De raad vergaderde met collegelid Jan Roelof (met personeelszaken in portefeuille) en Cees van der Kraan (directeur p&o) over het profiel hoofddocent schaal 13. De discussie spitste zich toe op de vraag hoeveel procent van de weektaak een docent aan onderzoek moet besteden voor hij of zij in aanmerking komt voor promotie naar schaal 13. Of: hoeveel procent moet een docent besteden aan management voor hij of zij kan promoveren naar 11 of 12?

Willekeur in functiehuis
Dat is niet te zeggen, antwoordden Roelof en Van der Kraan. ‘Om te beginnen moet iedereen die naar schaal 13 wil, solliciteren naar de functie van hoofddocent. Die promotie gaat gepaard met sollicitatiegesprekken en assessments. Maar het is ook zo dat de functies uit het functiehuis voor de andere schalen en functiefamilies niet zo gedetailleerd zijn beschreven.’

‘Het functiehuis wordt niet concreter dan ‘substantieel’ en ‘structureel’. Dat betekent dat er arbitraire grenzen zijn’, beargumenteerde Fons van Maldeghem, voorzitter van de cmr. ‘En dat er ruimte is voor willekeur bij benoeming en promotie.’

Concreter dan dat is het niet, antwoordden Roelof en Van der Kraan nog eens. ‘Elke specificering roept weer nieuwe vragen op en nieuwe specificeringen. En voor we het weten hebben we een woud aan nieuwe regels; de bedoeling van het nieuwe functiehuis was juist om de boel eenduidiger, eenvoudiger en inzichtelijker te maken.’

'Maar dus wel met ruimte voor willekeur', hield Van Maldeghem vol en de pgmr hield daarom voet bij stuk en wil criteria zien aan de hand waarvan men kan vaststellen of de taaktoedeling schaal 11, 12 of 13 betekent. Jan Roelof daagde daarop de pgmr uit om gedetailleerde differentiatiecriteria voor één functie te maken. De pgmr nam de handschoen op en komt bij de volgende pgmr-vergadering, op 5 maart, met zo’n uitwerking. Die kan dan worden meegenomen bij de evaluatie van het nieuwe functiehuis voor de familie onderwijs en onderzoek, in 2012.

Dorine van Namen