Ernest: Portier
Gepubliceerd: 15 September 2014 • Leestijd: 1 minuten en 57 seconden • Column Dit artikel is meer dan een jaar oud.Albert Barbosa staat gemiddeld vier dagen per week aan de deur bij Rotown. Daarvoor heeft hij als uitsmijter gewerkt bij de Skihut op het Stadhuisplein. Om het verschil tussen de zaken te beschrijven heeft Albert slechts drie woorden nodig: ‘Dag en nacht.’
Hij is geboren in Dakar, trok op zijn veertiende bokshandschoenen aan en ging als achttienjarige naar Frankrijk om beroepsmilitair te worden. Daarna voer hij als bootsman over de grote zeeën om jaren later in Rotterdam aan wal te gaan en als sjouwer te werken in de haven.
Werk voor sterke mannen, hun spieren hard als staal.
Albert wordt daarom door een neef gevraagd om op oudejaarsavond te helpen bij de deur van de Skihut. Hij blijft hier negen jaar. ‘Het was bijna elke avond knokken’, zegt Albert. ‘Ik ben niet bang, maar ik had geen zin om dat tot mijn pensioen te doen.’
Dit jaar wordt Albert 65 jaar oud. Hij staat dan dertien jaar voor de deur van Rotown. ‘Ik ben beveiliger, maar zie mezelf als gastheer’, zegt hij. Half Rotterdam kent hem. Of beter gezegd: half Rotterdam kent zijn glimlach. Hij groet alle bezoekers en maakt het liefst ook nog een praatje.
Iedereen krijgt een kans bij hem voor de deur. Maar soms kan hij al aan iemands ogen zien dat hij heeft gebruikt. Dan zegt Albert: ‘Blijf maar buiten.’ Het gebeurt weleens dat hij alle soorten scheldwoorden over zich heen krijgt, maar de poortwachter van Rotown blijft altijd rustig. ‘Als je vindt dat ik je onterecht behandel’, zegt hij, ‘dan is daar het politiekantoor.’ Hij wijst naar het bureau op het Eendrachtsplein, maar in alle jaren dat hij bij Rotown werkt is de politie nooit langs geweest.
Op donderdag staat hij tot drie uur ’s nachts aan de deur, vrijdag en zaterdag tot vier uur. Maar als er een concert is, staat hij ook bij de ingang. Zijn geheim: ‘Het publiek houdt me jong.’
Ik vraag of er veel is veranderd door de jaren heen. ‘Vroeger was Rotown veel ruiger’, antwoordt Albert. ‘Het publiek bestond uit echte rockers. Tegenwoordig is het meer pop, een nieuwe generatie.’ Hipsters, het enige wat ze doen is stiekem een sigaretje roken. Albert betrapt er elke week wel een paar. De hippe jongens zeggen dan: ‘Mag je hier niet roken?’ ‘Come on’, antwoordt Albert. ‘Het rookverbod is in 2008 ingegaan.’
Maar verder zijn ze dus heel keurig. Albert hoeft de stelletjes niet meer van het toilet te plukken. ‘Misschien heb ik ze ook wel opgevoed’, zegt hij.
Als hij thuiskomt na een lange nacht, neemt hij altijd eerst een warme douche. Daarna schenkt hij een glaasje whisky in en kijkt hij nog een halfuur tv, naar series als 13th Street, met zijn vermoeide voeten op de bank.
Wat hij gaat doen na zijn pensioen? ‘Niet stoppen,’ zegt hij met een glimlach. Dezelfde glimlach waarmee hij voor de deur staat, de glimlach die iedereen kent.
Ze zullen een extra portier moeten inzetten om hem te weren.
Ernest van der Kwast (1981) is schrijver. Zijn laatste boek is Giovanna’s navel.
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top