P-rendement bedrijfseconomie van 12 naar 32 procent
Gepubliceerd: 23 March 2015 • Leestijd: 2 minuten en 48 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.De nieuwe manier van onderwijs in de propedeuse van bedrijfseconomie werpt zijn vruchten af. En hoe. 32 procent van de eerstejaars haalde afgelopen studiejaar zijn propedeuse in één jaar. Dat percentage lag de laatste jaren rond de 11 á 12 procent.
De spectaculaire stijging heeft alles te maken met de veranderingen die de opleiding in het studiejaar 2013/2014 doorvoerde. Zo zijn de onderwijsblokken van tien weken in tweeën gesplitst, wordt er niet na acht maar na vier weken getoetst en is het onderwijs binnen de blokken thematischer van opzet dan voorheen. ‘Om de vijf weken een toets vind ik best veel’, reageert eerstejaars bedrijfseconomie (BE) Sergen. ‘En de te leren stof blijft ook veel; ik heb overigens wel bijna alles gehaald.’
Lars is minder kritisch op de gehalveerde blokken, en snapt waarom BE ervoor gekozen heeft. ‘Als je normaal al alles uitstelde, had je de stof van acht weken in te halen. Nu maar stof van vier weken. Door minder stof zijn de toetsen sowieso makkelijker, denk ik. En door de compensatiemogelijkheid die er nu is, heb je nu ook nog eens vier kansen; als je een vijf haalt is het nog niet helemaal verloren.’
Zelfstudie op school
Bedrijfsadministratie, een van de belangrijkste vakken, wordt ‘uitgesmeerd’ over één dag per week. ’s Morgens één á twee uur uitleg klassikaal, daarna wordt er in groepjes gewerkt aan de opdrachten die ’s middags worden besproken waarna er nog een diagnostische toets volgt. Onderwijsmanager Jennifer Keating: ‘We proberen de zelfstudie structuur te geven door het ze hier op school te laten doen.’
Een hele dag aan hetzelfde vak werken, bijvoorbeeld het vak bedrijfseconomie, bevalt niet iedereen, maakt Mariam duidelijk. Zij deed vorig jaar de opleiding human resource management (met de ‘normale’ blokken van tien weken), maar switchte naar BE. ‘Na een uur theorie, klassikaal, volgen er drie tussenuren waarin je je opdrachten kunt maken. Soms ben je in een half uur klaar, soms is drie uur te weinig. Sowieso vind ik het aan één stuk door werken aan hetzelfde vak, van 8.30 tot 15.00 uur, te veel.’
Lars vindt wel dat het werkt, in de tussenuren opdrachten maken. ‘Het ligt er wel een beetje aan wat je als groep doet: je maakt het met z’n allen, of je maakt het met z’n allen niet.’
Alles op de vijfde verdieping
Dat gebeurt in de zitjes die met dat doel op de vijfde verdieping van het B-gebouw zijn gerealiseerd. Voor de eerstejaars BE gebeurt trouwens bijna alles op die vijfde verdieping. ‘Wij willen binding creëren door de studenten vaker op school te laten zijn, in kleinere klassen (maximaal 25 studenten, het was 32 tot 35 studenten) op één plek. Als ze op allerlei plekken op de locatie colleges moeten volgen, verdwijnen ze in de massa’, denkt Keating.
Langer op school zijn, met het hele eerste jaar op de vijfde verdieping, heeft sowieso een positieve invloed op het gevoel deel uit te maken van een klas, ervaren Mariam en haar klasgenote Ayse. ‘Ja, er is meer eenheid’, aldus laatstgenoemde.
Studentenoordeel omhoog
Niet alleen het rendement, maar ook het studentenoordeel in de Nationale Studenten Enquête (NSE) schoot het afgelopen jaar fors omhoog. Bij de vraag over ‘Betrokkenheid van de docenten bij de studenten’ steeg het gemiddelde oordeel bijvoorbeeld van 3,0 naar 3,6 (op een schaal van 0 tot 5) en ook over de ‘Spreiding van de studielast over het studiejaar’ waren de studenten aanmerkelijk positiever (van 2,9 naar 3,6).
Bedrijfseconomie gaat, vanzelfsprekend, door met de nieuwe onderwijsvorm die voor een deel ook in het tweede studiejaar zal worden ingevoerd. Daarnaast werken ook andere economische opleidingen aan vergelijkbare onderwijsvernieuwingen met onder andere kortere onderwijsblokken en een meer thematische invulling.
Jos van Nierop
In de NSE scoorde de propedeuse van bedrijfseconomie afgelopen jaar beduidend beter dan een jaar eerder. Over de roosters waren de studenten iets minder tevreden maar bij alle andere onderwerpen hadden de studenten een (veel) positiever oordeel dan in 2013.
Enkele uitschieters zijn:
• ‘Betrokkenheid van de docenten bij de studenten’ (steeg van 3,0 naar 3,6; op een schaal van 0 tot 5)
• ‘Aansluiting van toetsing en beoordeling bij inhoud van de opleiding’ (van 3,1 naar 3,6)
• ‘Spreiding van de studielast over het studiejaar’ (van 2,9 naar 3,6)
• ‘Groepsgrootte bij hoorcolleges’ (van 3,3 naar 3,9)
• ‘Beschikbaarheid van werkplekken’ (van 2,7 naar 3,5).
Lekker makkelijker maken, dit is toch geen HBO niveau meer.
elke week 4 toets en nog kunnen compenseren. meerdere herkansingen.
Ben erg benieuwd naar het rendement in jaar 2. Het lijkt mij dat door het compenseren van bepaalde basisvakken het lastig wordt een hbo niveau te handhaven.
Zo creëren we gedresseerde, niet denkende mensen. Rendement omhoog, niveau omlaag.
‘Door minder stof zijn de toetsen sowieso makkelijker, denk ik’
Denk ik? Wie zegt dat de toetsen makkelijker zijn dan de jaren daarvoor. De hoeveelheid stof is hetzelfde gebleven. Ik heb vorig mijn P gehaald en dat was geen makkie. En er waren niet veel vakken die je kon compenseren.
Bijvoorbeeld een vak als bedrijfsadministratie kon je niet compenseren. Normaal kreeg je bad in 8 weken 2 uur per week. Nu krijgen de studenten dat 4 uur per week en 4 weken lang.
Verder worden de BE studenten opgeleid om ook out of the box te denken.
Het opleidingsniveau is naar mijn inzicht zeker niet minder geworden. Studenten krijgen evenveel stof als in de vorige jaren. Het curriculum is makkelijker voor ze gemaakt. Door korte toetsing periodes, hebben ze minder/nauwelijks last van de studentenkwaal: uitstellen. Wat voor eerstejaarsstudenten in de vorige jaren, fataal werd.
Wat wel een nadeel is, en wat ik ook niet snap, is dat studenten vakken kunnen compenseren. Compenseren doe je op de middelbare school, niet op je opleiding.