Jules Deelder: ‘De zin van het leven, dat ben je zelf’
Gepubliceerd: 24 November 2014 • Leestijd: 7 minuten en 35 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.Ter ere van de zeventigste verjaardag van Jules Deelder, vandaag, herplaatsen wij het interview dat we zes jaar geleden met hem hadden. Toen bestond de kans dat Rita Verdonk burgemeester van Rotterdam zou worden en Deelder zou verhuizen naar Amsterdam. ‘Dan maak ik een statement.’ Dat is niet gebeurd, zoals we inmiddels weten. Deelder is nog steeds de nachtburgemeester van Rotterdam.
In zijn stamcafé Ari schoof Profielen aan bij dichter en jazzconnaisseur Jules Deelder (63). Strak in het pak als altijd, maar ‘de lezer moet zich er wel van bewust zijn dat ik me vandaag niet heb geschoren.’ Dus, lezer, bij deze een ongeschoren gesprek met de nachtburgemeester van Rotterdam.
Je bent in allereerste instantie dichter. Is poëzie nog iets waar de jongere generaties voor warmlopen?
‘Nou, jongeren zijn op zich wel met woorden bezig. Kijk maar naar die rappers. Een hoop van die gasten zijn in ieder geval taalvaardig. Poëzie blijkt verre van dood, het wordt alleen iets anders opgediend. Maar als je het zou opschrijven en nalezen, dan zie je toch dat een hoop van de teksten die op het podium met muziek wel aardig klinken, op papier niet overeind blijven. Er zitten natuurlijk soms wel dichters tussen, maar dat zijn er weinig. En die poetry slams, dat heb ik tig jaar geleden al uitgevonden.
‘Jongeren willen steeds opnieuw ontdekken wat allang gedaan is. In de jaren ’50 was er natuurlijk echt nog niks op gebied van muziek en cultuur. Eind jaren ’50 kwam On the road van Jack Kerouac uit en dat was voor ons de ultieme inspiratie. Het jaar nadat ik dat boek had gelezen, stond ik met mijn slaapzakje langs de weg te liften. Je hebt af en toe mensen nodig die je laten inzien hoe het leven werkelijk in elkaar zit. Wat nou de gaande paden volgen? As je zin hebt om rechtsaf te gaan, dan ga je lekker rechtsaf, dat heeft Kerouac me laten zien.’
Komt uit die tijd ook de liefde voor de jazz? Ook dat is iets waar jongeren weinig meer van weten.
‘Je hoort tegenwoordig bijna nooit jazz op de radio, dus jongeren komen er niet meer mee in aanraking. Ze hebben er een verkeerd beeld van. Ouwelullen-muziek, denken ze. Als ik sta te draaien, dan zijn mensen vaak verrast. Die denken dat je op jazz niet kan dansen.
‘Ik zie geen underground meer tegenwoordig. Alles wat vandaag ‘in’ is, hing gisteren al in de winkel. Vroeger borrelde het onder de oppervlakte en af en toe kwam er iets omhoog, dat kon jaren duren. Wij kregen platen uit Amerika binnen, een Riverside of een Blue Note, die daar al drie jaar uit waren. Nu wordt het vandaag gemaakt en staat het morgen in de top 40. Vroeger moesten gasten zich opofferingen getroosten om wat te bereiken, nu krijgen ze meteen een miljoen. Tegenwoordig lopen ze ook alleen maar die cd’s in die gleuven te douwen, daar is toch geen moer aan? Dat digitale geluid is zo plat als een dubbeltje.’
Er zijn ook nu dj’s die weer teruggrijpen naar vinyl. Hier op de Binnenweg zitten veel platenzaken. Hebben die ook jazz?
‘Nauwelijks. Wat dat betreft is Rotterdam een kutstad. In Amsterdam, Antwerpen, Groningen of Den Haag heb je veel meer. Geen kwaad woord over Rotterdam, maar er wonen hier ontzettend veel boeren. Die vinden al die minkukels leuk, Jantje Smit en zo. Wat muzikale smaak betreft verdienen Rotterdammers allemaal de doodstraf.’
Een grappige paradox dat een man van het geschreven woord gek is van jazz, bij uitstek muziek waar geen taal in voorkomt.
