Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
24 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

De hogere pabo-lat komt met een prijs

Gepubliceerd: 5 December 2016 • Leestijd: 6 minuten en 59 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

De toelatingstoetsen die in 2015 op de pabo werden ingevoerd, hebben groot effect gehad. Maar niet alle effecten zijn gewenst.

Foto collage van 4 meisjes

Marit (20) uit Spijkenisse deed de opleiding mbo-onderwijsassistent. Het was haar droom om ook als juf voor de klas te staan, dus ging ze in 2015 op voor drie toelatingstoetsen. Ze haalde er twee – aardrijkskunde en geschiedenis – maar voor natuur & techniek zakte ze. ‘Ik mocht nog op assessment komen voor natuur & techniek, maar ik was bang dat het niveau van de pabo misschien te hoog was. Ik schreef me in bij een andere opleiding, maar al snel kwam ik erachter dat het niks voor mij was. Ik wilde echt naar de pabo, en dus ben ik 2016 opnieuw opgegaan voor de toets natuur & techniek. Dit keer haalde ik hem wel.’

Marit is een van de dertig eerstejaars op de pabo met een mbo-achtergrond. Zij vormen de tweede lichting studenten die pas na het halen van de toelatingstoetsen mag starten. De invoering van deze selectie voor de poort past in de kennisoperatie die tien jaar geleden begon met de verplichte entreetoetsen taal en rekenen (WisCAT).

Vakken beheersen

Studenten die nu beginnen aan de pabo hebben bewezen dat ze de drie vakken beheersen op havo 3-/vmbo-tl 4-niveau. Hun rekenskills worden vervolgens in het eerste jaar getoetst met de WisCAT en het niveau van Nederlandse taal is geborgd op het mbo en het voortgezet onderwijs. Daardoor komt de pabo beter toe aan waar het om draait: het opleiden van de studenten tot goede meesters en juffen.

Althans, dat was het idee. Nu het tweede cohort nieuwe stijl is begonnen, is het tijd om de balans op te maken. Wat is er uitgekomen van de doelstelling om het cognitieve niveau op te krikken? En wat is de bijvangst?

Instroom halveert

Te beginnen met de bijvangst: In het eerste jaar van de toelatingstoetsen, 2015/16, daalde de instroom van mbo’ers met tachtig procent. Een indrukwekkend percentage dat haast doet vergeten dat ook veel havisten strandden voor de poort. Hun instroom daalde maar liefst met 55 procent. Dit leidde bij elkaar tot een afname in het aantal eerstejaars van ruim 50 procent ten opzichte van het jaar ervoor. In absolute aantallen: de vijf jaar voor invoering van de maatregel bestond de p-instroom altijd uit ongeveer 300 studenten. In 2015 waren dat er 134. Dit jaar trok de instroom weer iets aan, tot 174 studenten, maar de oude instroomcijfers zijn nog ver weg.

Demografische veranderingen

De HR was niet de enige hogeschool die de nieuwe maatregel met krimp moest bekopen. Landelijk daalde de instroom aan de pabo met 30 procent. Het was geen verrassing dat mbo’ers als eerste met het badwater werden weggegooid. Ook de zorg over havisten – dat ze de toetsen zouden onderschatten en misschien te laat zouden gaan leren – bleek terecht.

De pabo wordt wit. Nog maar 18 procent is van niet-westerse afkomst.

Niet alleen het opleidingsniveau van de instroom steeg, ook de kleur op de pabo veranderde. Voorafgaand aan de maatregel was de verhouding autochtoon-allochtoon 68-32; nu is dat 80-20 waarvan 18 procent niet-westers. Het is een duidelijk effect van de toelatingstoetsen, maar niet het beoogde effect.

‘De groep studenten van niet-westerse afkomst is nu heel klein’, vertelt Annemarie van Efferink, coördinator van de propedeusefase. ‘Dat is heel jammer als je kijkt naar de demografie van Rotterdam. Een stad met zo veel leerlingen met een migrantenachtergrond, moet ook docenten met eenzelfde afkomst voor de klas hebben staan. Het is goed voor kinderen om op school een rolmodel te hebben.’

Allochtone meiden

Studenten met een niet-westerse achtergrond komen doorgaans uit het mbo. Nu de mbo-instroom zo dramatisch is geslonken, heeft dat dus een direct effect op het aantal studenten met een niet-westerse achtergrond. Je zou denken: Dan haal je ze toch van de havo of het vwo. Van Efferink: ‘Zo simpel is het niet. Leerlingen van niet-westerse afkomst op havo en vwo kiezen vaak een ander vak dan het onderwijs. Toch heb ik het gevoel dat het een beetje aan het verschuiven is. Ik zie dit jaar meer allochtone meiden van havo en vwo dan voorgaande jaren.’

