Een goed rooster, wat is dat?
Gepubliceerd: 8 May 2013 • Leestijd: 3 minuten en 16 seconden • Overig Dit artikel is meer dan een jaar oud.Zo’n beetje alles wat binnen de hogeschool gebeurt, heeft invloed op het rooster. Hoe zorg je ervoor dat die verschillende invloeden samen een goed rooster maken? En wat is eigenlijk een goed rooster? Profielen sprak erover met een roosterspecialist.
Vaak zijn we vooraf zo druk bezig met de roosters (we zijn al blij als ze überhaupt op tijd klaar zijn), dat we achteraf vergeten te kijken wat de kwaliteit van het rooster precies is. Zegt Bert Ardesch, de roosterspecialist van de Hogeschool Rotterdam. ‘Het is alsof je heel druk bent geweest met het bakken van een taart, maar achteraf vergeet te proeven.’
Bert Ardesch is manager bedrijfsvoering; sinds een jaar bij het Instituut voor Gezondheidszorg (IvG), daarvoor jarenlang bij het Instituut voor Financieel Management. Ardesch houdt er een eenvoudig-ingewikkelde werkwijze op na. Dat is: Alles heeft met Alles te maken. Dat betekent dat je de samenhang tussen verschillende processen moet zien. Dat lijkt eenvoudig, totdat je in de details van al die processen duikt en ziet hoeveel onderlinge verbanden er zijn.
College schrappen
Stel je voor. De curriculumcommissie heeft een uitstekend nieuw lesprogramma in elkaar gezet. Interessante lessen, onderlinge samenhang, actuele lesstof, etc. Maar het ‘past’ niet goed in het gebouw. ‘We hebben in dit gebouw maar één grote collegezaal’, zegt Ardesch. ‘Door één college te schrappen is het lesprogramma direct beter uitvoerbaar.’
Als manager bedrijfsvoering houdt Bert Ardesch zich graag met meer dan alleen de bedrijfsvoering bezig. Dat komt, zegt hij, omdat ‘alles met alles samenhangt’. Dus bemoeit Ardesch zich ook met het curriculum. ‘Niet direct’, zegt hij, ‘maar ik vraag de makers van het curriculum wel om rekening te houden met de uitvoerbaarheid.’
Zo heel vreemd is dat ook weer niet. De makers van een curriculum, meestal vooral docenten, houden ook rekening met de uitvoerbaarheid wat betreft het docententeam. En hun onderwijsmanager zal ook de kosten in de gaten willen houden. In feite is de roostergeschiktheid slechts één van de vele overwegingen waar de curriculumcommissie naar zou moeten kijken. ‘Een goed rooster begint bij een tijdig en uitvoerbaar curriculum’, zegt Ardesch.
Wijzigingen
Als je eenmaal een goed rooster hebt, wil je niet dat het feestje verpest wordt door een schier oneindige reeks roosterwijzigingen. Echter, ook roosterwijzigingen zijn goeddeels te voorkomen. IvG doet dat door veel beter naar het conceptrooster te laten kijken. IvG laat de roostermaker en de onderwijsmanager verplicht alle conceptroosters van een opleiding van begin tot eind samen doorlopen. Niet telefonisch of per mail, maar samen achter hetzelfde bureau. Om ruis te voorkomen, zegt Ardesch.
En dan streng zijn. ‘Als het rooster gepubliceerd is, beperken we de mogelijkheid tot wijzigen. Na publicatie beslist in eerste instantie de roostermaker of hij wijzigingsverzoeken doorvoert.’ Uiteindelijk is de onderwijsmanager verantwoordelijk, dat wel, maar deze kleine maatregel heeft nu al tot een ‘nadrukkelijke daling’ van het aantal mutaties geleid, aldus Ardesch. (Mutaties zijn niet alleen roosterwijzigingen, het zijn ook, in mindere mate, eenmalige aanvragen voor een lokaal voor bijvoorbeeld een vergadering.)
Het aantal mutaties bij IvG kwam wel boven de vijfhonderd per kwartaal uit, zegt Ardesch. ‘Ik vind iedere roosterwijziging die niet voortkomt uit calamiteiten er één te veel. En je kunt mij niet vertellen dat er ieder kwartaal zoveel calamiteiten zijn.’
Maar het kan ook beter, zegt Ardesch. ‘Alleen al met wat ad hoc-maatregelen loopt het aantal mutaties drastisch terug.’ Nu ook het curriculum voor volgend jaar beter uitvoerbaar is gemaakt, kan het wat betreft de roosters van IvG alleen nog maar beter gaan. ‘We hebben bij IvG geen ruimtegebrek, zoals ze dat op de Kralingse Zoom hebben. Wij missen alleen een groot leslokaal, maar dat komt er in de zomervakantie waarschijnlijk bij.’
Een goed rooster
Als alle processen en informatiestromen op orde zijn en er is op tijd een rooster, weet je nog steeds niet of het ook een goed rooster is. Dat moet je simpelweg zelf beoordelen. Proeven, zoals de taart. De hogeschool geeft geen richtlijnen voor wat een goed rooster is, dus heeft het management van IvG zelf wat vuistregels opgesteld. ‘We streven onder andere naar wekelijks een vrij dagdeel en naar niet meer dan één keer per week ’s avonds les. Overigens mogen eerste- en tweedejaars helemaal geen avondlessen krijgen van het bestuur van de HR.’
Ook belangrijk is het aantal lesuren op een dag. Een lesdag moet niet te lang en niet te kort zijn. ‘We streven naar dagen van maximaal zes uur en minstens vier. Studenten willen niet voor één uurtje op school komen. En ze willen ook niet te veel tussenuren hebben.’ Ardesch pakt er een blaadje met de IvG-vuistregels bij en leest voor, ‘maximaal drie tussenuren per dag, één dag in de week.’ Dan becommentarieert hij zichzelf: ‘Eigenlijk is drie tussenuren wel wat veel, maar goed. Het geeft ons streven aan.
Olmo Linthorst
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top