Lessen van de straat
Gepubliceerd: 6 June 2014 • Leestijd: 5 minuten en 56 seconden • Beeldreportage Dit artikel is meer dan een jaar oud.‘In ons onderwijs leren we studenten vooral lezen, af en toe een beetje luisteren, maar kijken leren we ze niet.’ En dat is wat psycholoog en documentairefotograaf Marina Meeuwisse de studenten van de hogeschool nu juist wél wil leren. En dat doet ze op straat.
‘Ik ga met groepen studenten de straat op, leer ze door middel van fotografie te zien wat er om hen heen gebeurt. Ik geef les in de leefwereld van mensen. Hoe geven zij vorm aan hun omgeving? Wat ze op straat zien, dat vinden ze niet op Google.’
Ook Profielen liep een middag mee met Marina Meeuwisse en wijkagent Wilco Berenschot. Door de wijk Middelland.
Onze middag begon in de winkel van Patricia. Meeuwisse fotografeerde een aantal etalages van winkeliers uit de wijk en dat was voor Patricia reden om ons binnen te vragen. ‘Wil je iets bijzonders zien? Kom maar mee.’ De achtermuren van de etage waar Maria bedrijf houdt, zijn doornat. Er staat een dikke laag schimmel op. Plassen water op de vloer. Patricia praat over huisjesmelkers, huurprijzen, longproblemen. Ze hoopt dat wij kunnen helpen.
‘Snap je dat je de stad − de stenen, de huizen, winkels en straten − niet los kan zien van de mensen die er wonen?’ vraagt Meeuwisse. ‘Als we Patricia zouden ontmoeten zonder dat we haar winkel zouden zien, heb je een heel ander verhaal.’
We lopen door naar de hoek van de Middellandstraat en de Heemraadssingel. Aan het kruispunt wordt gewerkt en daarom zijn de rijbanen, fiets- en voetpaden afgezet met rood-witte blokken die na een dag al vol stonden met graffiti. ‘Weet je wat jullie nou eens moeten doen,’ raadt Meeuwisse wijkagent Berenschot aan: ‘Rijg er kerstlampjes doorheen. Dan is ’s avonds het licht op het hele kruispunt aangenamer en je zal zien dat die blokken dan ook minder agressie oproepen.’ Berenschot lacht want aan kerstlampjes had hij niet gedacht. ‘We hebben wel geprobeerd om het iets minder opvallend aan te pakken, maar op de eerste dag waren er al twee aanrijdingen, dus ja.’
Gordijnen open, gordijnen dicht
Aandacht voor de omgeving betekent dat gedragsregels minder makkelijk overtreden worden. Dat is de les van vanmiddag.
Het elektriciteitshuisje op de hoek van de Heemraadssingel en de Graaf Florisstraat illustreert het betoog van Meeuwisse. ‘De vernieling is hier inderdaad veel minder’, zegt Berenschot, de wijkagent.
Zo kijken we ook naar de huizen en de manier waarop bewoners zich presenteren. We zien heel veel afgesloten gevels. De gordijnen zijn vaak hermetisch gesloten. ‘In deze straten vindt veel fietsendiefstal plaats’, verzucht Berenschot. Meeuwisse: ‘Bewoners die zich aan de buitenkant van hun huis niet laten zien, tonen geen betrokkenheid bij hun omgeving. Niemand ziet wat er op straat gebeurt.’
‘Maar hoe zorg je voor betrokkenheid? Hoe zorgen we ervoor dat die gordijnen open gaan?’ vraagt Berenschot. Meeuwisse: ‘Door aandacht te besteden aan de straat. Sommige huizen hebben wél geveltuintjes, een enkele zelfs een uitbundige plantenbak voor de deur. En daar zijn de gordijnen wél open. Zorg ervoor dat de bewoners zich de straat toe-eigenen door ze de mogelijkheid te geven er hún straat van te maken. Dan gaan die gordijnen langzaam maar zeker echt wel open.’
