door hun baard te laten staan, een hoofddoek te dragen of kleding te dragen met extreemrechtse grafische symbolen. Hoe kun je schakelen tussen verschillende werelden die openlijk met elkaar in conflict zijn?
Kan de huidige tijdgeest opstaan?
Juist de afwijzende reactie, die luid doorklinkt in de media, kan leiden tot uitsluiting, segregatie en normvervaging, want de reactie van volwassenen in de directe omgeving op het experimenteel gedrag van de jeugd kan in een diverse stad zo uiteenlopend zijn dat de jeugd alsnog het spoor bijster raakt. Niet serieus worden genomen, met in zijn ergste vorm discriminatie, zorgt voor een sterk gevoel van onrechtvaardigheid en juist dat onderwerp staat op de sociale agenda van jongeren.
Als jongeren hun idealen niet kunnen toetsen aan ouders, leeftijdgenoten en anderen in de wereld om hen heen, is er altijd nog de virtuele straat: daar vind je idealen van allerlei pluimage. Avontuurlijke idealen, die een betere wereld suggereren en je beloven dat je ertoe zal doen.
Een lastige hinderpaal hierbij is hoe jongeren de idealen uit de sociale media in onze wereld kunnen toetsen. Als jongeren gaan spelen met rollen en rolverwarring, door uit te proberen wat er gebeurt als zij hun baard laten staan of zich kleding aanmeten die refereert naar idealen uit het islamitische geloof of politieke overtuigingen, worden zij geconfronteerd met polariserende reacties die voortkomen uit het geopolitieke conflict tussen de westerse wereld en radicaal-islamitische groepen uit het Midden Oosten.
Voor een gedesoriënteerde jeugd ligt emotionele ontreddering op de loer. Het zet de ontwikkelingsvraagstukken voor de stadsjeugd op het sociale terrein onder grote druk. Om dat enigszins het hoofd te bieden is het zaak de huidige tijdsgeest te erkennen.
Laat de huidige tijdsgeest opstaan: laten we erkennen dat we is een superdiverse wereldstad wonen. Laten wij, met z’n allen, de mouwen opstropen en onze jeugd de mogelijkheid geven haar idealen aan onze samenleving te toetsen, hoe divers de idealen die zij willen toetsen ook zijn.
Toegegeven: dat vraagt veel van het inlevingsvermogen van hen die zich allang op het volwassencontinent bevinden. Evengoed: als dat ons lukt, lopen onze jongeren niet het risico buitengesloten te worden. Als we hun experimenten met idealen niet afwijzen, kunnen ook zij zich aansluiten bij de tijdgeest en het politieke debat samen met ons voeren.
Dr. Marina Meeuwisse, hogeschooldocent en onderzoeker, is gepromoveerd in de sociale agogiek aan de Vrije Universiteit Brussel. Daarvoor studeerde zij experimentele psychologie en media-pedagogiek aan de Universiteit Leiden.
De redactie van Profielen is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de ingezonden stukken. De strekking van een ingezonden stuk hoeft ook niet overeen te komen met de mening van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven in te korten of te weigeren.
[…] Collega Marina Meeuwisse is een van de gespreksleiders. Eerder heeft ze in een opinieartikel ( Radicalisering is van alle tijden) geprobeerd radicalisering in een context te plaatsen, een context van meer ideologieën dan de […]