Hoe een opleiding zijn identiteit zocht en vond
Gepubliceerd: 3 May 2013 • Leestijd: 5 minuten en 40 seconden • Nieuws Dit artikel is meer dan een jaar oud.In 2009 ging IPO naar RDM Campus. Vier jaar later verhuisde IPO terug naar Academieplein. Reden: een dalende instroom en studenttevredenheid. Hoe zestien docenten en de onderwijsmanager zélf het tij proberen te keren.
In de Keuzegids van 2012 haalde de opleiding industrieel productontwerpen (IPO) een score van 62 punten. Goed voor plaats drie van de zes IPO-opleidingen die werden beoordeeld. Voor de meeste opleidingen zou zo’n gemiddelde score reden zijn om het goede te behouden en geen rigoureuze veranderingen door te voeren, maar IPO Rotterdam gooide het roer om. En de grote ommekeer kwam niet van bovenaf, vanuit het management, maar werd bedacht, verdedigd en uitgevoerd door de onderwijsmanager en haar zestien docenten.
IPO, dat sinds 2009 zijn thuisbasis had op RDM Campus op Heijplaat, verhuisde afgelopen september terug naar Academieplein, de locatie waar de opleiding negen jaar geleden in de kelder begon. 75 procent van de lessen vindt nu weer plaats op deze gunstig gelegen locatie in de stad. RDM Campus, de technische buitenlocatie van de HR, maakte de verwachtingen voor IPO niet waar. Ondanks de state-of-the-art werkplaats, de industriële sfeer en de bedrijven die er gevestigd zijn.
‘Ja, RDM Campus is een geweldige locatie’, zeggen docenten en de onderwijsmanager Mirjam van den Bosch van IPO, ‘maar het werkte niet meer voor ons.’ Van den Bosch legt uit: ‘Sinds wij in 2009 met ons meeste onderwijs op RDM Campus zaten, daalde de instroom. We gingen van honderd studenten in het eerste jaar naar tachtig, naar zestig; het liep per jaar terug. We kregen een zwakkere concurrentiepositie ten opzichte van andere IPO-scholen, en dan vooral de opleiding in Den Haag die vlakbij station Hollands Spoor is gevestigd.’
Boot
Maar niet alleen de dalende instroom frustreerde het IPO-team. ‘We kregen de uitkomsten binnen van de Nationale Studentenenquête en de Keuzegids. We zagen dat de studenttevredenheid over roosters afnam en dat studenten over het geheel genomen minder tevreden waren over de studiefaciliteiten. Enorm jammer, want onze scores voor ‘inhoud opleiding’ of ‘voorbereiding loopbaan’ waren juist ruim voldoende. Bovendien waren wij als docenten zelf niet tevreden over het studierendement. Wat wij wilden verbeteren waren: bereikbaarheid, roosters en rendement.’
Laten we eens beginnen bij die bereikbaarheid. RDM Campus is te bereiken per auto, per bus (via Zuidplein) of per Aqualiner, een bootverbinding van de noordoever naar Heijplaat. Lange tijd ging de boot maar eens per uur. Vierdejaars Jeroen woont in Berkel en Rodenrijs en was in die tijd anderhalf uur onderweg. ‘Dat was waardeloos.’ En tweedejaars Pascale uit Hoek van Holland zat ook nog eens met niet-aansluitende treintijden. ‘Als dan ook de boot uitviel, wat regelmatig gebeurde, had ik gelijk veel vertraging.’
In 2011 ging de Aqualiner tweemaal per uur varen. Dat was een hele verbetering, maar geen oplossing. Docent Stephan Blom: ‘Op RDM Campus leefden studenten met het oog op de klok. Als hun les voorbij was, vertrokken ze meteen richting boot. Dat droeg bepaald niet bij aan het pedagogisch-didactisch klimaat.’
Onderwijsmanager Van den Bosch: ‘We hadden een perfecte werkplaats op RDM Campus. De praktijkvakken waren daar heel goed te doen. Maar om een gewoon college te geven, moesten docenten onevenredig veel energie leveren.’ In de winter was de voormalige loods koud. ‘Dan zaten we met jassen in de klas.’ In de zomer was het vaak te warm. En omdat RDM een maakplek is waar voortdurend wordt gezaagd, geboord, geslepen en een afzuiginstallatie aan staat, was er veel herrie.
Lastige jongens
Niet alleen IPO had zijn thuisbasis op RDM Campus. Ook autotechniek is daar gevestigd. Al snel na de opening van RDM Campus ontstond er ruimtegebrek. De druk op de locatie was eigenlijk te groot. Er vond niet alleen (praktijk)onderwijs plaats, maar er waren ook regelmatig congressen en er was bedrijvigheid van de daar gevestigde ondernemers. Het roosteren was een puzzel, en die puzzel kon vaak niet goed worden gelegd.
