Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
9 januari 2025

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Toetsen op de HR

Gepubliceerd: 10 June 2010 • Leestijd: 5 minuten en 56 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Het onderwijsbeleid van de HR is gericht op het verhogen van de contacttijd. Meer les dus. Om de belasting van docenten beheersbaar te houden moet de toetstijd worden verlaagd. Hoe gaat dat in de praktijk? Is het mogelijk om te bezuinigen op toetstijd en welke gevolgen heeft dat voor de kwaliteit van het onderwijs?

Lukt het in de praktijk om het onderwijs op deze manier in te richten? ‘Tja, daar vraag je iets’, reageert Rob Overkamp, onderwijsmanager maatschappelijk werk en dienstverlening (mwd). ‘De ptd (zie kader pag.30) is vorig jaar ingevoerd, maar het bleef toch vooral een papieren kwestie. In feite gebruikten we veelal nog de oude toetsvormen. Nu blijkt dat docenten niet met hun tijd uitkomen, want ze hebben het afgelopen jaar wel flink meer les gegeven dan vorig jaar, maar de tijd voor toetscorrectie is niet navenant verminderd. En nu komen de na-claims, wat betreft tijd. Ik merk er nog weinig van dat een (eind)toets deels vervangen wordt door een diagnostische toets tijdens de les.

Toch is dat een impliciete vooronderstelling van ptd. Het is dus duidelijk dat er iets moet gebeuren. Om te beginnen moeten we vastleggen welke toetsvormen er zijn, wanneer die gebruikt worden en of ze allemaal in stand moeten blijven. Ons onderwijs is grotendeels dialogisch van karakter. Naast kennistoetsen, gebruiken we (zelf)reflectieverslagen voor super-, intervisie en studieloopbaanbegeleiding, maar ook essays en schriftelijke casuïstiekbehandeling om de vorderingen van studenten te meten. En dat zijn heel arbeidsintensieve toetsvormen die een docent niet tijdens de les kan afnemen en nakijken.

Het reproduceren van kennis gebeurt natuurlijk, maar het is ook belangrijk dat studenten een betoog kunnen opbouwen met een kop en een staart, en met een conclusie waarop zij feedback krijgen. In de beroepspraktijk moeten zij dat ook. Een goed betoog opzetten vergt oefening en daarom willen we niet wachten met het trainen van de schrijfvaardigheid tot de hogere leerjaren. Nadenken over je beroepshouding en de morele kanten van het beroep is ook een kerncompetentie van onze opleiding. Dat doen studenten door (zelf)reflectieverslagen te schrijven; dat zijn vaak hele lappen tekst waaraan docenten veel tijd kwijt zijn. Hoewel het moeilijk is om hier precieze beoordelingscriteria voor te formuleren en er ook wel twijfel is over het nut van sommige van deze verslagen, kun je deze op een sociale opleiding niet zomaar afschaffen. Het gebeurt ook dat één competentie drie keer wordt getoetst: in de kennis-, de praktijk- en de studentgerelateerde leerlijn. Daar is natuurlijk winst te halen, maar ik ben bang dat de marges toch klein zijn.’

Tekening als toets
‘De belangrijkste toetsvorm bij ons is de technische tekening’, vertelt Maarten van Ogtrop, onderwijsmanager bouwkunde. ‘Besparen op het maken van tekeningen kan eigenlijk niet en daarmee is het voor ons erg lastig om te besparen op toetstijd. Wat we zien is een lichte verschuiving van de toetstijd naar de contacttijd door tekeningen ín de les te beoordelen. Per saldo krijgt de student dan evenveel les en maakt evenveel tekeningen als vóór de ptd.

‘Theoretische toetsen nemen bij ons niet zoveel tijd in beslag. We hebben twee theorietoetsen per kwartaal. Het is een illusie om te denken dat daar veel tijdwinst valt te boeken. Wij besteden expliciet aandacht aan foutenanalyse. Daar hebben we speciale feedbacklessen voor. Studenten met een hoog cijfer ontbreken vaak bij deze lessen, maar wij vinden het belangrijk dat ze toch komen. Daarom willen we nu gaan invoeren dat de cijfers pas worden vrijgegeven tijdens de feedbacklessen. Maar vallen die lessen nou in de contacttijd of in de toetstijd? Dat maakt het ook een beetje lastig om de tijdsinzet van docenten precies te definiëren.’

Lesmateriaal uit het bedrijfsleven
Weer een heel andere situatie zien we bij het CMI (Instituut voor Communicatie, Media en Informatietechnologie). Hans van Toor is kerndocent informatica. ‘Het basisdeel van onze theorielessen is sterk ingekort doordat we gebruikmaken van digitaal e-learning lesmateriaal dat beschikbaar is gesteld door het bedrijfsleven, bijvoorbeeld door Oracle, Cisco en Microsoft. De ontwikkelingen in onze sector gaan razendsnel en worden door het bedrijfsleven natuurlijk op de voet gevolgd. Het is dus handig om gebruik te maken van het lesmateriaal dat zij maken. Zo blijven we up-todate, krijgen we toegang tot de meest actuele technologie en een internationaal netwerk. Studenten krijgen een voorsprong op de arbeidsmarkt en zijn enthousiast over de manier van leren en toetsen. Het geeft hen de gelegenheid om any place, any time de lesstof tot zich te nemen en zichzelf te toetsen en zij krijgen bovendien een certificaat van Oracle of Microsoft en ook daarmee zijn zij blij. Wij als docenten moeten natuurlijk wel bewaken dat het materiaal onafhankelijk genoeg is en relevant voor de beroepspraktijk.

