Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
23 oktober 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Gezocht: machomannen tegen het vrouwengevaar

Gepubliceerd: 7 December 2010 • Leestijd: 6 minuten en 7 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Mannen worden steeds schaarser, zowel in het basisonderwijs als op de pabo. De pabo van de Hogeschool Rotterdam wil daar met een speciale mannenklas verandering in brengen. Heeft dat zin?

Door Olmo Linthorst

Toen de Rotterdamse Vereniging voor Katholiek Onderwijs (RVKO) erachter kwam dat er zelfs scholen zijn waar helemaal geen mannen meer lesgeven, werd het ook hen blijkbaar te gortig. Halverwege het vorige collegejaar nam de RVKO contact op met de pabo van de Hogeschool Rotterdam, tot groot genoegen van onderwijsmanager Jeroen Oversier. ‘Ze stelden voor om zelf de mannen te werven en hun vraag was of wij die vervolgens konden opleiden.’

In september startte de HR-pabo in Dordrecht met een mannenklas. Het is een groep van 25 heren, variërend van 24 tot 47 jaar en vaak afkomstig uit het bedrijfsleven. Een nieuwe naam voor dit beestje is snel bedacht: de hij-instromer.
Eindelijk meer mannen voor de klas. Maar waarom eigenlijk? Uit veel wetenschappelijke analyses blijkt dat het niet veel uitmaakt of kinderen les krijgen van juffen of meesters. Moeten we bang zijn voor al die vrouwen in het onderwijs?

Mannen de baas
Allereerst de cijfers. ITS-onderzoeker Geert Driessen geeft in een literatuurstudie uit 2005 mooi aan hoe de man-vrouwverdeling is op Nederlandse basisscholen: mannen zijn de baas en vrouwen geven les. In 2002 is 82 procent van de leerkrachten vrouw; tegelijkertijd is 81 procent van de schooldirecteuren man. Overigens neemt zowel bij leerkrachten als bij directeuren het aantal vrouwen toe. Jaar na jaar komt er een procentje bij. Uit een vergelijking van het OESO (een economisch samenwerkingsorgaan van westerse landen) uit 2007 blijkt dat Nederland niet alleen staat in dit ‘probleem’. In België is tachtig procent van de docenten in het primair onderwijs vrouw, in Engeland is dat 81 procent en in de VS zelfs 88.

Rolmodel
Dat het onderwijs steeds vrouwelijker wordt is niet alleen een internationaal, maar ook een heel oud gegeven, blijkt uit het onderzoek De Mythe van het Vrouwengevaar, van Greetje Timmerman en Mineke van Essen. In Amerika spraken de media al voor de grote oorlogen van ‘het vrouwengevaar’ op de basisschool. Vrouwelijke docenten, die eerst werden gekoesterd om hun ‘moederlijke’ deugden, zouden volgens critici uit die tijd ‘de intellectuele kwaliteit missen om jongens adequaat voor te bereiden op het leven in een moderne samenleving’.

Vooral rond de grote oorlogen werden verwoede pogingen gedaan om meer mannen voor de klas te krijgen. Door de oorlog misten veel jongens een mannelijk rolmodel, niet alleen thuis maar ook op school. ‘Adolescente jongens zouden daar desastreuze gevolgen van ondervinden’, concluderen de onderzoekers uit historische publicaties.

Greetje Timmerman, hoogleraar jeugdstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen, vertelt dat er niet alleen een roep om méér mannen is, maar ook om échte mannen. ‘Er is eerder weleens gesuggereerd om mannen uit het leger naar het onderwijs te halen omdat dat échte mannen zouden zijn.’ Timmerman en Van Essen constateren dat het idee dat vrouwen voor de klas slecht zijn voor de prestaties van jongens oud en hardnekkig is. Maar tegelijkertijd blijkt vrijwel nooit uit empirisch onderzoek dat vrouwen de jongens tot slechtere prestaties leiden, bijvoorbeeld op het vaak onderzochte gebied van rekenen en taal. Natuurlijk is een basisschool meer dan alleen rekenen en taal.

Dat ziet Greetje Timmerman ook wel. Zo is het volgens haar ook belangrijk dat mannen voor de klas bepaalde waarden overdragen. ‘Géén mannen voor de klas straalt een soort minachting uit voor opvoeding en onderwijs.’
Bovendien ontstaat er een vicieuze cirkel. Als je altijd van vrouwen les hebt gekregen, kies je als jongen later misschien minder snel voor een baan als basisschoolleraar. Mannelijke leraren kunnen die vicieuze cirkel doorbreken, denkt Timmerman.
‘We hebben hier in het noorden onderzocht waarom jongens voortijdig stoppen met de pabo. Dat is ten eerste door de snuffelstage in het kleuteronderwijs aan het begin van de opleiding en ten tweede door het curriculum van de pabo. Dat vinden de jongens te veel gericht op het jonge kind. De conclusie is eigenlijk dat jongens gewoon een ander soort leraar willen worden. Ze willen niet voor de peuterklas knippen en plakken.’

Een analyse van het SCO-Kohnstamm Instituut van meerdere onderzoeken bevestigt dat beeld. ‘Jongens zijn meer georiënteerd op kennisoverdracht, meisjes op de omgang met kinderen’, schrijft het instituut.
Het zijn dus niet de mannen die geen les willen geven, zegt Timmerman, het is vooral de manier waarop die jongens afschrikt: een sterke nadruk op didactische en pedagogische waarden. ‘Het curriculum benadrukt ‘vrouwelijke’ waarden. Omgaan met elkaar, in een groep functioneren, samenwerken, dat soort dingen. Pabo-studenten leren geen inhoudelijke expertise, maar zeven didactische en pedagogische competenties. Niet één heeft er nog met kennis te maken. Precies daarom is op basisscholen geen ruimte meer voor mannelijke docenten.’

