‘Het was een grote en omvangrijke klus’, legt Rob Elgershuizen uit. Hij is directeur van het instituut voor lerarenopleidingen (IvL). ‘Want in de afgelopen twee jaar zijn niet alleen dertien lerarenopleidingen, maar ook de master leren en innoveren, pabo, de pdg – het pedagogisch didactisch getuigschrift dat wij privaat aanbieden als scholing voor mbo-docenten – en de Ad onderwijsondersteuner technisch beroepsonderwijs geaccrediteerd. Allemaal met een positief resultaat. Heel veel g-tjes, een enkel v-tje en geen enkele opleiding hoeft een hersteltraject in. Best een prestatie vind ik.’

De lerarenopleidingen werken met drie opleidingsscholen. Dat zijn samenwerkingsverbanden van de lerarenopleidingen met scholen in het primair, voortgezet en soms ook middelbaar beroepsonderwijs. Zo werkt de Hogeschool Rotterdam met de opleidingsscholen Rotterdam, Haaglanden en West-Brabant. In totaal gaat het om meer dan honderd locaties.

Opleidingsscholen krijgen van het ministerie van Onderwijs subsidie per student. Voorwaarde voor die subsidie is dat zij een goede begeleidingsstructuur bieden, want veertig procent van het curriculum van HR-studenten wordt binnen de opleidingsscholen gehaald. Elgershuizen: ‘En ook de opleidingsscholen zijn geaccrediteerd en goed bevonden. Dat maakt het plaatje compleet.’

Rotterdamse docenten

De accreditatieorganisatie NVAO beoordeelt opleidingen op vier standaarden: beoogde eindkwalificaties (standaard 1), de onderwijsleeromgeving (standaard 2), toetsing (standaard 3) en de gerealiseerde eindkwalificaties (standaard 4).

Op standaard 1 scoorden alle dertien lerarenopleidingen een ‘goed’. Het panel is positief over de keuze voor de profilering ‘grootstedelijk’ en het creëren van Rotterdamse docenten met een open en objectieve houding ten opzichte van anderen, kennis van de pluriforme samenleving en intercultureel onderwijs. Ook de focus van de opleidingen op ICT/digitale didactiek vindt het panel waardevol.

Bij standaard 2 werd de deskundigheid van het personeel benadrukt, dat ruime professionaliseringsmogelijkheden heeft. Sterk element is het echt samen opleiden van studenten in het Opleiden in de School (OidS)-traject binnen de opleidingsscholen, vindt de NVAO. ‘Het is een belangrijke ontwikkeling dat de opleiding nu ook expliciete eisen stelt aan de kwaliteit van de werkplek en begeleiding op de ‘gewone’ stageschool in de regio.’ Ook is men enthousiast over de aandacht, binnen alle lerarenopleidingen, voor het beheersen van de Nederlandse taal.

Het panel is van oordeel dat de tweedegraads lerarenopleidingen van de HR op een valide, betrouwbare en inzichtelijke manier toetsen en beoordelen en daarmee wordt aan standaard 3 voldaan. De opleidingen hebben hierin de laatste jaren flinke slagen gemaakt, zo is te lezen in het accreditatierapport, en het toetsen en beoordelen zijn veel meer in lijn met elkaar gebracht.

4 x ‘goed’ voor Nederlands

Met name de laatste standaard, vier, geeft nog weleens problemen in hoger onderwijsland. Maar niet bij de lerarenopleidingen.

De afgestudeerden en vertegenwoordigers van het beroepenveld zijn tevreden over het gerealiseerde niveau van de afgestudeerden. Het panel heeft alle eindwerken met minimaal een voldoende beoordeeld en de lerarenopleiding Nederlands scoorde voor deze standaard zelfs een ‘goed’. In het accreditatierapport lezen we: ‘Het panel is over het algemeen erg positief over de kwaliteit van de eindwerken Nederlands, zowel vakinhoudelijk en vakdidactisch als onderzoeksmatig. Het panel zag interessante en relevante vakdidactische onderwerpen en gestructureerde onderzoeksaanpakken.’

‘Er is de laatste jaren veel gebeurd binnen de lerarenopleidingen’, blikt Elgershuizen terug. ‘Landelijk was er veel kritiek op het niveau dat werd afgeleverd. Vooral de pabo’s lagen onder vuur. Deze uitslagen van IvL – de pabo kwam vorig jaar al glansrijk door de accreditatie – laten in ieder geval zien dat dit geen reëel beeld meer is.’

Dorine van Namen