‘Hbo moet schrijven serieuzer nemen’
Gepubliceerd: 18 December 2013 • Leestijd: 2 minuten en 23 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.Het Nederlandse hoger onderwijs verbetert de taalvaardigheid van studenten niet of nauwelijks, zeggen onderzoekers van het OESO. Taallector Amos van Gelderen is weinig verbaasd. ‘Veel scripties blijven inderdaad op havo-niveau hangen.’
Eerst het ‘nieuws’. Het hbo voegt vrijwel niets toe aan de praktische taalvaardigheid van haar studenten. Dat blijkt uit internationaal onderzoek van het OESO, de club van westerse en verwesterde landen.
Toch is de taalvaardigheid van (afgestudeerde) hbo’ers zo goed dat we volgens het OESO in de wereldtop eindigen. Nederland neemt een derde plaats in, na Finland en Japan, op het gebied van praktische taalvaardigheden. Dat hebben we vooral aan het voortgezet onderwijs te danken.
Niet verbaasd
Het onderzoek, in Nederland uitgevoerd door het ECBO, als onderdeel van het internationale, langlopende PIAAC-onderzoek van het OESO, richtte zich vooral op ‘praktische leesvaardigheden’, die zijn getoetst op verschillende niveaus. Onderzoeker Marieke Buisman, eerste auteur van het Nederlandse onderdeel, noemt als voorbeeld hiervan het lezen en begrijpen van een medische bijsluiter of het interpreteren van zoekresultaten in een digitale catalogus van een bibliotheek.
Uit het onderzoek, gepubliceerd in oktober dit jaar, blijkt dat Nederlandse hbo’ers ongeveer op hetzelfde niveau zitten als havisten. ‘Het lijkt erop dat er in het hoger onderwijs weinig wordt bijgeleerd op het gebied van taal en rekenen en dat deze vaardigheden vooral onderhouden worden’, staat in de rapportage over de Nederlandse gegevens.
Marieke Buisman is niet verbaasd dat het hoger onderwijs zo weinig toevoegt aan de taalvaardigheid van studenten. Ze is verbonden aan het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (ECBO) en auteur van het Nederlandse deel van het OESO-onderzoek. ‘Feit is dat jongeren de belangrijkste taalvaardigheden vooral in het voortgezet onderwijs aanleren’, aldus Buisman.
Dat is hoe het is. Maar is het ook wenselijk?
HR-taallector Amos van Gelderen vindt van niet. ‘Scripties blijven qua taal vaak hangen op havo-niveau, dus aan de taalvaardigheid van hbo’ers mag wel wat verbeteren.’ In de huidge editie van Profielen pleit Amos van Gelderen voor meer les in schrijfvaardigheid. En daarmee bedoelt hij niet grammaticavaardigheden, maar de conceptuele vaardigheden die je nodig hebt voor het schrijven van een goede tekst.
Havo-niveau
Van Gelderen wijst erop dat het hbo andere taalvaardigheden moet aanleren dan de praktische taalvaardigheid die het OESO meet. ‘Op het hbo gaat het niet meer over medische bijsluiters, maar over een specifiek vak. Bovendien richt dit onderzoek zich op functioneel lezen, terwijl we van hbo’ers verwachten dat ze academisch kunnen schrijven. De taalontwikkeling die je op het hbo zou verwachten wordt niet door dit onderzoek gemeten.’
Maar stel nou dat het hbo wél serieus werk zou maken van de academische schrijfvaardigheid van studenten, dan zou Van Gelderen verwachten dat ook de praktische leesvaardigheid verbetert, legt hij uit. Hij zou verwachten dat studenten die de taal op een hoger niveau leren beheersen, er ook op de lagere niveaus op vooruit gaan. Dat de ene vaardigheid de andere dus versterkt. ‘Transfer’, noemt van Gelderen dat.
En dat is duidelijk niet het geval. De verschillen in niveau tussen havisten en hbo’ers ‘zijn niet significant’, zeggen de onderzoekers van het ECBO, hetgeen ‘wijst op een lage toevoeging van kernvaardigheden in het hoger (beroeps)onderwijs.’
De scripties blijven steken op havo-niveau, ziet Van Gelderen. ‘En dat is de schuld van het onderwijs. Wij leren het ze niet, dus zie je ook geen positieve invloed van een hogeschool op de taalvaardigheid van hbo’ers.’
Olmo Linthorst
Vandaag komt de nieuwe editie van Profielen uit (nummer 109), met daarin het artikel ‘Waarom een scriptie schrijven zo moeilijk is’: studenten leren het niet, terwijl de eisen voor scripties steeds verder omhoog gaan. Vanaf vandaag overal in de bakken. Of lees hem hier op de site.
“De kwaliteit van HBO instellingen moet omhoog” wordt er de laatste tijd vaak geroepen. Daar is in principe niets mis mee. Maar hoe zit het dan met mijn nog te behalen diploma? Krijg ik hetzelfde diploma, met dezelfde bachelor titel als iemand die 3 jaar geleden de lagere-kwaliteit-variant van dezelfde opleiding heeft gedaan? Waarom zou ik harder moeten werken? Ik wil wel harder werken, want uiteindelijk is dit wel in mijn eigen voordeel. Naar mijn mening is een of andere soort van erkenning hier dan wel op zijn plaats.
