Klacht van: student accountancy
Tegen: examencommissie van het Instituut voor Financieel Management
Uitspraak: ONGEGROND

Een student accountancy bereidt in de bibliotheek een tentamen voor als hij wordt aangesproken door een voor hem onbekende medestudent om samen een aantal opgaven uit te werken ter voorbereiding van het tentamen. Beiden lossen de vragen op en de onbekende vraagt hem of hij ook een kopie van de uitwerkingen wil hebben. Dat wil de student wel en hij neemt de kopie mee naar de toets, niet wetende dat de vragen en antwoorden een deel van de betreffende toets zijn.

Vóór het maken van het bewuste tentamen levert de student dit voorbereidingsmateriaal bij de surveillant in; na de toets mag hij het weer ophalen. Door examenstress overmand vergeet hij dit en hij veronderstelt dat de surveillant de A4-tjes bij zijn tentamen moet hebben neergelegd. Dat is althans het verhaal van de student.

De examencommissie ziet het anders. Op het voorbereidingspapier stonden ongeveer dezelfde antwoorden als nodig voor het tentamen en dat kan maar een ding betekenen: fraude. De examencommissie stelt vast dat de student voor en tijdens het betreffende tentamen de beschikking had over vragen en antwoorden. Men vindt de verklaring van de student ongeloofwaardig en neemt de student het voorval zeer kwalijk. Van een (toekomstig) accountant mag een hoge mate van eerlijkheid, betrouwbaarheid en integriteit verwacht worden.

Ook het college van beroep gelooft het verhaal van de student in kwestie niet en oordeelt dat het in bezit hebben van een A4-tje met daarop vragen en modelantwoorden voldoende is om tentamenfraude te constateren. Het college verklaart het beroep van de student dan ook ongegrond. De student wordt voor twaalf maanden uitgesloten voor het doen van hetzelfde tentamen.

Dorine van Namen