‘Dat vind ik juist het mooie van muziek, dat er geen woorden aan te pas komen. Die jazz van tegenwoordig, of wat ze dan jazz noemen, dat zijn allemaal van die zangeressen. Norah Jones en noem maar op. Dan denk ik: ‘Houd je muil es!’ Ik hoor liever iemand op een saxofoon blazen.’
‘Wat betreft muzieksmaak verdienen Rotterdammers allemaal de doodstraf’
Heb je nooit de behoefte gehad om zelf muziek te maken?
‘Ik heb een keer gedroomd dat ik een podium opkwam met zo’n altsax. Ik begin te blazen, een solo dat ik zelf dacht: “Moet je mij horen!” Ik voelde opeens hélemaal hoe het moet zijn om zo goed te kunnen spelen, om helemaal één te zijn met je instrument. Toen werd ik wakker en was het natuurlijk niet echt. Maar ik weet nu hoe het voelt om zo goed te kunnen spelen! Kijk, muzikant ben je of dat ben je niet. Ik kan blijkbaar met woorden dingen losmaken bij mensen, anderen kunnen dat door het maken van muziek. Dat is een talent wat je hebt, daar kun je verder niet veel aan veranderen.’
Je gedicht ‘Voor Ari’ maakt bij veel fietsers door de Beneluxtunnel ook wat los, het staat manshoog op de muur en is officieel het langste gedicht ter wereld. Wat een eer!
‘Ik heb het zelf nog nooit gezien. Die fietstunnel zou officieel opengaan op 6 mei 2002, dat werd de dag van de moord op Pim Fortuyn. Dus alle festiviteiten werden afgelast. Maar die tunnel moest open. Ik ben er wel trots op en zou het graag willen zien, maar hoe doe ik dat logistiek? Met de auto erheen en dan? Kan je er ook doorheen lópen?’
Ja hoor.
‘Want anders moet ik daar een fiets huren. Ari en ik hadden het plan om samen dat gedicht te gaan bekijken en dat te filmen. Het is er nog niet van gekomen. Wel een leuk idee.’
Waar ben je momenteel allemaal mee bezig?
‘Van alles. Ik doe het zakencircuit, dj-werk, poëzietoestanden. En af en toe reclame, zoals dat wasmiddelenspotje. Dat was ook meteen een spotje voor mezelf, daar kon ik mijn eigen gedicht in kwijt. Ik heb vaker dingen geweigerd dan dat ik het gedaan heb. Ik zou geen reclame gaan maken voor de landmacht of zo. Rot op uit dat Afghanistan! Je kunt van alles doen, maar je moet jezelf en je geloofwaardigheid geen geweld aan doen.
‘Als ze me inhuren als dj dan doe ik m’n muil niet open. Dan draai ik gewoon muziek. Schrijven geschiedt in de tussentijd. Woord voor woord, ik kan er geen computer bij gebruiken, doe alles op de typemachine. Een gedicht van zes regels gaat soms wel tweehonderd keer door de machine heen. Het gaat niet alleen om het verhaaltje, maar ook om de vorm van het gedicht op het papier. En waaróm ik het nog steeds doe, nou dat vraag ik me niet meer af. Het feit dat ik het doe, dát is de zin ervan.’
‘Schrijver ben je, dat ken je niet leren.’ Maar welke opleiding heb je gehad?
‘Ik heb de hbs gedaan, de talenkant. Ik moet zeggen dat ik briljant was. Ik deed in veertien vakken eindexamen en had een negen gemiddeld. Ik weet niet waar ik het aan te danken had, maar ik hoefde er weinig voor te doen. Ik heb daarna drie jaar ingeschreven gestaan bij lerarenopleiding Nederlands, maar na vijf lessen was ik er al achter dat dat absoluut niets voor mij was. We hadden maar één uurtje moderne literatuur per week en 96 uur zeventiende-eeuws geleuter. Pleur op.
‘Van huis uit heb ik eigenlijk ook weinig artistieks meegekregen. Ik kwam niet uit een intellectuele familie of zo. Ik kwam uit een ‘middenstandsgezin’, dat hoorde ik mijn moeder altijd zeggen. Het was een goeie jeugd, maar als je eigen baas wilt zijn, moet je alle dingen die ze je hebben geleerd zo snel mogelijk vergeten en opnieuw beginnen. Je afkomst moet nooit een last voor je zijn, ik heb altijd schijt gehad aan verwachtingen. Het gaat om jezelf. De zin van het leven, dat ben je zelf. Zo eenvoudig ligt het.’
