Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
10 januari 2025

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

Hoe een opleiding zijn identiteit zocht en vond

Gepubliceerd: 3 May 2013 • Leestijd: 5 minuten en 40 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.

In 2009 ging IPO naar RDM Campus. Vier jaar later verhuisde IPO terug naar Academieplein. Reden: een dalende instroom en studenttevredenheid. Hoe zestien docenten en de onderwijsmanager zélf het tij proberen te keren.

IPO Hogeschool RotterdamDoor Esmé van der Molen

In de Keuzegids van 2012 haalde de opleiding industrieel productontwerpen (IPO) een score van 62 punten. Goed voor plaats drie van de zes IPO-opleidingen die werden beoor­deeld. Voor de meeste opleidingen zou zo’n gemiddelde score reden zijn om het goede te behouden en geen rigoureuze veranderingen door te voeren, maar IPO Rotterdam gooide het roer om. En de grote om­mekeer kwam niet van bovenaf, vanuit het management, maar werd bedacht, verdedigd en uitgevoerd door de onderwijsmanager en haar zestien docenten.

IPO, dat sinds 2009 zijn thuisbasis had op RDM Campus op Heij­plaat, verhuisde afgelopen september terug naar Academieplein, de locatie waar de opleiding negen jaar geleden in de kelder begon. 75 procent van de lessen vindt nu weer plaats op deze gunstig gelegen locatie in de stad. RDM Campus, de technische buitenlocatie van de HR, maakte de verwachtingen voor IPO niet waar. Ondanks de state-of-the-art werkplaats, de industriële sfeer en de bedrijven die er gevestigd zijn.

‘Ja, RDM Campus is een geweldige locatie’, zeggen docenten en de onderwijsmanager Mirjam van den Bosch van IPO, ‘maar het werkte niet meer voor ons.’ Van den Bosch legt uit: ‘Sinds wij in 2009 met ons meeste onderwijs op RDM Campus zaten, daalde de instroom. We gingen van honderd studenten in het eerste jaar naar tachtig, naar zes­tig; het liep per jaar terug. We kregen een zwakkere concurrentieposi­tie ten opzichte van andere IPO-scholen, en dan vooral de opleiding in Den Haag die vlakbij station Hollands Spoor is gevestigd.’

Boot
Maar niet alleen de dalende instroom frustreerde het IPO-team. ‘We kregen de uitkomsten binnen van de Nationale Studentenenquête en de Keuzegids. We zagen dat de studenttevredenheid over roosters afnam en dat studenten over het geheel genomen minder tevreden wa­ren over de studiefaciliteiten. Enorm jammer, want onze scores voor ‘inhoud opleiding’ of ‘voorbereiding loopbaan’ waren juist ruim vol­doende. Bovendien waren wij als docenten zelf niet tevreden over het studierendement. Wat wij wilden verbeteren waren: bereikbaarheid, roosters en rendement.’

Laten we eens beginnen bij die bereikbaarheid. RDM Campus is te bereiken per auto, per bus (via Zuidplein) of per Aqualiner, een bootverbinding van de noordoever naar Heijplaat. Lange tijd ging de boot maar eens per uur. Vierdejaars Jeroen woont in Berkel en Rodenrijs en was in die tijd anderhalf uur onderweg. ‘Dat was waarde­loos.’ En tweedejaars Pascale uit Hoek van Holland zat ook nog eens met niet-aansluitende treintijden. ‘Als dan ook de boot uitviel, wat regelmatig gebeurde, had ik gelijk veel vertraging.’

In 2011 ging de Aqualiner tweemaal per uur varen. Dat was een hele verbetering, maar geen oplossing. Docent Stephan Blom: ‘Op RDM Campus leefden studenten met het oog op de klok. Als hun les voorbij was, vertrokken ze meteen richting boot. Dat droeg bepaald niet bij aan het pedagogisch-didactisch klimaat.’

Onderwijsmanager Van den Bosch: ‘We hadden een perfecte werk­plaats op RDM Campus. De praktijkvakken waren daar heel goed te doen. Maar om een gewoon college te geven, moesten docenten onevenredig veel energie leveren.’ In de winter was de voormalige loods koud. ‘Dan zaten we met jassen in de klas.’ In de zomer was het vaak te warm. En omdat RDM een maakplek is waar voortdurend wordt gezaagd, geboord, geslepen en een afzuiginstallatie aan staat, was er veel herrie.

Lastige jongens
Niet alleen IPO had zijn thuisbasis op RDM Campus. Ook autotech­niek is daar gevestigd. Al snel na de opening van RDM Campus ontstond er ruimtegebrek. De druk op de locatie was eigenlijk te groot. Er vond niet alleen (praktijk)onderwijs plaats, maar er waren ook re­gelmatig congressen en er was bedrijvigheid van de daar gevestigde ondernemers. Het roosteren was een puzzel, en die puzzel kon vaak niet goed worden gelegd.