‘We leiden nu te weinig leerkrachten op voor Rotterdam.’

Ook onderwijsmanager Anita Derks is niet blij met de demografische verschuiving op haar pabo: ‘Wat mij verder zorgen baart, is dat het aandeel Rotterdammers op de opleiding afneemt. Basisschoolleerkrachten zijn meestal niet bereid om één of twee uur te reizen voor hun werk. Dat we minder studenten uit Rotterdam hebben, betekent dat we te weinig leerkrachten opleiden voor de stad. Het aantrekken van meer Rotterdamse studenten heeft daarom onze volle aandacht.’

Lichtpuntjes

Er zijn ook lichtpuntjes. Zo stijgt het aantal mannen en vwo’ers op de HR-pabo. Van Efferink ziet de jongens met genoegen door de gangen lopen. Mannelijke jongens zijn het, die zich kennelijk oké voelen op de doorgaans feminiene pabo. De vwo-instroom is nu 25 procent; dat was 34 procent in 2015. ‘Deze groepen zijn meer dan welkom’, zegt Van Efferink. ‘Het basisonderwijs is gebaat bij mannen voor de klas en in onze academische pabo leiden we al een aantal jaar leerkrachten op met meer academische bagage. De toelatingstoetsen hebben waarschijnlijk bijgedragen aan de groeiende instroom, maar we voeren al langere tijd beleid op deze groepen. Zo hebben we een ‘mannenbeleid’: jongens worden bij elkaar gezet zodat ze niet in hun eentje of met z’n tweeën tussen allemaal meiden in de klas zitten. Op hun eerste stage hoeven ze niet te starten bij het jonge kind en ook onze sportroute trekt verhoudingsgewijs veel mannen. Het aantal jongens op de opleiding stijgt daardoor al een aantal jaren; het is nu 26 procent. Vijf procent meer dan vorig jaar.’

Niveau omhoog?

Het is jammer dat de negatieve bijvangst van de toelatingsmaatregel zo veel aandacht trekt, want ging het niet juist om de niveauverhoging van de pabo? De daling van de instroom zou deels weggestreept kunnen worden tegen het hogere studiesucces, hoopte Anita Derks in 2015 nog. De onderwijsmanager was in goed gezelschap, want ook minister Bussemaker ging hiervan uit. Derks in augustus 2015: ‘Vergeet niet dat we grote problemen hebben met ons propedeuserendement. Van de tien klassen waarmee wij vorig collegejaar begonnen, zijn er maar vijf over. De studenten die we nu verwelkomen, hebben een hoger beginniveau. Het is niet gezegd dat wij ze allemaal kunnen behouden […] maar het heeft wel onze hoogste prioriteit. Als we daarin slagen, kan de afname van het studentenaantal minder drastisch worden dan het nu lijkt.’

Hebben de nieuwe lichtingen inderdaad een hoger niveau? Derks hoort van haar docenten dat het kennisniveau goed is. Ook de scores van de eerstejaars op de WisCAT en andere Cito-toetsen zijn verbeterd. De groep die de WisCAT in één keer haalt, is zelfs met 30 procent gestegen.

Marit, de eerstejaars die via toelatingstoetsen de pabo bereikte, vindt dat ze door de toetsen beter voorbereid is op de pabo. ‘Je hebt het ook echt nodig, want het is een pittige opleiding. Doordat ik de toetsen heb gehaald, heb ik meer zelfvertrouwen. In de eerste toetsweek heb ik vijf van de zes toetsen in een keer gehaald.’

P-rendement

Maar leidt het hogere niveau dat de docenten ervaren ook tot een hoger propedeuserendement en tot minder uitval? Van Efferink: ‘Het p-rendement van de bachelor was 28 procent in 2015, het jaar ervoor was het 13 procent. Het aantal studenten dat de propedeuse in een jaar haalt, stijgt dus.’ Derks: ‘Verder zien we een grotere groep die aan het einde van het eerste jaar de propedeuse bijna heeft gehaald. Deze studenten gaan met een kleine achterstand het tweede jaar in.’

