Heeft het college al besloten met welke activiteiten de HR doorgaat en welke worden afgestoten?
‘Er zijn nog geen definitieve beslissingen genomen, maar er is iets meer zicht op de onderdelen van de private activiteiten die we willen houden. Dat zijn de masteropleidingen en de activiteiten die van nature bij ons als publieke instelling horen. Ik denk dan aan de kopcursussen van een half jaar of een jaar, bijvoorbeeld die voor AA-accountant. Een accountancy-afgestudeerde van de hogeschool mag zich nog niet in het register van accountants inschrijven. Dat kan pas als een student die AA-accountant-kopopleiding heeft gevolgd. Het is logisch om daarmee door te gaan. Ik kan me zo voorstellen dat dat ook geldt voor de opleidingen die van belang zijn voor de BIG-registratie (bevoegdheidsregistratie, red.) van zorgverleners en de bijscholing van docenten in het mbo.’

Twee jaar geleden hield de Transfergroep als zelfstandige organisatie op te bestaan. Het contractonderwijs ging terug naar de hogeschool en werd geïntegreerd in de instituten met de bedoeling het contract- en regulier onderwijs sterker met elkaar te verbinden.

Zou de Transfergroep als zelfstandige organisatie meer overlevingskansen hebben gehad?
‘Nee. Toen was de relatie met de hogeschool nog kleiner en zou er nog minder reden zijn geweest om met deze activiteiten door te gaan. De tijden zijn veranderd. We moeten keuzes maken, we kunnen niet alles blijven doen. Wat overigens niet wil zeggen dat de voormalige Transfergroep geen kwaliteit levert. In tegendeel: de mensen die er werken en de producten die zij leveren zijn goed.’

Wat gaat er gebeuren met de mensen die werkzaam zijn in de private sfeer, bij een onderdeel waarmee de hogeschool besluit te stoppen?
‘Er zijn verschillende mogelijkheden. Medewerkers kunnen deze activiteiten overnemen en zich zelfstandig vestigen, maar er zijn ook belangstellenden van buiten de hogeschool die activiteiten en personeel zouden willen overnemen. De Hogeschool Avans bijvoorbeeld heeft een stevige private poot en heeft interesse getoond. Maar zolang nog niet honderd procent duidelijk is wat we zelf wel en niet willen houden, voeren we nog geen gesprekken met derden.’

‘Tenslotte is dit besluit één kant van de zaak. De andere kant is dat er in de bachelor mensen bij moeten, dat er meer docenten nodig zijn. Wellicht dat er bij de Transfergroep mensen zijn die zo’n overstap wel zien zitten.’

Er zijn gesprekken gaande tussen college en medewerkers van de voormalige Transfergroep. De laatsten wachten de uitkomsten daarvan af en kiezen ervoor om op dit moment niet te reageren.

Dorine van Namen