Hoewel veel IPO-studenten hun hart verpand hadden aan het stoere en technische karakter van RDM Campus, ervaarden ook zij de prak­tische problemen van de locatie. Vierdejaars Eelco: ‘Het was vooral leuk in het begin. Het werd al een stuk minder leuk toen we steeds meer moesten gaan delen met andere opleidingen. Het werd een ge­doe, ook voor de docenten.’

‘Als meisje had je last van de jongens van het Albeda College: ze schreeuwden naar je, maakten obscene gebaren en geluiden’, vertelt tweedejaars Giulia. ‘Je voelde altijd dat er naar je gekeken werd’, zegt Amanda, ook tweedejaars. ‘Nu we op Academieplein zitten, doe ik wel weer eens een rokje aan. Dat zou ik op RDM Campus nooit heb­ben gedaan.’

Omgeving als pedagoog
Langzaam rijpte het plan dat een verhuizing terug naar Academie­plein een oplossing zou kunnen zijn. ‘Het zou in ieder geval goed zijn voor de instroom’, aldus Van den Bosch die een masteropleiding volgde en de situatie van het bacheloronderwijs op RDM Campus als casus nam voor haar onderzoek. IPO-docent Stephan Blom deed hetzelfde voor zijn master leren & innoveren, maar focuste zich op de pedagogiek van de leeromgeving.

Verhuizen alleen zou geen dekkende oplossing zijn, wist het team. Niet alleen docenten dragen het pedagogische klimaat, dat doet ook de leeromgeving. IPO vroeg én kreeg van de directie van EAS (enginee­ring & applied science) een eigen ruimte op Academieplein die ‘hele­maal IPO’ zou worden. In deze vleugel werden in intensieve samen­werking met de facilitaire dienst en enkele IPO-docenten een grote ontwerpstudio ingericht, een docentenkamer grenzend aan de studio en twee kleinere lokalen. Docent Stephan Blom: ‘Als beroepsgroep hebben we een eigen cultuur. Die sluit niet per se aan bij corporate identiteit van de Hogeschool Rotterdam. Daarom zien onze lokalen er anders uit dan de lokalen van commerciële economie. Huisstijldenken past niet bij het onderwijs. Het maakt je onderwijs anoniemer en dat is juist het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken.’

Docent Stefan Persaud vult aan: ‘Alles hier ademt IPO. En dus tref je in onze vleugel geen ‘hogeschoolrood’ aan, net zo min als systeem­plafonds. Bij ons is alles wit, het meubilair, de muren. Onze ruimtes lijken op hoe ontwerpbureaus er in de beroepspraktijk uitzien.’

Omdat de opleiding eigen lokalen heeft, is er meer flexibiliteit in de roostering en is het eenvoudiger om op onverwachte situaties in te spelen. Ongeveer tien uur per week worden collegezalen bijgeboekt op Academieplein, maar de rest van het onderwijs vindt plaats in de eigen IPO-vleugel. Óf op RDM Campus, want de werkplaats kon niet meeverhuizen. ‘We gaan nu naar RDM als het meerwaarde heeft voor het onderwijs’, aldus Van den Bosch. Eerste- en tweedejaars zitten één dag per week op RDM, derde- en vierdejaars soms vaker, afhankelijk van stage en projecten. ‘En studenten zijn tevreden met deze situatie’, aldus Van den Bosch.

‘Hier kunnen wij de docent zijn die we willen zijn’, zegt Stephan Blom. ‘In de studio lopen we op dinsdag bijvoorbeeld met drie docenten rond om tweedejaars te helpen bij hun opdrachten. Dat kán hier. En dat maakt ons onderwijs beter.’ ‘Laatst waren jongens aan het voetbal­len in de studio’, zegt Persaud. ‘Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar we vonden het toch leuk. Het laat zien dat studenten dit ervaren als hun eigen plek.’

Instroom is lakmoesproef
En ze leefden nog lang en gelukkig? Dat ook weer niet. Hoewel studenten aangeven meer tevreden te zijn, is er ook heimwee naar dat rauwe RDM. De studio op Academieplein is ‘oké’, maar voor lang niet alle studenten had de verhuizing gehoeven. Ze vonden RDM lekker ‘technisch’, ‘industrieel’, ‘gezellig’. Maar er is ook be­grip voor de keuze die de docenten hebben gemaakt, ‘alleen missen we de werkplaats’, vertelt Eelco. En Amanda zegt: ‘Het zou al beter zijn als we in de studio een wand hadden met een paar kleine gereed­schappen. Dan kan je in ieder geval snel iets visueel maken.’

De echte lakmoesproef voor IPO begint nu, met de inschrijving voor het nieuwe collegejaar. Zal de instroom weer stijgen? Of op zijn minst minder dalen? Het zou een mooie beloning zijn voor een opleiding die zijn eigen identiteit zocht en vond. En misschien wel een ‘showcase’ voor de rest van de HR waar couleur locale tot beleid is verheven, denkt docent Stephan Blom. ‘Juist binnen de muren van een beroepsopleiding moet je een relatie zien met het beroep en de eigen identiteit. Zo maak je je onderwijs sterk en duurzaam.’

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top