Door deze manier van werken blijft er meer tijd over om op school nieuwe ontwikkelingen, verdiepingslessen en oplossingsstrategieën aan te bieden. Op het hbo gaat het immers niet alleen om het kunnen reproduceren van kennis, maar vooral om het oplossen van complexe problemen. Studenten moeten zich in de praktijk of in een praktijktoets kunnen redden met de theorie en oplossingsvaardigheden die zij hebben geleerd. Het digitaal lesmateriaal alleen is niet voldoende om die vaardigheden te toetsen.

‘Wij, als informaticadocenten, zouden graag onze eigen modules op dezelfde manier vormgeven als de bedrijven doen, maar N@tschool biedt deze mogelijkheid niet. We laten op het gebied van innovaties in het onderwijs echt wel wat liggen. Het aanstellen van een lector e-learning lijkt mij dan ook een hele goede zaak.’

Digitaal toetscentrum
De locatie Kralingse Zoom is sinds dit collegejaar in het trotse bezit van een digitaal toetscentrum. Sander Schenk is projectleider digitaal toetsen vanuit het IFM (Instituut voor Financieel Management). ‘Ons instituut hoefde de contacttijd niet echt te verhogen omdat we al aan de norm zaten. Dat betekent dat we ook niet bewust hoefden in te grijpen op de toetstijd. Toch zijn wij al vanaf september 2009 druk bezig met de ontwikkeling van digitale toetsen. De analyse van toetsen en toetsvragen verbetert door het digitaal te doen. We kunnen beter en sneller kwantificeren en in kaart brengen waar studenten de mist ingaan. We maken daar echt een kwaliteitsslag. Over het rendement van digitaal toetsen zijn wij behoorlijk tevreden. We nemen per onderwijsperiode zes tot zeven propedeusetoetsen af. Volgend jaar komen daar toetsen voor het tweede jaar bij. Daarna neemt het belang van digitaal toetsen geleidelijk af. Dan worden hogere leerdoelen als analyseren, betogen en synthetiseren steeds belangrijker en die vaardigheden toets je meestal op een andere manier, in project-, praktijk- en afstudeeropdrachten. ‘Over het algemeen zijn de reacties op het digitale toetsen positief. Studenten krijgen hun cijfers veel eerder terug dan voorheen. Bovendien hebben ze de zekerheid dat iedereen op dezelfde manier beoordeeld is.

Het systeem is voor iedereen even streng. Voor docenten wordt de correctietijd door het digitale toetsen aanzienlijk minder. Er is een groep docenten die blij is met deze tijdwinst, maar er zijn er ook die het nachtelijke nakijken met de rode pen missen, voor wie dit onlosmakelijk verbonden was met hun beroepsuitoefening. ‘Docenten die de input voor de toetsen aanleveren, besteden daar nu minstens zoveel tijd aan als in de tijd vóór het digitaal toetscentrum. Per saldo zijn we nu misschien wel meer tijd kwijt aan toetsen dan voorheen. Ook als we op routine draaien zal het digitale toetscentrum nog altijd een flinke tijdsinvestering vragen. Er moeten steeds opnieuw toetsen worden gemaakt, de feedback moet worden gegenereerd en we willen in de toekomst ook oefenmateriaal en formatieve (diagnostische) toetsen plaatsen. Tenslotte is het de bedoeling dat er voor het eerste jaar van de hele Kralingse Zoom digitale toetsen komen, niet alleen voor financieel management. Alles bij elkaar een behoorlijke investering, maar gelukkig staat daar een kwaliteitsimpuls én een besparing op correctietijd tegenover.’

De diversiteit aan toetsen op de hogeschool is groot. Rob Overkamp, onderwijsmanager mwd, vat het mooi samen: ‘Wij zijn een andere opleiding dan bijvoorbeeld commerciële economie waar veel colleges worden gegeven aan grote groepen en er makkelijker digitaal kan worden getoetst dan bij ons. Ik pleit voor erkenning van het onderscheid tussen instituten en opleidingen, ook op het gebied van toetsen. Nu geldt de ptd voor ons allemaal, terwijl de onderlinge verschillen groot zijn.’

Dorine van Namen

PTD
Vorig jaar werd de ptd (planning taaktoedeling docenten) ingevoerd. Daarin is vastgelegd hoeveel tijd docenten moeten besteden aan onderwijsuitvoering, voorbereiden van lessen, beoordelen van werk van studenten, onderwijsontwikkeling, professionalisering en onderwijsorganisatie (vergaderingen). Voor docenten geldt dat ze maximaal veertig procent van hun tijd besteden aan de contacttijd met studenten, en ook veertig procent aan voorbereiden en nakijken. Het ptd-systeem is van toepassing op docenten van de hogeschool met een aanstellingsomvang van meer dan 0,3 fte.

Dititaal toetscentrum
IFM is het eerste instituut dat grootschalig gebruikmaakt van het digitaal toetscentrum. In het afgelopen blok zijn ook de andere twee instituten op de Kralingse Zoom voorzichtig begonnen. Er zijn geen plannen voor de bouw van digitale toetscentra op andere locaties. In het paviljoen dat voor het Museumpark wordt gebouwd is wel een pc-lokaal gepland dat als assessment center kan worden gebruikt. De instituten EAS en IMO denken na over digitaal toetsen. Zij willen daar echter gewone pc-lokalen voor gebruiken.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top