Half tien stipt werd er onder leiding van de ervaren marathonlopers Jos en Ton vanaf de Meent begonnen. Zelfs voor studenten uit Rotterdam kan dit rondje nog ontzettend leerzaam zijn, aldus Jos. ‘Als ik vertel over de stad hoor ik regelmatig van omwonenden die toevallig meeluisteren dat ze bepaalde dingen toch niet wisten.’ Na een introductie en kleine warming-up loopt het groepje de Coolsingel op.

Niet echt topsport
Waar de grens van topsport en reguliere sport ligt, is soms moeilijk te zeggen, vindt docent Ida Nipius. ‘Er zijn ook jonge talenten die nog niet op mondiaal niveau sporten of een sport beoefenen die niet op het programma staat van de Olympische Spelen. Vandaag zitten er jongens tussen die op korfbal zitten en een Nederlands kampioen jiujitsu. In dat geval kijken we naar de trainingsintensiteit en motivatie.’

In sommige gevallen is het toelaten van studenten volgens Nipius wel nattevingerwerk. ‘Vorig jaar is er een meisje afgestudeerd die op hoog niveau bowlde. Niet iedereen zal daar topsport in zien. Maar uiteindelijk hebben we wel er voor gekozen om haar de topsportroute te laten volgen.’

Diploma achter de hand
Veel topsportstudenten kiezen voor hun opleiding sportmarketing en management om naast de sport iets achter de hand te houden. ‘Er kan zomaar iets gebeuren waardoor ik een baan als profvoetballer kan vergeten’, aldus Obi Onyeike (21), verdediger bij FC Dordrecht. ‘Dan heb ik straks gelukkig een mooi diploma op zak.’

De achttienjarige Yorben Ruiter koos voor de omgekeerde route. ‘Ik wilde naast het lopen van de 800 meter gewoon graag studeren. Toen zag ik bij het proefstuderen de opleiding sportmarketing en management. Pas later hoorde ik dat je bij deze opleiding ook de topsportklas kunt volgen. Dat kwam eigenlijk perfect uit.’

Enige meisje van de klas
Voor handbalster Aletta Zandvliet (17) is de keuze voor de topsportklas er vooral een met het oog op de toekomst. ‘Nu train ik maar drie keer per week, maar dat kan snel meer gaan worden als ik hoger ga spelen.’ Ondanks dat ze het enige meisje van de topsportklas is, heeft ze er wel zin in. ‘Gelukkig zijn de jongens best aardig.’

Na een stop bij onder andere Zadkines ‘Verwoeste stad’ en de Willemsbrug komt de klas een uur later aan bij het stadhuis. Nooit meer zullen de studenten een zwaan zien in de Erasmusbrug. ‘Twee damesbenen’, lacht Jos. Acht kilometer en twee bruggen later rennen zelfs de topsporters naar de glazen water.

Jonathan van Noord