Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
25 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Twee koffers

Gepubliceerd: 4 March 2010 • Leestijd: 3 minuten en 54 seconden • Overig Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Profielen mag voorproeven! In april verschijnt Mama Tandoori, de vierde roman van de Rotterdamse schrijver en Profielencolumnist Ernest van der Kwast. Hier een voorpublicatie de luxe, met als extra door de schrijver opgetekende Indian facts.

Het begon allemaal met twee koffers. Mijn moeder kwam in 1969 met twee koffers vol armbanden, kettingen en oorringen in Nederland aan. Ze betrok een kamer in het zusterhuis van Rotterdam en ging aan de slag als verpleegster. De koffers verstopte ze onder haar bed, volgens Indiërs de beste plek om waardevolle spullen te bewaren. Mijn moeder vertrouwde mij ooit toe: ‘Inbrekers kijken nooit onder bedden.’ Mijn vader fluisterde in mijn oor: ‘In India heeft bijna niemand een bed.’

De twee koffers bleven jarenlang onder het bed van mijn moeder liggen. Totdat mijn vader, een onhandige man met flaporen, een typische Hollander, verliefd werd op de exotische vrouw die mijn moeder in zijn ogen was. Ik weet niet precies hoe het allemaal is gegaan, ik wil het eigenlijk ook niet weten. Laat ik volstaan met: de koffers verhuisden op een gegeven moment naar een kleine woning in de Bloemstraat en kwamen daar terecht onder een tweepersoonsbed. Mijn vader studeerde geneeskunde en zat de hele dag tot aan zijn flaporen in de boeken. Mijn moeder werkte als verpleegster en zorgde voor het brood op de plank. Of in haar geval: voor naan. Mijn moeder vertrouwde mij toe: ‘Je vader was zo arm als een rat in Delhi.’ Mijn vader fluisterde in mijn oor: ‘Wás ik maar een rat in Delhi.’

De woning in de Bloemstraat was gehorig, stond scheef en stonk nog erger dan de oksels van mijn vader. Althans, zo luidt de versie van mijn moeder. Er is geen mogelijkheid meer om dit te verifiëren. De huizen in de Bloemstraat zijn gesloopt, op de plek waar mijn ouders ooit woonden staat nu een kolos van een flat. De tijd is een verschrikkelijke alleseter, een onstilbare omnivoor. De stank onder de oksels van mijn vader is echter nooit opgeslokt, die lijkt onvergankelijk te zijn. Volgens mijn moeder heeft het te maken met zijn werk. Mijn vader is patholoog-anatoom.

‘Wat ruik ik?’ vroeg mijn moeder vaak aan tafel. ‘Hmm,’ zei mijn vader. ‘Tandoorikip.’ Mijn moeder: ‘Ik ruik lijken! De geur van doden bederft mijn eten.’ Mijn vader bracht zijn neus dichter bij zijn bord: ‘Heerlijk,’ zei hij. ‘Tandoorikip.’ ‘Het komt uit je oksels,’ brulde mijn moeder. ‘De lijkengeur zit in je oksels! Je moet je armen tegen je lichaam duwen!’

Als ik aan vroeger denk, zie ik mijn vader aan het hoofd van de tafel zitten, zijn armen krampachtig tegen zijn lichaam gedrukt, het bestek onhandig bungelend in zijn handen. In mijn jeugd ben ik nooit op het werk van mijn vader geweest, bang dat ik hem zou aantreffen met zijn armen tot aan zijn oksels in een lijk. De scheve, stinkende, gehorige woning in de Bloemstraat was er niet een om lang te blijven. Er werd al snel gezocht naar nieuwe huisvesting. Deze vond mijn moeder aan de Jericholaan, in de chique Rotterdamse wijk Kralingen. Nummer 81 was een herenhuis met drie verdiepingen, een ruime tuin en een huurder, meneer Gerritsen. Ik heb meneer Gerritsen nooit mogen ontmoeten. Toen ik geboren werd, was hij het huis al ontvlucht terwijl hij met overslaande stem riep: ‘Ze is de duivel! Ze is de duivel!’

Het huis aan de Jericholaan kostte een vermogen, maar het lukte mijn moeder af te dingen op de vraagprijs, zoals ze op alles afdong: kleding, meubels, witgoed, kipfilet. Afdingen was een hobby, meer nog: een sport. Mijn halve jeugd heb ik doorgebracht in winkels en warenhuizen, wachtend tot de verkoper zou toegeven iets van de prijs af te halen. Ik herinner me een beddenwinkel waar mijn moeder tegen de verkoper zei: ‘In India koop je voor die prijs honderd stapelbedden.’ Ik haalde het niet in mijn hoofd te zeggen dat er in India helemaal geen stapelbedden zijn. Ik gedroeg me zoals me was opgedragen. Ik lag languit op een matras en zou niet eerder opstaan dan op het teken van mijn meder. Dat was om half vijf in de middag, ruim zes uur nadat we de winkel wren binnengestapt. De verkoper zag eruit alsof hij twaalf rondes had gebokst. Mjn moeder had een triomfantelijke lach op haar gezicht. Ze had tachtig procent van de prijs afgekregen.

De makelaar die de Jericholaan verkocht, werd ook verslagen. Het verhaal gaat dat mijn moeder de twee koffers wilde ruilen voor het huis. De makelaar begreep de ruil niet. ‘U kunt alleen met geld betalen,’ zei hij, waarop mijn moeder in woede ontstak. ‘U beledigt mij,’ riep ze. ‘In India kun je met deze twee koffers een hele stad kopen!’ De makelaar keek naar de koffers, in zijn voorhoofd verschenen diepe groeven, zijn blik werd steeds droeviger. Misschien dacht hij na over het zoeken van een andere baan. Mensen die mijn moeder op hun pad tegenkwamen, konden volgens mij niet anders dan tot de conclusie komen dat ze het verkeerde levenspad hadden ingeslagen. Mijn moeder interpreteerde de stilte van de makelaar als interesse. Ze somde de juwelen op die zich in de koffers zouden bevinden: neusringen, enkelkettinkjes, armbanden, oorbellen, halskettingen, zelfs een gouden kroon. De makelaar keek hulpeloos naar mijn vader, maar die wist dat hij een spreekverbod had. Mijn vader mocht alleen ademhalen en knikken. (Dat laatste uiteraard als het een opmerking van mijn moeder betrof.) De makelaar noemde voorzichtig de vraagprijs. Mijn moeder schudde haar hoofd en deelde de vraagprijs door tweeën, haalde er tienduizend af, vergeleek die prijs met roepies, deelde het bedrag nog een keer door tweeën, en sprak toen de uitkomst uit. Mijn vader ving de makelaar op en fluisterde in zijn oor: ‘Het komt goed, het komt allemaal goed. Bedenk dat je niet met haar getrouwd bent.’

Ernest van der Kwast
Voorpublicatie Mama Tandoori

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top