Carrièreswitch
Terug naar de mannenklas, waar Andreas Huurman één van de studenten is. Tot voor kort werkte hij in de autowereld. ‘Onze dagen draaiden om het halen van omzet en targets’, vertelt hij over zijn vorige leven en dat van veel collega’s uit de mannenklas. ‘Maar we realiseren ons allemaal dat er meer is in het leven. Het gaat eigenlijk om zingeving.’ Lachend vervolgt hij: ‘Misschien lijden we allemaal aan een quarterlife crisis.’ Nu hij lesgeeft op een basisschool in Rotterdam, wil hij ‘nooit meer terug’. ‘Ik vind het onderwijs geweldig.’

Eén van de redenen voor zijn enthousiasme is het gevoel dat hij zich bijzonder nuttig kan maken op de basisschool, juist als man. ‘De meeste kinderen zijn zó enthousiast dat ze een meester hebben. In mijn klas zijn er veel die zonder vader en in een vrouwenwereld opgroeien. Voor een aantal ben ik het eerste mannelijke rolmodel. Er zijn kinderen die niet weten wat ze met me aan moeten. Er zijn ook kinderen die echt angst voor mannen hebben. Als ik ze corrigeer in de rekenles bijvoorbeeld, zijn ze bang dat ik boos ben en duiken ze weg. Met die kinderen probeer ik dingen samen te doen om die angst weg te nemen. Ik merk dat dat helpt.’

Dat is één van de redenen om een mannenklas te beginnen, zegt onderwijsmanager Jeroen Oversier. ‘Zeker in het geval van gezinnen zonder vader kan een mannelijke leraar belangrijk zijn voor kinderen.’
Het is niet zo dat vrouwen slechter lesgeven dan mannen, zegt Oversier, en ook hij kent de onderzoeken waaruit blijkt dat het voor de prestaties van kinderen niet uitmaakt of er een vrouw of een man voor de klas staat. ‘Gelukkig niet!’ Maar Oversier vindt het wel belangrijk ‘dat kinderen gedurende hun basisschooltijd met verschillende leerkrachten in aanraking komen en diverse rolmodellen ontmoeten’.

De pabo ontwikkelt al jaren beleid om meer mannen te trekken. Omdat de pabo van mening is dat een lerarenteam een afspiegeling moet zijn van de samenleving, maar ook gewoon omdat basisscholen om mannelijke leraren vragen. De pabo wil inspelen op die vraag.

Verschuiving
Uit de geschiedenisles van De Mythe van het Vrouwengevaar blijkt dat vrouwen voor de klas vroeger als gevaar gezien werden. Nu wetenschappers dat gevaar hebben ontwapend, verschuift de discussie langzaam naar meer abstracte en moeilijker te onderzoeken waarden. Het gaat nu om een ‘diverse personeelssamenstelling’, die een ‘afspiegeling moet zijn van de samenleving’. Al is het alleen maar omdat leraren ook ‘rolmodellen’ moeten zijn.
Misschien zijn de intuïties over dit onderwerp zo sterk dat wetenschappers er met onderzoek alleen maar voor kunnen zorgen dat de discussie nog verder verschuift, naar steeds moeilijker te onderzoeken argumenten. Er is echter één punt waar onderzoek juist aansluit bij de intuïtie van veel mensen: er lijkt een verschil te zijn in de motivatie van jongens (kennisgericht) en meisjes (kindgericht) om leraar te worden.

Op de pabo moeten jongens en meisjes echter dezelfde lessen volgen en dezelfde doelen halen, vertelt directeur Fred Feuerstake. ‘We morrelen voor deze mannenklas niet aan de eindcompetenties. Ze hebben hetzelfde curriculum als de andere studenten.’ Feuerstake is overigens van mening dat het curriculum ‘niet expliciet negatief’ is voor jongens. Misschien kunnen we conclusies trekken over het vrouwelijke gehalte van de pabo als we over een paar jaar weten hoe hoog de uitval in de mannenklas is. Dat maakt het klasje tot een interessant experiment, vindt Timmerman. ‘Kunnen jullie er geen onderzoeker op zetten?’   

Lees meer over de mannenklas in de rubriek ‘Bij de les’ en de column van Jurgen van Raak

Foto: AtikuX / Flickr  

Discussie: Discriminatie?

In het Algemeen Dagblad reageerde mevrouw De Groot, een oud-pabostudente, op het nieuws dat de mannen uit het mannenklasje direct een baan kregen. ‘Dat lijkt mij een vorm van discriminatie.’ In de grondwet staat dat discriminatie verboden is. In de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen staat zelfs expliciet vermeld dat van het verbod op ongelijke behandeling mag worden afgeweken om een positief actiebeleid ten behoeve van vrouwen te kunnen voeren. Voorkeursbehandeling van mannen is niet toelaatbaar. De RVKO heeft van de 250 sollicitanten alleen mannen aangenomen en dat is volgens de letter van de wet verboden. Maar is er misschien ook nog zoiets als de ‘geest’ van de wet, die zegt dat er een maatschappelijk probleem is dat op deze manier wordt opgelost? Discriminatie of niet ? Reageer onder dit artikel.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top