Bussemaker: ‘Geen schakeljaar voor mbo’ers’
Gepubliceerd: 20 May 2016 • Leestijd: 1 minuten en 38 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Minister Bussemaker voert een strijd tegen ongelijkheid in het hoger onderwijs, schrijft ze op haar weblog. Maar ze ziet andere oplossingen dan haar critici.
Het onderwerp houdt de gemoederen al weken bezig: de groeiende kloof in het onderwijs tussen kansrijke en kansarme leerlingen. De vraag is: wat valt eraan te doen?
Bormans
Hogescholen wijzen vooral op de slechte prestaties van mbo’ers die de overstap naar het hbo wagen: ze stranden vaker dan andere studenten en zijn niet zo goed voorbereid als leerlingen die van de havo komen. Misschien moeten mbo’ers eerst een schakeljaar volgen voordat ze naar een hogeschool gaan, opperde onder meer voorzitter Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam.
Bussemaker prijst Bormans uitbundig. ‘In mijn strijd tegen ongelijkheid in het (hoger) onderwijs kan ik altijd vertrouwen op Ron Bormans’, schrijft ze op haar weblog. ‘Als er één is die de urgentie van dit probleem onderkent, is hij het wel.’
Andere oplossing
Maar over de oplossing denkt ze anders dan hij. Een kort schakelprogramma voor mbo’ers ziet ze nog wel zitten, bijvoorbeeld in de vorm van een summerschool. ‘Maar een schakeljáár? Hier raken wij elkaar kwijt. Met een schakeljaar zet je mbo’ers alleen maar op achterstand’, meent de minister.
De leerlingen hebben immers al vier jaar vmbo en vier jaar mbo achter de rug. Ze zouden dan nog een jaar extra kwijt zijn voordat ze toegang krijgen tot het hoger onderwijs. ‘Dat is bepaald geen stimulans om door te stromen.’
Mbo’ers motiveren
‘Ik vind het ook principieel onjuist’, voegt ze eraan toe. ‘Door studenten een schakeljaar aan te bieden, leg je het probleem bij hen neer.’ Ze zou liever zien dat onderwijsinstellingen mbo’ers sterker motiveren om een hbo-studie af te maken. ‘Dan maak je als onderwijsinstelling je rol als emancipatiemotor waar.’
En daarom zou Bormans ook eens moeten ophouden met zijn kritiek op het studievoorschot, vindt ze. Volgens hem durven studenten van de ‘eerste generatie’ (zonder ouders die gestudeerd hebben) minder snel aan een studie te beginnen nu ze geen basisbeurs meer krijgen.
Aanvullende beurs
‘Los van de vraag of dat echt zo is, vind ik dat het onderwijs – en dus ook Bormans – samen met mij de belangrijke taak heeft om leenangst bij mbo’ers te voorkomen’, pleit Bussemaker. ‘In plaats van keer op keer te wijzen op de leenangst moeten we de aanvullende beurs als gift en de soepele aflossingsvoorwaarden onder de aandacht brengen, om de twijfelaars over de streep te trekken!’
HOP, Bas Belleman
Het is niet de MBO-er die leenangst heeft. Het is veel meer cultureel gedreven afkeuring van lenen. Zoals sommige culturen lenen zonder rente, zijn er ook die de gift van familie kennen of het principe van niet rood staan kennen. We zouden er goed aan doen de eigen (culturele) indentiteit van in dit geval de MBO-er meer inclusief te maken. Die poging van inclusiviteit , er bij horen, zijn en blijven, zit besloten in het idee van de schakelklas. En waarom zou een schakelklas een jaar moeten zijn? Met een summerschool ‘beledig’ je de problematiek. Modulair, in blokken van een aantal weken door het jaar, een halfjjaar direct na afstuderen en dan in januari instromen. Kom op een beetje uit het doosje denken levert veel op. En met dat langer studeren valt het reuze mee. Liever 1 plus een grotere kans de volgende 4 te halen dan een zoektocht van of korter dan 4 ( uitval) of veel langer dan 4 (langstudeerder). Ik zou zeggen laten we het proberen.