De wolkenkrabber: on-Amerikaans
Gepubliceerd: 15 April 2011 • Leestijd: 3 minuten en 5 seconden • Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.Onlangs verscheen er een artikel van zijn hand in het toonaangevende tijdschrift International Journal on Tall Buildings and Urban Habitat. Profielen sprak met Gerard Peet, docent ruimtelijke ordening en planologie over zijn zoektocht naar ‘the origin of the skyscraper’.
‘Dit artikel is de opmaat naar een boek over dit onderwerp dat ik dit jaar hoop af te ronden. Het idee is voortgekomen uit het keuzevak over hoogbouw dat ik geef. Dat gaat over de bijdrage die hoogbouw levert aan de ontwikkeling van steden en meer in het algemeen over de vraag ‘Waarom bouwen mensen hoog?’ Het antwoord is eigenlijk simpel: omdat het zin heeft en omdat er geld mee verdiend kan worden. Hoogbouw zorgt voor een compacte stad, lost gebrek aan ruimte op. Daarnaast draagt het bij aan het imago van een stad. De aanwezigheid van wolkenkrabbers laat zien: Dit is geen dorp maar een stad. En tot slot kunnen wolkenkrabbers dienen als symbolen van macht. Economisch of religieus.’
Kerktoren is geen wolkenkrabber
Wat is eigenlijk een wolkenkrabber? ‘Er zijn technische definities waarin een staalconstructie, stalen frame en een lift bepalend zijn. Zelf vind ik het belangrijker om te kijken hoe een gebouw in zijn tijd werd waargenomen. Dan is het een hoog gebouw met meerdere etages om mensen te huisvesten. Het gebouw is dus bedoeld om te wonen of te werken. Daarom is een kerktoren geen wolkenkrabber. De definitie van hoog varieert natuurlijk in de tijd. In de negentiende en begin twintigste eeuw werd 35 meter aangehouden om een gebouw als wolkenkrabber te classificeren. Voor moderne gebouwen hanteer ik een hoogte van 150 meter en hoger.’
Wolkenkrabbers in het Romeinse Rijk
‘In mijn onderzoek laat ik zien dat wolkenkrabbers veel Europeser zijn dan men vaak denkt. Wolkenkrabbers komen uit Amerika, dat is de notie die bij de meeste mensen leeft. De eerste zou het Home Insurance Building (1885) in Chicago zijn. Maar: in de achttiende eeuw kunnen we al wolkenkrabbers in Europa aanwijzen: de City Chambers (1753) in Edinburgh bijvoorbeeld, of de Mathematische Turm (1758) in Kremsmunster. Er zijn zelfs bronnen waaruit blijkt dat er al wolkenkrabbers waren in het Romeinse Rijk.’
De vraag die Peet bezighoudt, is dus wat er búiten Amerika gebeurde en hoe de wereld Amerika heeft beïnvloed. ‘We onderscheiden twaalf bouwstijlen voor hoge gebouwen: modernisme, expressionisme en art deco bijvoorbeeld. Van die twaalf stijlen zijn er maar drie in Amerika ontwikkeld, de andere negen zijn Europees. In het bijzonder wordt de techniek die voor wolkenkrabbers nodig is aan Amerikanen toegeschreven, maar ook daar ligt het verhaal wat genuanceerder. De Amerikaan Otis bijvoorbeeld vond een lift uit die ook veilig was. Maar de uitvinding die nodig was om liften te kunnen maken die hoger gingen dan zestig meter komt uit Duitsland en ook de eerste elektrische lift, van Siemens, komt uit Duitsland.
‘Bovendien verschilt de manier waarop men stedenbouwkundig met wolkenkrabbers omgaat. In Amerika verrijzen wolkenkrabbers daar waar vastgoedontwikkelaars grond kunnen kopen; daar is hoogbouw a machine that makes land pay, een gebouw waarmee hoge grondprijzen met winst terugverdiend kunnen worden. In Europa zijn wolkenkrabbers juist een middel om stedenbouw vorm te geven. Op de tekentafel wordt ingepland waar ze komen.’
Onderzoek in het onderwijs
‘Voor het vak hoogbouw is behoorlijk veel belangstelling. Ik gebruik m’n eigen onderzoeken, naast ander materiaal natuurlijk, als lesmateriaal en op hun beurt dragen studenten ook aan mijn onderzoeken bij. Een paar Turkse meiden hebben voor mij de geschiedenis van een gebouw uit Istanbul uitgezocht waarover ikzelf eigenlijk niets kon vinden. Daarnaast ben ik al jaren bezig om een beeldbank aan te leggen van de eerste wolkenkrabber van zoveel mogelijk steden over de hele wereld, en ook daaraan leveren studenten een bijdrage. Zij hebben foto’s gemaakt van wolkenkrabbers waar ik zelf geen beeld van kon vinden. Ik heb er nu een paar honderd.’
Avontuurlijk ontwerpen
Peet zat twaalf jaar in de gemeenteraad van Rotterdam en had onder andere stedenbouw en ruimtelijke ordening in zijn portefeuille. Zien wij de hand van Peet in de Rotterdamse stedenbouw terug? ‘Nou nee hoor’, lacht hij. ‘De invloed van gemeenteraadsleden op het stedenbouwkundige ontwerp is beperkt, en terecht.
Het is eigenlijk afschuwelijk als politici zich bemoeien met architectuur. Wel heb ik, samen met vier, vijf andere raadsleden, proberen te bevorderen dat architectuur meer is dan dertien in een dozijn en heb ik ambitie en kwaliteit toegejuicht. Een beetje avontuurlijke ontwerpen, daar houd ik van.’
Dorine van Namen
Wie: Gerard Peet, civiel ir (TU Delft), docent ruimtelijke ordening en planologie HR
Geeft o.a. les in: Geschiedenis van de stad, Hoogbouw, Ondergronds bouwen
Onderzoeksgebieden: Niet-Amerikaanse geschiedenis van wolkenkrabbers, Geschiedenis van Rotterdamse stadsontwikkeling
Publicaties: Walvissen en dolfijnen in de Noordzee (2006), Kleine Rotterdamse Pinguïn Encyclopedie (2003), Burgermansgepruts, 100 jaar Heemraadssingel (2000),
Eerder: Lid gemeenteraad Rotterdam (1994-2002), Zelfstandig ondernemer/architect: S.E.A. Foundation (1982-1994)
Foto: WilcozPics/Flickr
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top