Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
18 oktober 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Prestatiebekostiging: werkt het?

Gepubliceerd: 17 January 2012 • Leestijd: 3 minuten en 18 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Dit jaar al wordt zeven procent van het budget van het hoger onderwijs omgezet in prestatiebekostiging. Helpt prestatiebekostiging om het onderwijs beter te maken? Collegevoorzitter Tuytel en onderwijsjurist Kwikkers hebben hun vraagtekens.

‘Een van de belangrijkste indicatoren voor prestatie is rendement. Het is niet moeilijk om het rendement van onze opleidingen te verhogen. Dan gaan we gewoon selecteren aan de poort’, reageert Jasper Tuytel, bestuursvoorzitter van de Hogeschool Rotterdam.

‘Dat betekent in de praktijk dat het aantal studenten gaat dalen en het rendement zal toenemen, maar ook dat er minder studenten zijn die de eindstreep gaan halen en dat is niet wat wij hier willen. Rotterdam heeft alle hoogopgeleiden nodig die het kan krijgen en daarom ben ik er nog steeds een warm voorstander van dat we zoveel mogelijk studenten opleiden en zoveel mogelijk ondersteuning bieden aan studenten die dat nodig hebben of voortijdig dreigen uit te vallen. Ik denk dat onze samenleving daar op termijn het meeste bij gebaat is.’ Dat is Peter Kwikkers, onafhankelijk adviseur in hoger onderwijsbeleid, -bestuur en -recht met hem eens. ‘Ik denk dat er zoveel mogelijk studenten zo hoog mogelijk moeten worden opgeleid. Maar de overheid stimuleert het tegenovergestelde: Iedereen moet zo snel mogelijk studeren en daar zoveel mogelijk voor betalen. Ging in de jaren tachtig nog meer dan twintig procent van de rijksbegroting naar het ministerie van Onderwijs, nu ligt dat rond de twaalf procent.’

Geen bewijs
‘Er is geen enkel bewijs dat prestatiebekostiging werkt’, zegt Kwikkers. ‘Je moet heel erg alert zijn op de gehanteerde criteria en letten op wie ze bedenkt, meet en beoordeelt. Je kunt wel afspreken dat opleidingen meer geld krijgen als ze per week twintig uur onderwijs geven, maar dat zegt niets over hun kwaliteit. Meer onderwijs is niet per se beter onderwijs. Aanwezigheidsplicht is ook geen betrouwbaar criterium. Je kunt beter in de bibliotheek studeren dan zitten snurken in de collegebanken. Beleidsmakers doen geloven dat ze de kwaliteit van het onderwijs verbeteren met selectie aan de poort, excellentieprogramma’s en vermindering van het aantal herkansingen. Anderen roepen dat het bindend studieadvies strenger moet, of dat er meer collegegeld moet worden gevraagd. Maar dat heeft allemaal niks met goed onderwijs te maken. Alsof docenten beter college gaan geven wanneer studenten meer betalen. Het gaat erom dat ze hun werk goed kunnen doen en het onderwijs zelf kunnen inrichten. Daar hebben de universiteitenkoepel VSNU, de HBO-raad en het ministerie weinig verstand van.’

Ik stuur
Zelf het onderwijs inrichten, dat is Tuytel uit het hart gegrepen. ‘Ik heb weerzin tegen een overheid die denkt dat ze alles kan sturen. Ze moet ervan uitgaan dat ík stuur. Ík ben aangenomen om met mijn mensen goed onderwijs te verzorgen. Er zit een veronderstelling achter Zijlstra’s plannen dat het nodig is om ons te dwingen kwaliteit te leveren. Er is een sfeer van wantrouwen. Maar iedereen die hier rondloopt, wil kwalitatief goed onderwijs verzorgen. We hebben, en kennen, onze eigen verantwoordelijkheid. De overheid is nu bezig om regels te stellen over de besturen heen. Dat vind ik niet goed. De minister moet bestuurders laten besturen. En doen we het niet goed, gooi ons er dan uit. Maar strooi geen eindeloze hoeveelheid regelgeving en bureaucratie over ons uit.’

Hoe dan wel?
Hoe zou het hoger onderwijs dan wel bekostigd moeten worden? Kwikkers: ‘Je moet het zo simpel en transparant mogelijk houden. De invoering van allerlei kwaliteits- of prestatiecriteria maakt het onnodig ingewikkeld en de kans bestaat dat uitkomsten gemanipuleerd worden. Het model dat vanaf 2010 geldt, was eindelijk eens een versimpeling: instellingen krijgen een vast bedrag, een bedrag per student en een deel op basis van het aantal diploma’s. Waarom zouden we dat weer ingewikkelder maken? Al dat gehaspel met nieuwe modellen kost veel geld en je krijgt er nieuwe perverse prikkels van. Je kunt wel overwegen om in plaats van collegegeld examengeld te gaan heffen. Wie zich inschrijft voor een tentamen betaalt een flink bedrag en krijgt de helft van zijn geld terug als hij het haalt. Dan maak je hard studeren aantrekkelijk. Wat vaak vergeten wordt: een college geven aan vijftig studenten kost bijna net zoveel als aan vijfhonderd studenten. Het verschil zit hem in het nakijkwerk – dat kost veel tijd en geld. Door een hoog examengeld te heffen – zeg vijfhonderd euro voor tien studiepunten – gaan studenten die veel herkansingen nodig hebben geld opleveren.’

Olmo Linthorst en Dorine van Namen

Bekostigingssysteem hoger onderwijs

Tot 1 september 2010
Bekostiging op basis van het aantal studenten dat hogescholen binnenhalen (1 deel) en het aantal studenten aan wie ze een diploma uitreiken (3 delen).

1 september 2010 – heden
Vanaf deze datum is het nieuwe bekostigingssysteem in werking getreden. Hogescholen krijgen de eerste vier jaar een vast bedrag per student. Bovenop deze vier jaar komt een bonus ter grootte van een jaar voor de hogeschool waar de student zijn diploma haalt. Daarnaast krijgt de hogeschool een onderwijsopslag die periodiek kan worden herzien. In deze opslag zitten structurele aanvullingen voor de kunstopleidingen en verloskunde en incidentele bedragen voor de beroepskolom en de grotestedenproblematiek.

Vanaf 1 januari 2012
Zeven procent van de bekostiging van het hoger onderwijs is omgezet in prestatiebekostiging.

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top