Hoewel veel IPO-studenten hun hart verpand hadden aan het stoere en technische karakter van RDM Campus, ervaarden ook zij de praktische problemen van de locatie. Vierdejaars Eelco: ‘Het was vooral leuk in het begin. Het werd al een stuk minder leuk toen we steeds meer moesten gaan delen met andere opleidingen. Het werd een gedoe, ook voor de docenten.’
‘Als meisje had je last van de jongens van het Albeda College: ze schreeuwden naar je, maakten obscene gebaren en geluiden’, vertelt tweedejaars Giulia. ‘Je voelde altijd dat er naar je gekeken werd’, zegt Amanda, ook tweedejaars. ‘Nu we op Academieplein zitten, doe ik wel weer eens een rokje aan. Dat zou ik op RDM Campus nooit hebben gedaan.’
Omgeving als pedagoog
Langzaam rijpte het plan dat een verhuizing terug naar Academieplein een oplossing zou kunnen zijn. ‘Het zou in ieder geval goed zijn voor de instroom’, aldus Van den Bosch die een masteropleiding volgde en de situatie van het bacheloronderwijs op RDM Campus als casus nam voor haar onderzoek. IPO-docent Stephan Blom deed hetzelfde voor zijn master leren & innoveren, maar focuste zich op de pedagogiek van de leeromgeving.
Verhuizen alleen zou geen dekkende oplossing zijn, wist het team. Niet alleen docenten dragen het pedagogische klimaat, dat doet ook de leeromgeving. IPO vroeg én kreeg van de directie van EAS (engineering & applied science) een eigen ruimte op Academieplein die ‘helemaal IPO’ zou worden. In deze vleugel werden in intensieve samenwerking met de facilitaire dienst en enkele IPO-docenten een grote ontwerpstudio ingericht, een docentenkamer grenzend aan de studio en twee kleinere lokalen. Docent Stephan Blom: ‘Als beroepsgroep hebben we een eigen cultuur. Die sluit niet per se aan bij corporate identiteit van de Hogeschool Rotterdam. Daarom zien onze lokalen er anders uit dan de lokalen van commerciële economie. Huisstijldenken past niet bij het onderwijs. Het maakt je onderwijs anoniemer en dat is juist het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken.’
Docent Stefan Persaud vult aan: ‘Alles hier ademt IPO. En dus tref je in onze vleugel geen ‘hogeschoolrood’ aan, net zo min als systeemplafonds. Bij ons is alles wit, het meubilair, de muren. Onze ruimtes lijken op hoe ontwerpbureaus er in de beroepspraktijk uitzien.’
Omdat de opleiding eigen lokalen heeft, is er meer flexibiliteit in de roostering en is het eenvoudiger om op onverwachte situaties in te spelen. Ongeveer tien uur per week worden collegezalen bijgeboekt op Academieplein, maar de rest van het onderwijs vindt plaats in de eigen IPO-vleugel. Óf op RDM Campus, want de werkplaats kon niet meeverhuizen. ‘We gaan nu naar RDM als het meerwaarde heeft voor het onderwijs’, aldus Van den Bosch. Eerste- en tweedejaars zitten één dag per week op RDM, derde- en vierdejaars soms vaker, afhankelijk van stage en projecten. ‘En studenten zijn tevreden met deze situatie’, aldus Van den Bosch.
‘Hier kunnen wij de docent zijn die we willen zijn’, zegt Stephan Blom. ‘In de studio lopen we op dinsdag bijvoorbeeld met drie docenten rond om tweedejaars te helpen bij hun opdrachten. Dat kán hier. En dat maakt ons onderwijs beter.’ ‘Laatst waren jongens aan het voetballen in de studio’, zegt Persaud. ‘Dat is natuurlijk niet de bedoeling, maar we vonden het toch leuk. Het laat zien dat studenten dit ervaren als hun eigen plek.’
Instroom is lakmoesproef
En ze leefden nog lang en gelukkig? Dat ook weer niet. Hoewel studenten aangeven meer tevreden te zijn, is er ook heimwee naar dat rauwe RDM. De studio op Academieplein is ‘oké’, maar voor lang niet alle studenten had de verhuizing gehoeven. Ze vonden RDM lekker ‘technisch’, ‘industrieel’, ‘gezellig’. Maar er is ook begrip voor de keuze die de docenten hebben gemaakt, ‘alleen missen we de werkplaats’, vertelt Eelco. En Amanda zegt: ‘Het zou al beter zijn als we in de studio een wand hadden met een paar kleine gereedschappen. Dan kan je in ieder geval snel iets visueel maken.’
De echte lakmoesproef voor IPO begint nu, met de inschrijving voor het nieuwe collegejaar. Zal de instroom weer stijgen? Of op zijn minst minder dalen? Het zou een mooie beloning zijn voor een opleiding die zijn eigen identiteit zocht en vond. En misschien wel een ‘showcase’ voor de rest van de HR waar couleur locale tot beleid is verheven, denkt docent Stephan Blom. ‘Juist binnen de muren van een beroepsopleiding moet je een relatie zien met het beroep en de eigen identiteit. Zo maak je je onderwijs sterk en duurzaam.’
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top