Er zit veel te weinig ruimte in een hbo-opleiding om de studenten veel te kunnen leren. Elk vak moet minimaal een bepaald aantal uren bevatten (vaak 5 ects) en studenten krijgen erg veel uren ‘betaald’ voor relatief weinig inspanning. Zo kun je maar een beperkt aantal vakken in de hele opleiding kwijt. Stop je er dus taalvaardigheid bij in, dan moet er iets anders uit. En alle studenten vinden dat het onderwijs goed moet zijn, maar ze vinden ook vrijwel allemaal dat aandacht voor taalbeheersing ‘zonde van de tijd’ is. Daar komt nog bij dat er veel docenten in het hbo werken die zelf ook alleen maar hbo hebben en dus ook geen taalvaardigheidsonderwijs boven havo-niveau hebben gehad.
Ik ben al jaren teleurgesteld in het taalniveau van medestudenten. Zelf heb ik mijn taalkennis denk ik aan vier jaar VWO te danken (waar de focus véél meer op taal ligt, dan op de havo). Daarnaast heb ik doelbewust voor keuzevakken gekozen waarbij taal centraal stond. Studenten vergeten vaak dat een goed geschreven tekst (niet alleen voor verslagen, maar ook bij sollicitaties) een goed visitekaartje kan zijn. Dat ligt zeker niet (alleen) aan de studenten, maar ook aan het HBO. Nederlands zou weer een verplicht vak moeten worden! Ik heb in vier jaar studeren, slechts één keer een Nederlandse les gehad (die haar naam geen eer aan deed).
vraag op grond van het figuur: gaan mbo-ers in het hbo er meer op vooruit dan havisten qua leesvaardigheden? en: vreemde grafische weergave van ons onderwijssysteem…
@anne: deze grafiek zegt helaas niets over mbo’ers op het hbo. Je kunt er alleen uit opmaken dat vmbo’ers op het mbo veel meer over taal leren dan havisten op het hbo (en dan vwo’ers op de universiteit).
@redactie: antwoord deels gevonden. Weinige toevoeging aan havo wordt waarschijnlijk deels verklaard door lagere niveau instromende mbo-ers. Alleen helaas nog steeds niet precies of hbo dan meer/minder toevoegt aan havo / mbo. Wel interessant in het kader van bijspijkeren etc.
op p. 172 van het nederlandse rapport
“Het lijkt erop dat er in het hoger onderwijs weinig wordt bijgeleerd op het gebied van taal en
rekenen en dat deze vaardigheden vooral onderhouden worden. Daarbij moet echter worden
opgemerkt dat 1 op de 3 hbo’ers afkomstig is van het mbo. Deze groep kent een lager instroom-
niveau wat betreft taal- en rekenvaardigheden dan havisten, wat het gemiddelde omlaag kan
halen. […]
Het gemiddelde niveau van hbo-studenten met een mbo-vooropleiding is 8 punten lager dan dat van hbo’ers die vanuit de havo naar het hbo zijn doorgestroomd: 304 voor mbo 3-4 versus 312 punten voor havisten.
Als we kijken naar rekenvaardigheden, dan zijn de verschillen nog wat groter: hbo-studenten met een mbo-vooropleiding scoren 13 punten lager dan hbo’ers afkomstig van de havo. Deze verschillen zijn echter wel kleiner dan de verschillen tussen hbo en mbo in het algemeen. Dit kan wijzen op een selectie-effect; de beste mbo’ers stromen door naar het hbo.
http://www.piaac.nl/_images/user/20131127124903ecbo.13-180-PIAAC-Kernvaardigheden-voor-werk-en-leven-survey-2012-2e-druk.pdf
En voor de puntjes op de i: van de huidige instroom komt 30% uit mbo, 40% uit havo, 10% uit vwo, 1,5% stroomt terug van wo en de rest is vooropleiding onbekend. zie pagina 113 van
http://www.ecbo.nl/ECBO/downloads/publicaties/ecbo.13-187-Stromen-en-onderstromen-in-vo-mbo-en-hbo-Basisrapport.pdf
@Anne: In onze infographic gaat het alleen over havisten op het hbo, niet over mbo’ers op het hbo (of over de hele hbo-populatie). Wat de havisten leren (de specifieke groep die binnenkomt met 312 punten, zoals je zelf aangeeft en ook in onze infographic kunt zien) verandert niet door de (instroom van) mbo’ers. Tenzij je bedoelt dat mbo’ers de leskwaliteit omlaag halen en daardoor indirect ook de havisten nadelig beïnvloeden. Of zoiets. Dat is echter niet wat ik uit je reactie opmaak en het lijkt me bovendien een net iets te vergezochte verklaring. De opmerking van de onderzoekers over mbo-instroom had ik ook gelezen, maar dat lijkt me een vergissing.
Of (heel goed mogelijk) deze ex-mbo’er maakt een gruwelijke vergissing!
Olmo