De opleidingen bouwkunde, lucht & ruimtevaart en industrieel ontwerpen willen met een numerus fixus de studentenaanwas beperken. Als het ministerie van Onderwijs de aanvraag honoreert, zal in 2011 een loting bepalen wie deze technische opleidingen mogen volgen.

Bestuurders van de Hogeschool Rotterdam reageerden verrast op de aanvraag van de TU; de hogeschool en de universiteit hebben immers bindende afspraken gemaakt om de doorstroom van studenten van hbo naar wo te versoepelen. Zo kunnen HR-studenten bouwkunde of industrieel productontwerpen (ipo) drempelloos doorstromen in een master van de TU Delft. Zouden die studenten nu ineens moeten loten?

Maar de TU Delft bezweert dat deze studenten geen last zullen hebben van de numerus fixus. ‘Het geldt alleen voor eerstejaarsstudenten die aan hun bachelor beginnen’, zegt een woordvoerder na wat uitzoekwerk. ‘Studenten die hun bachelor al hebben gehaald en in de master willen instromen kunnen dat blijven doen.’ In theorie, zegt de TU, kun je op alle momenten ná het eerste jaar instromen zónder tegen de muur van een numerus fixus op te lopen.

Uitvallers zijn financiële strop
De TU Delft kampt met financiële problemen en kan het groeiende aantal studenten niet langer bolwerken. Dat heeft onder andere te maken met de manier waarop de overheid het universitair onderwijs betaalt. Het grootste deel van het geld dat universiteiten (per student) krijgen, maakt de overheid pas over als een student zijn diploma heeft gehaald. Universiteiten moeten dus per student geld voorschieten, tot ze hun diploma halen. Ze hebben een financieel probleem als studenten na jaren studeren hun diploma helemaal niet halen. Maar ook als een opleiding in korte tijd fors groeit, zal de universiteit die groei de eerste jaren zelf moeten voorschieten. En dat, zegt de TU, gaat niet langer. ‘Nederland heeft de ambitie om meer studenten techniek op te leiden. Dit is ook een signaal aan de overheid: we kunnen niet méér studenten opleiden voor hetzelfde geld.’

Olmo Linthorst