Rotterdam-Zuid hoeft geen Hillegersberg te worden
Gepubliceerd: 7 February 2010 • Leestijd: 2 minuten en 40 seconden • Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.Van de kenniseconomie wordt veel verwacht. Maar wat gebeurt er op kleinere schaal hier op de hogeschool, een instelling? Profielen praat met docenten, lectoren en onderzoekers over hun vak. In dit nummer: Frans Spierings.
Het is een van de paradepaardjes van Rotterdam: het Pact op Zuid. Een veelomvattend investeringsprogramma van de gemeente, deelgemeenten en woningcorporaties om Rotterdam-Zuid sociaal en economisch op te stuwen in de vaart der volkeren. In een periode van tien jaar (2006-2016) wordt er 1 miljard extra in de zuidoever gestoken. Er is inmiddels 103 miljoen euro geïnvesteerd. Van de 639 projecten is 95 procent de opstartfase al voorbij.
Ook de Hogeschool Rotterdam is partner in Pact op Zuid en met name de kenniskring Opgroeien in de stad is heel actief in het programma. Lector en stadspedagoog Frans Spierings heeft als taak de effecten te monitoren. Samen met Marina Meeuwisse brengt hij sinds 2008 jaarlijks een ‘reisgids’ uit waarin de lichtpuntjes, maar ook de bedreigingen van de ontwikkeling van Zuid in kaart worden gebracht.
‘Dat is voor de kenniskring en hogeschool een belangrijke klus’, vertelt Spierings. ‘De reisgids belandt op het bureau van bestuurders. Onder andere op basis van onze informatie sturen zij het Pact op Zuid. We zijn een kennispartner geworden.’
Tot nog toe hebben de inspanningen op Zuid nog niet genoeg opgeleverd, zo liet het college van b & w van Rotterdam begin januari weten in een rapport waarin het zich verantwoordt over de afgelopen vier jaar. ‘Toch gaat Zuid wel degelijk vooruit’, vindt Spierings. ‘Alleen gaat Rotterdam als geheel hárder vooruit. De achterstand op de rest van de stad wordt dus nog niet ingelopen.’ Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen. ‘Katendrecht is het de afgelopen jaren veel beter gaan doen. Pendrecht ook. Dat scoort nog steeds slechter dan andere wijken, maar het gaat relatief harder vooruit.’
Bescheidenheid is een woord dat Spierings vaak gebruikt. Bescheidenheid in de zin van: niet overspannen. ‘Je kunt van een gebied als Rotterdam-Zuid niet verwachten dat het snel verbetert. Zuid zal zijn achterstand op Noord niet snel inlopen. Dat heeft ook te maken met de aard van de woningvoorraad: kleine goedkope woningen die bereikbaar zijn voor alle doelgroepen. Elke samenleving heeft een onderklasse. De Tarwewijk hoeft ook geen Hillegersberg te worden. Maar een voldoende voor veiligheid en sociale samenhang is wel essentieel. Ik denk niet dat dat lukt binnen de tien jaar van Pact op Zuid, maar in twintig jaar tijd kan het misschien wel.’
Kleinduimpje
Waarom houdt een pedagoog zich eigenlijk bezig met zoiets als het monitoren van een groot project? Spierings werpt de vraag zelf op, omdat het de essentie raakt van de manier waarop de kenniskring pedagogiek invulling geeft.
‘Mijn eerste lezing op de hogeschool ging over sociale wijkvisie. Daarin stelde ik dat maatschappelijk en pedagogisch werkers niet alleen in doelgroepen en problemen moeten denken, maar ook wijkgericht. Verbind sociaal en fysiek met elkaar, want wijkomstandigheden hebben een belangrijke invloed op levenskansen van kinderen.
‘Als je wijkgericht denkt, bepaal je de agenda in plaats van dat je achter de feiten aanloopt. In de jaren zeventig was de sociale sector heel ambitieus. Dat leidde tot de kritiek dat het zijn eigen vraag creëerde. Nu is welzijn een van de zwakke sectoren in de samenleving, met weinig macht en invloed. We zijn een kleinduimpje geworden. Dat is jammer, omdat wij wel van dichtbij zien wat de problemen van mensen zijn.’
Samenwerking met anderen is de gouden weg, vindt Spierings. ‘Kijk naar Pact op Zuid. Daarin worden wonen, onderwijs, werken en welzijn met elkaar verbonden. Je kúnt het niet alleen. Werk samen. Wees een spin in het web.’
Het worden spannende jaren voor de sector. ‘Hoe kunnen wij waarde toevoegen? Hoe kunnen we professioneler werken? Dat zijn belangrijke vragen. We zullen behalve meer samenwerken ook meer moeten werken op basis van onderzoek. We zijn gevraagd om de ‘reisgids’ voor de hele stad te maken. Daar ben ik blij mee, want op die manier krijgen we heel veel data tot onze beschikking. Dit helpt sociale professionals om een precieze diagnose te maken en een meer professionele aanpak van grootstedelijke problemen te realiseren.’
Esmé van der Molen
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top