Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
30 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

‘Macht raden van toezicht overschat’

Gepubliceerd: 29 March 2011 • Leestijd: 6 minuten en 5 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

De perikelen bij Hogeschool Inholland hebben niet alleen het college van bestuur maar ook de raad van toezicht de kop gekost: die trad af vanwege ‘niet effectief ingrijpen’. En nu wil staatssecretaris Zijlstra meer invloed op de toezichthouders. Daar zitten ze zelf niet op te wachten.

Op de foto Kees van der Waaij van de HR

‘Iedereen denkt altijd dat raden van toezicht alles weten en dat de leden er enorm rijk van worden. Dat klopt allebei niet.’ Hoogleraar onderwijseconomie Henriëtte Maassen van den Brink weet waarover ze spreekt. Ze voert nu al twee jaar de top honderd van ‘machtigste vrouwen in onderwijs en wetenschap’ aan die maandblad Opzij jaarlijks publiceert. Die ereplaats heeft ze mede verdiend door haar lidmaatschap van verschillende raden van toezicht, waaronder die van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Een zinnige functie, vindt ze, maar ‘de macht van dergelijke raden wordt schromelijk overschat’.

Wat doen de raden van toezicht eigenlijk? Ruwweg houden ze in de gaten of het college van bestuur doet waarvoor het is ingehuurd: een hogeschool runnen die fatsoenlijk onderwijs geeft, waar men netjes met de financiën omspringt en die zich aan de wettelijke regels houdt. De toezichthouders bekleden (of bekleedden) meestal tamelijk hoge functies in het bedrijfsleven, de politiek-ambtelijke wereld of bij grote maatschappelijke organisaties, bijvoorbeeld in de zorg of het onderwijs. Geen docenten, want toezicht houden op jezelf is wat lastig. Eigen werknemers staan dus in het rijtje met onverenigbare functies; je kunt al geen lid van de raad van toezicht worden als een neef of nicht in de organisatie werkt.

En wie benoemt de leden? Niet de minister van Onderwijs, want het merendeel van de hogescholen behoort tot de categorie ‘bijzonder onderwijs’, ook de Hogeschool Rotterdam. In de praktijk komt dat erop neer dat de raad van toezicht zijn eigen leden benoemt; een hogere instantie binnen de hogeschool bestaat immers niet.

Vriendjespolitiek?
Dat zou op vriendjespolitiek kunnen wijzen en ja, bij een vacature zoekt men allicht in de eigen netwerken. Daar staat tegenover dat de regels rond bestuur en toezicht in het hbo tegenwoordig transparant zijn. In 2006 publiceerde de overkoepelende HBO-raad een branchecode governance waar de hogescholen zich aardig aan lijken te houden: hoe aardig wordt op dit moment door een onafhankelijke evaluatiecommissie onderzocht, na de zomer zijn de resultaten bekend.

In die code staat van alles over benoemingen en de eisen waaraan kandidaten moeten voldoen. Er zijn hogescholen die de regels nog aangescherpt hebben. Ook de colleges van bestuur, en op bepaalde momenten de medezeggenschapsraad, spelen een rol, in ieder geval bij het opstellen van een profielschets.

Rijk word je niet van het lidmaatschap van een raad van toezicht. De beloning is openbaar, en er is een landelijke richtlijn dat de leden jaarlijks iets meer dan bruto 6000 en de voorzitter 9000 euro mogen toucheren. Ook de leden van de raad van toezicht van de Hogeschool Rotterdam ontvangen vergoedingen van deze omvang.

Toch is dat net een punt waarover Maassen van den Brink zich druk maakt. ‘In Nederland doe je dit soort functies voor een fles wijn en een geranium. Dat is allemaal best, maar het ziet ernaar uit dat de overheid een grens wil stellen aan het aantal lidmaatschappen van toezichtraden, zoals dat ook al in het bedrijfsleven geldt. Maximaal vijf, het voorstel daartoe van SP’er Irrgang ligt nu bij de Eerste Kamer. Maar trek je dan nog wel de mensen die zeer deskundig zijn? Als die moeten kiezen tussen Philips en een hogeschool, dan weet je het wel. In het grotere bedrijfsleven betalen ze dertig-, veertigduizend euro.’

Kees van der Waaij, voorzitter van de raad van toezicht van de Hogeschool Rotterdam en in het dagelijks leven (nog even) directievoorzitter van Unilever Nederland Holding, erkent dat punt: ‘Aan de andere kant doe je zoiets niet voor het geld, maar vanuit maatschappelijke betrokkenheid.’

‘Precies’, vindt Olaf Smits van Waesberghe, directeur van het Nationaal Register Commissarissen en Toezichthouders, een werving- en selectiebureau voor toezichthouders. ‘Wij bemiddelen jaarlijks honderden mensen. Velen doen het om hun ervaring te delen. De stelling dat je straks geen mensen meer voor goede doelen en ziekenhuizen zult krijgen vind ik pedant.’ Maar Maassen van den Brink houdt vol: ‘De rol van raden van toezicht is beperkt en dat heeft mede te maken met het feit dat mensen het erbij doen. Het is hobbyisme. Je moet het toezichthouderschap professionaliseren, ze beter betalen. Maak er maar een baan van.’

