‘Waar staat salarisverhoging voor docenten?’ Een studente werpt een snelle blik op het bord waarop een aantal keuzemogelijkheden staat. ‘Jij zit zeker op de lerarenopleiding’, reageert cmr-lid Tunakan Temur lachend. Het antwoord is bevestigend.

Horen wat studenten belangrijk vinden

In de hal van de hoogbouw van locatie Museumpark – bij de liften – houden de cmr-leden studenten aan met de vraag wat ze in het onderwijs met 26 miljoen euro zouden doen. ‘We willen graag horen wat studenten belangrijk vinden. Het is namelijk ons geld, het geld van de studenten’, zegt cmr-lid Patrick Luijten stellig.

Het te besteden geld betreft de zogenoemde kwaliteitsafspraken: in 2015 werd de basisbeurs afgeschaft en daarvoor in de plaats kwam geld vrij om te investeren in het verbeteren van het onderwijs.

De hoger onderwijsinstellingen, en meer specifiek de cmr en de instituutsmedezeggenschapsraden (imr), hebben zelf een stem in het besteden van dat geld. Luijten: ‘De imr’en stemmen in met de afspraken die met de instituutsdirecteuren worden gemaakt en de cmr gaat over het geheel in gesprek met het college van bestuur.’

‘Ik denk dat kleinere klassen beter zouden zijn’

Op het bord in de hal zijn de opties ‘professionalisering van docenten’ en ‘faciliteiten’ het vaakst aangevinkt. Eerstejaars Engels Noël kiest ergens anders voor: ‘Tot nu toe vind ik dit een prima school en het contact met de docenten is hartstikke goed, maar ik denk dat kleinere klassen beter zouden zijn. Wij zitten nu met een man of dertig in de klas.’

Op de eerste verdieping staan nog enkele andere borden en tafels waar geïnteresseerden met de cmr in gesprek kunnen. Hier laten met name enkele imr-leden zich zien en horen. Zoals Michael Schelvis, docent en imr-lid op de Willem de Kooning Academie. Hij is doelbewust naar het tafeltje gelopen met het bordje ‘intensiever & kleinschaliger onderwijs’. ‘Bij ons zijn er veel docenten die overwerken, terwijl dat niet altijd zichtbaar is. Studenten weten niet dat er eigenlijk tekorten zijn.’

Schelvis pleit voor meer docenten, zodat kleinschaliger onderwijs mogelijk wordt. Bij de kunstopleidingen van zijn instituut is die kleinschaligheid er vaak wel, maar bij zijn eigen opleiding opleiding, leisure management, kan het wat hem betreft beter.

‘Meer tijd voor coachingsgesprekken’

Het zou ook een verbetering zijn als docenten meer tijd zouden kunnen nemen voor de coachingsgesprekken met studenten, vindt Schelvis. ‘Daar staat nu 15 minuten per student voor. Dat mag best iets langer.’

Bij social work zijn de klassen al verkleind, vertelt Daan den Teuling van de imr van het instituut voor sociale opleidingen (ISO). ‘Dat is echt een grote verbetering. Dat moeten ze doorzetten.’

Jos van Nierop