‘Je afkomst moet nooit een last voor je zijn.’
Veranderde dat toen je vader werd?
‘Ik werd vader op mijn veertigste. Ik heb er weinig last van gehad. In je kind zie je jezelf. Je moet ze wel sturen, maar uiteindelijk moet ze het toch zelf uitzoeken. Als Ari in de goot was beland, had ik er ook weinig van kunnen zeggen. Ari gebruikt helemaal geen drugs, maar als ze dat wel zou doen, zou ik de laatste zijn die daar commentaar op kan hebben.
‘Ari heeft net een film gemaakt als regisseur, maar zelf acteren vindt ze ook leuk, dat doet ze nu op De Parade. Ze schrijft ook. Heel anders dan ik, ik kan alleen al over de inhoudsopgave van een boek langer doen dan het boek zelf. Ari schrijft gewoon, zonder zichzelf moeilijke vragen te stellen. Dat gaat haar heel goed af.’
Met zo’n vader was het bedrijfsleven ook niet echt een voor de hand liggende keuze geweest.
‘Ik doe vaak dingen op feestjes van bedrijven door heel Nederland, nou, dan zie je wat voorbijkomen. Iedereen zit daar op grootscheepse wijze langs elkaar heen te lullen. Ik geniet daar met volle teugen van. Je kunt wel altijd voor eigen parochie preken, maar juist op zulk soort plekken valt nog een grens te verleggen. Je komt in heel rare werelden terecht, je wilt niet weten wat er allemaal gebeurt zo in den lande. Laatst moest ik drie kroketten keuren. Ik hoefde verder niets te zeggen. Als je daar dan staat met die drie kroketten en veertig gasten die ook kroketten staan te keuren, dan denk je: “Surrealisme is niet dood.”
‘Al die managers in Nederland, wat doen ze? Ze hebben geen kennis van het bedrijf of van het product, ze kunnen alleen maar lullen onder mekaar. In het onderwijs nemen ze geen leraren meer aan, maar managers die met het onderwijs geen zak te maken hebben. Net als in ziekenhuizen. Ze moeten overal continu bezuinigen, maar dan denk ik: Trap twintig van die gasten de laan uit, moet je kijken wat het scheelt.’
Ben je politiek geëngageerd?
‘Ik stem in ieder geval al jaren niet. Ik voel mij niet vertegenwoordigd door een van de partijen. Ik heb wel op gemeenteniveau een paar keer op de SP gestemd als tegenwicht tegen die zakkenwassers van de LPF. Altijd klagen die gasten, voelen zich altijd aangevallen. Rotterdam pretendeert een wereldhaven te zijn, maar ze schijten in hun broek van een paar buitenlanders. Manhattan aan de Maas ja, maar eigenlijk zijn het hier boeren. En wat de boer niet kent, dat vreet ie niet. Ik ben blij dat die Pastors is opgerot. Pleurt op met je gedachtegoed van Pim, bedenk zelf eens wat! Fortuyn zelf was een geval apart, die was helemaal niet zo benepen als die andere gasten en zeker niet op zijn achterhoofd gevallen. Maar zo’n klein mannetje als die Pastors, zo’n keffertje… ik heb hem nog nooit één visionaire gedachte uit horen spreken.
‘Ik hoorde op een gegeven moment geruchten dat Rita Verdonk burgemeester van Rotterdam zou willen worden. Toen heb ik gelijk gezegd tegen Ivo (Opstelten, de dagburgemeester – red.): “Als dát gebeurt, dan wordt er actie ondernomen, dat begrijp je wel.” Je moet er niet aan denken, ik vind het wel zo’n grafwijf. Ze maakt overal gebruik van voor politiek gewin. Echt gewetenloos. Als Verdonk hier burgemeester wordt, ga ik – de nachtburgemeester – verhuizen naar Amsterdam. Dan heb ik mijn statement gemaakt.’
Jules Deelder gesignaleerd bij Ajax…
‘Nee, dát doe ik niet. Dan kom ik alleen nog in Rotterdam voor Sparta.’
Tekst: Sabine Schipper
Fotografie: Guus Krol, Ronald van den Heerik (homepage)
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top