Benoeming cvb
De grote vraag is natuurlijk hoe effectief het toezicht is van de raden. Zo heel vaak vergaderen ze niet, veelal zo’n vier keer per jaar en bijvoorbeeld acht keer bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Zijn affaires zoals die bij Inholland te voorkomen? Van der Waaij: ‘Ik ga niet oordelen over een collega-instelling, maar als ik kijk naar de kennis die we hebben, de gesprekken die we voeren op allerlei niveaus, dan denk ik dat we het goed geregeld hebben in Rotterdam.’
Zijn collega van de Hogeschool Utrecht, Maarten Rook, is iets voorzichtiger: ‘In essentie weet je niet of je voldoende informatie hebt. We hanteren indicatoren, en dan gaat het niet alleen over de financiële onderwerpen maar ook over zoiets als de studenttevredenheid; dat is een onderwerp waar we de laatste jaren erg bovenop gezeten hebben. We hebben geen onaangename verrassingen gehad.’

De voornaamste bron van informatie is het college van bestuur, terwijl dat net het orgaan is dat gecontroleerd moet worden. Vandaar, zeggen beide voorzitters, dat er een vertrouwensband moet zijn. Want, zegt Rook, ‘de leiding heeft de leiding. Misschien is dat wel de belangrijkste taak van een raad van toezicht: zorgen dat er een goede leiding zit.’ En Van der Waaij: ‘Dat wij het college van bestuur benoemen is een machtig wapen.’ Toch zeggen de toezichthouders niet uitsluitend af te gaan op de bestuurders. Er zijn de nodige accountantsrapporten en periodiek vergadert men met de medezeggenschapsraden, of met instituuts- en dienstendirecties.

Rook: ‘En je moet als voorzitter zo nu en dan een receptie bezoeken. Daar proef je de sfeer van de instelling, je ziet wie er met wie spreekt en vooral ook wie niet met wie. Dat is heel nuttig.’

Meer zeggenschap overheid
Resteert de onlangs door staatssecretaris Zijlstra uitgesproken wens om waar nodig meer zeggenschap over de raden van toezicht van de hogescholen te krijgen.
Dat geeft om te beginnen wettelijke problemen, signaleert de Tilburgse onderwijsjurist Paul Zoontjens: ‘Hij kan de raden van toezicht niet benoemen, want het zijn bijna allemaal privaatrechtelijke instellingen. Maar als men er ergens een rotzooitje van maakt, kan hij een ‘aanwijzing’ geven dat men bijvoorbeeld bestuur en toezichtraad moet vervangen, op straffe van verlies van bekostiging. Zelf zou ik voorstander zijn van meer regulering door de HBO-raad, een eigen toezichtsysteem.’

Maar bij de hogescholen zelf zit men niet te wachten op extra invloed van buiten, noch van het ministerie, noch van de HBO-raad. Kees van der Waaij van de HR: ‘Als in dit land iets gebeurt, zoals de brand in Volendam, de vuurwerkramp – vreselijke incidenten maar toch: incidenten – dan moet gelijk het hele bestel op zijn kop. Dat is nergens voor nodig.’ Maarten Rook van de Hogeschool Utrecht: ‘Meer greep op de raden van toezicht? Dan ben ik de eerste die opzegt. Ik word geen loopjongen van de minister. Het is ook een illusie dat al dat extra toezicht beter bestuur oplevert. Alles is tegenwoordig in codes neergelegd, vroeger heette dat gewoon fatsoen. Toen hield men zich er soms niet aan, en nu is het niet anders. Wat voor nut heeft zo’n code dan?’

Deskundige Peter Kwikkers: ‘Er moet wat gebeuren’
‘Het is duidelijk dat er wat moet verbeteren aan het systeem van bestuur en toezicht op universiteiten en hogescholen. De Wet op het hoger onderwijs en onderzoek hoeft daar niet per se voor worden aangepast. Die is voldoende helder over de bevoegdheden van de raad van toezicht en het college van bestuur.
‘Het lijkt me ook niet zinvol om instellingen te dwingen hun slecht functionerende besturen of raden te vervangen op straffe van verlies van bekostiging. Zo’n straf is meer een probleem dan een oplossing en het kalf is dan toch al verdronken. Meer extern toezicht helpt evenmin, want de controletoren is al omgevallen en de gedragscode governance is wat dit betreft ook summier. Wat misschien wel wettelijk verboden moet worden is dat iemand lid is van twee of meer raden van toezicht. Dat kan tot loyaliteitsproblemen leiden.
‘Verder zie ik de oplossing in intern redesign. De kern van het probleem zit in het scheef getrokken evenwicht tussen colleges en directies enerzijds en de medezeggenschapsorganen anderzijds. Dat evenwicht moet worden hersteld en de raad van toezicht zou daar een goede bijdrage aan kunnen leveren.
‘Leden van raden en toezicht zijn wel van goede wil, maar het ontbreekt hen vaak aan tijd en aandacht, aan kennis van wet- en regelgeving en aan inzicht in wat er bij een universiteit of hogeschool fout kan gaan. En dan gaat het vroeg of laat ook fout. Er moet wel wat gebeuren. Wegwuiven van problemen als zouden het maar incidenten zijn, is niet verstandig.’

Peter Kwikkers, www.triasnet.nl, is onafhankelijk adviseur in hoger onderwijsbeleid-, bestuur, en -recht. Hij schreef onder andere in Thema het tweeluik ‘Weten wij raad van toezicht’ en hij is hoofdauteur van de uit drie delen bestaande SDU-serie ‘Wegen voor nieuw hoger onderwijs en wetenschap’.

Wammes Bos (HOP)

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top