Ook de uitval is gedaald, maar niet zodanig dat de instroomdaling gecompenseerd wordt. In februari 2015 was de uitval 35 procent, een jaar later (het eerste collegejaar na de invoering van de toelatingstoetsen) was het tien procentpunten lager. Van Efferink: ‘Jongens, niet-westerse allochtonen, late instromers en studenten die na een assessment zijn toegelaten, vallen vaker uit. Daarom blijft verbetering van het studiesucces hoog op de agenda staan.’

Versnippering

En dat lijkt terecht, want ondanks de stijgende lijn is het p-rendement nog steeds aan de lage kant. De toelatingstoetsen hebben hun effect, maar er is meer nodig. Van Efferink: ‘Op de pabo hebben we veel vakken, omdat onze studenten alle schoolvakken onder de knie moeten krijgen. Dat zijn er veertien in totaal. Die hebben allemaal hun eigen vakinhoud en toetsen. Vaak zijn het 1-puntstoetsen. Er ontstaat dan concurrentie tussen de vakken, en dat wil je natuurlijk voorkomen.’ Het is een onderwijsorganisatorische remmer van het rendement. Daarom werkt de pabo aan een herziening van het curriculum. Door vakken te clusteren, ontstaan er grotere onderwijseenheden. Volgend collegejaar wordt hier in de deeltijd mee gestart. Van Efferink: ‘Ook hebben we de inleveropdrachten uit de toetsweek gehaald.’

De inzet van tweedejaars in de studieloopbaancoaching is een andere actie waarmee Van Efferink het studiesucces wil verbeteren. ‘De lessen die zij geven, komen niet in plaats van het programma van de docenten, maar zijn een aanvulling daarop. Als een hogerejaars vertelt dat je echt op tijd moet beginnen met leren, maakt dat meer indruk dan wanneer wij dat zeggen. In studievaardigheden zien we best grote verschillen tussen havisten en mbo’ers. De laatste groep vindt het nuttig om te leren samenvatten, terwijl havisten dat uitgebreid op de middelbare school hebben gehad. Misschien moeten we voor slc bijvoorbeeld een apart uur voor mbo’ers organiseren. We zijn daarin zoekende. Om het studiesucces te verbeteren moet je aan veel verschillende knoppen draaien.’

Bussemaker geeft toestemming voor een pilot met een schakeltraject voor mbo’ers.

Schakeltraject

Daarin staat de pabo er op de HR niet alleen voor. Het college van bestuur pleitte afgelopen april bij minister Bussemaker voor een schakeltraject voor mbo’ers, de groep die het aan de poort en op de pabo het moeilijkst heeft. Eind november kwam er witte rook uit Den Haag. De minister geeft toestemming voor drie pilots van in elk geval twee jaar om de mbo-doorstroom te verbeteren: in Rotterdam, Amsterdam en Den Haag. Mbo-leerlingen volgen dan aan het eind van hun opleiding een halfjaar lang het programma Meer mbo-talent voor de pabo waarin zij worden voorbereid op de pabo en de toelatingstoetsen. Formeel staan ze ingeschreven bij hun roc, maar het onderwijs vindt plaats op de pabo. Hiermee schiet ook Bussemaker de pabo’s te hulp om het dilemma van studierendement, cognitief niveau en demografische representativiteit op te lossen.

Tekst: Esmé van der Molen
Illustratie: Wendy van der Waal

Toelatingstoetsen in cijfers

Landelijk 2015 2016
Aantal gemaakte toetsen 10.345 10.737
Deelname mbo 48% 46%

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

One Response to De hogere pabo-lat komt met een prijs

  1. Ik heb het wel eens met medestudenten over de stap van HAVO naar het HBO; qua manier van leren en je inzetten is er zo’n groot verschil! Je kan wel leren samenvatten, maar zoals bij de eerstejaars van de opleiding Logopedie is gebleken, is alleen goede samenvattingen maken niet genoeg. Het gaat om de hele manier van leren, de zelfstandigheid hierin vinden (ook qua planning), relaties leggen tussen alle info van alle vakken (echt info integreren dus…). Wat betreft de PABO: er zijn landen waar je universitair opgeleid moet zijn voor je voor de klas mag staan. Goed, dat zie je dan wel terug in hun salaris, maar je zit dit ook in de schoolresultaten van die leerlingen. Ik vind het goed dat er een hogere lat wordt gelegd bij PABO’s; het zijn toch degenen die de toekomst opleiden. Ik zou er niet zo blij mee zijn om mijn kinderen opgeleid te laten worden door een ‘leerkracht die op het nippertje competent genoeg is om jonge kinderen te scholen, die de opleiding nét net heeft gehaald, met herhaaldelijke herkansingen’.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top