10.30 uur
Locatie Museumpark. In een collegezaal geven docent Marina Meeuwisse en twee wijkagenten les over de structuur van een stad. De studenten moeten de tekeningen bekijken die bewoners hebben gemaakt van de fysieke en sociale structuur. Kopietjes ervan worden rondgedeeld. Meeuwisse: ‘Willen jullie opschrijven wat voor persoon degene is die de tekening maakte?’ Nele, student verloskunde, vindt het lastig. ‘Pfff, ik weet het eigenlijk niet. Allee, hoe zeg je dat? Ik denk dat de persoon zijn sociale leven belangrijk vindt.’ Na afloop vertelt Nele dat ze het college niet goed begreep. ‘Het ging ook te veel over architectuur, en minder over mensen.’ De Rotterdamse mensen vindt ze erg leuk. ‘Levendig en heel sociaal. En er zijn hier veel verschillende culturen.’

15.50 uur
De studenten hebben de wandeling door Delfshaven er bijna opzitten. HR-student Jordy (fysiotherapie) sprak een bewoner over stankoverlast, hangjeugd en over de uitkering waarvan hij moet rondkomen. Is dat armoede? Jordy is in elk geval onder de indruk. ‘Ik stond er nooit bij stil dat niet iedereen in Nederland uit een goed gezin komt.’ Gedurende de week is er over (kans)armoede gesproken. De Vlamingen en Nederlanders denken er verschillend over. Elke, logopediestudent uit Gent: ‘Voor Nederlanders is armoede Afrika, maar in Brussel heb je echt krottenwijken. In Rotterdam is de armoede minder zichtbaar.’ Annelies (logopedie, Gent) vond vooral de gesprekken met de bewoners interessant. ‘En natuurlijk het contact met de Hollandse studenten. We zijn onze vooroordelen kwijtgeraakt. Hollanders vinden wij herrieschoppers en aandachttrekkers. Maar ze blijken gewoon direct, sociaal en supervriendelijk. Ook hebben we geleerd van elkaars woordenschat zoals het Nederlandse ‘zeg maar’, ‘gaaf’ en ‘vet’. En zij weten nu van het woord ‘allee’.’

18.45 uur
Etenstijd in het restaurant op de locatie Museumpark. David, aanwezig als tolk van een dove Gentse student, trekt een vies gezicht. ‘Het eten is hier echt slecht.’ Verder is hij niet negatief over de HR. ‘Er zijn hier veel pc’s. Bij ons moet je vaak op een computer wachten.’

19.30 uur
Het avondprogramma bestaat uit sport en uitgaan. De studenten krijgen boksles van Floris Dekker. Hij heeft een boksschool in Dordrecht waar hij ook met kansarme jongeren werkt. ‘We beginnen met huppelen en rondlopen’, vertelt hij. Lachend en wat onwennig beginnen de aanstaande verloskundigen, logopedisten en verpleegkundigen aan hun training. De lach blijft, dankzij Dekker die een poging doet Vlaams te praten. ‘Allee, kunde gij even hier gaan staon…’ Serieus getraind wordt er ook. Dekker wijst de studenten op hun houding. ‘Het gaat om balans, je moet altijd door je knieën zakken.’ En hij heeft het over respect. ‘Bij 93 van de honderd gevechten omarm je elkaar na afloop. Respect, dat is ook belangrijk op school.’

Jos van Nierop