Vijf vragen over het digitale toetscentrum
Gepubliceerd: 1 February 2010 • Leestijd: 2 minuten en 42 seconden • Longread Dit artikel is meer dan een jaar oud.Als eerste hbo in Nederland heeft de Hogeschool Rotterdam een digitaal toetscentrum. Wijnand van den Brink, directeur voorzitter van het Instituut voor Financieel Management, kreeg het idee in de file.
Wat is het?
‘In het digitale toetscentrum op de locatie Kralingse Zoom staan honderdvijftig computers waarop tentamens kunnen worden afgenomen’, legt van den Brink uit. ‘De computer kan verschillende soorten vragen stellen, onder andere multiple choice, vragen met korte tekstantwoorden, cijfermatige opgaven, drag&drop vragen en vragen ondersteund met videopresentaties. Het centrum wordt bemand door een vaste surveillant met ICT-kennis. Voor iedere veertig aanwezige studenten komt er een surveillant bij. De computers zijn beveiligd, waardoor studenten geen verbinding kunnen maken met de buitenwereld. In februari zullen de eerste tentamens afgenomen worden. Dat gebeurt nu nog per groep, maar in de toekomst is het de bedoeling dat studenten in de toetsweken via een stoelreserveringssysteem kunnen kiezen op welke dag en welk tijdstip ze een toets maken. Daarvoor moet de itembank eerst goed gevuld zijn met vragen, zodat veel verschillende varianten van één toets samengesteld kunnen worden. Ik verwacht dat dit binnen twee jaar mogelijk is.’
Waarom een digitaal toetscentrum?
‘Er komt een nieuwe generatie aan die gewend is om digitaal getoetst te worden. Zelfs op de basisschool worden de tafels digitaal overhoord. Daarnaast zorgt digitaal toetsen ervoor dat de piekbelasting bij docenten afneemt. Soms moeten er zevenhonderd tentamens nagekeken worden in tien dagen, dat gebeurt in het toetscentrum automatisch. In plaats van het nakijken van vragen kunnen de docenten hun tijd bijvoorbeeld inzetten voor het ontwikkelen van toetsvragen. Het centrum biedt ook mogelijkheden voor tussentijdse diagnostische toetsen. Nu gebeurt dat niet, omdat de docent anders nog meer na te kijken heeft. Maar als het automatisch kan en de toetsvragen er toch al zijn, is een toets makkelijk samen te stellen.’
Wat is er tegen een digitaal toetscentrum?
‘Niet alle docenten hebben al een goed gevoel bij de uitkomsten van de toets. Ze hebben niet het vertrouwen dat het cijfer dat de computer berekent ook daadwerkelijk klopt met de prestatie van de student. Door het digitale toetsen denken ze het inzicht in de becijfering kwijt te raken. Ook is er een angst voor niveauverlaging door het digitaal toetsen. Die angst is echt onterecht. Voor inzichtvragen is het systeem inderdaad nog niet geschikt. Dat moet getoetst worden in projecten, presentaties en assessments. Maar vooral in de eerste twee jaar waarin meer kennis dan inzicht aangeleerd wordt, is digitaal toetsen ideaal.’
Wat betekent het voor docenten?
‘Ze hebben veel minder na te kijken. En de statistieken van de toetsresultaten leveren een goed beeld van de kennis van studenten en de kwaliteit van de toets. Deze statistieken kunnen ze gebruiken bij de voorbereiding van de volgende lessencyclus.
‘Het systeem borgt dat de toetsen altijd van hetzelfde niveau zijn. Geen discussies meer met studenten over het niveauverschil tussen tentamen en hertentamen.
‘Het toetscentrum kan door docenten ook gebruikt worden om tussentijds te toetsen. Vierdejaars bij wie de basiskennis is weggezakt, kun je bijvoorbeeld een tentamen uit het eerste jaar laten maken om de kennis op te halen. Met het systeem kun je studenten alvast halverwege de periode aan het werk zetten. De docent kan ze dan een kennistoets laten doen die deels meetelt. Met onze studentenaantallen was dat eerst te veel extra werk voor de docent. Nu hoeft hij het niet meer zelf na te kijken én kan de student gestimuleerd worden om niet pas op het laatste moment aan een vak te beginnen.’
Wat hebben studenten eraan?
‘We horen vaak van studenten dat ze ’s ochtends of juist aan het einde van de middag niet zo goed presteren. In de toekomst kan de student zélf kiezen wanneer hij een tentamen maakt. Het blijft wel zo dat er twee kansen per vak zijn en de toets aan het einde van de blokperiode moet worden gemaakt. Na een digitale toets weet de student direct hoeveel vragen hij goed heeft. En via de mail krijgt hij te zien hoe hij op de verschillende onderwerpen heeft gescoord. Mocht er een hertentamen nodig zijn, dan weet de student waar hij nog eens extra naar moet kijken.’
Mirjam Goudswaard
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top