Plekken die we schijnbaar achteloos passeren, beïnvloeden ons gedrag, onze houding en onze mening over de stad en de mensen die in die stad, wijk of straat leven. Er zijn plaatsen die agressie oproepen. Of juist het tegenovergestelde: die ons het gevoel van geborgenheid geven. Als je je daarvan bewust wordt, kun je die betekenissen ook veranderen. Vaak is het simpel. Het gebruik van andere materialen en kleuren kan er al voor zorgen dat een plek veiliger of warmer overkomt. Vooral als dat op ooghoogte gebeurt, legt Meeuwisse uit. ‘Om dat te kunnen doen, moet je kijken, kijken, kijken.’
‘Bekijk architectuur in zijn context. Je ziet een moskee, maar door de aanwezigheid van het schip zie je meteen dat die niet in Saudi-Arabië staat, maar in Rotterdam. Het beeld vertelt ook iets over de samenstelling van de bevolking van Rotterdam.’
‘Het was een bewonersinitiatief om van dit huisje een kunstobject te maken. Er wordt nauwelijks graffiti op aangebracht. Aandacht voor de omgeving helpt ongewenst gedrag te voorkomen.’
‘Dagelijks ritueel in Delfshaven. Let op de bestrating. De klinkertjes hebben een warmere uitstraling dan stoeptegels of asfalt. Dezelfde zorg is aan de Kiefhoek in Bloemhof besteed.
‘Het voetgangersdeel naast de Heemraadssingel is van beton. Probeer je eens voor te stellen hoe dit gebied eruit zou zien met rode klinkertjes. Dat is toch veel fijner, veel warmer? En zo heel veel meer kost dat niet. Ambtenaren en gemeentebestuur: materiaalkeuze doet ertoe!’
‘De gemeente zegt: “Gij zult hier zitten.” De enkeling die dat doet, kijkt uit op een dood deel van de Maashaven. Laat bewoners zelf kiezen waar ze willen recreëren en leg dat niet dwingend op. Even verderop zie je dat dat ook gebeurt. Deze man kiest zelf wel zijn plekje uit.’
‘Ik heb deze foto gekozen om te laten zien hoe snel de stad verandert. Zouden onze studenten zich dit beeld van het station nog herinneren? Dit is de verdwenen stad.’
‘Een met tralies afgesloten winkelpand. Tweedehands koelkasten en dan daarnaast, op een steekkarretje, toch een poging om de boel wat op te fleuren. Dat ontroert me. Ook ondernemers definiëren hoe we de ruimte ervaren. Ik vind dit een teken van hoop.’
Verschil tussen wel/geen betrokkenheid
‘Hier zie je het verschil tussen wel/geen betrokkenheid bij de omgeving. Sommige bewoners maken hun straat aantrekkelijker. Zij tonen betrokkenheid bij hun omgeving. De bouw, het onderhoud van de woningen en de straat kunnen daar wel/niet toe uitnodigen.’
Lezen en tuinieren. Opgroeien in de stad.
‘Hoe gaan bewoners met elkaar om? Hebben ze contact met elkaar? Deze mannen hebben elkaar in ieder geval gevonden. Hoe zien de sociale structuren in de hoog- en nieuwbouw van het centrum eruit? Dit zou een typisch voorbeeld van hbo-onderzoek kunnen zijn.’
Meeuwisse: ‘Vanaf het moment dat we leren lezen, neemt het ervaringsleren af. Het gevolg is een beperkte ontwikkeling. Ik wil dat veranderen en ga daarom met groepen studenten van de sociale opleidingen, commerciële economie en communicatie en media de straat op. Ze fotograferen voorwerpen of situaties waaruit blijkt dat mensen zich thuis voelen in een buurt of juist niet. Ze fotograferen ook hoe de bewoners hun omgeving zelf vormgeven. Denk aan naambordjes, geveltuintjes, de inrichting van balkons, auto’s, fietsen voor de deur, de inrichting van tuinen. Terug op school gaan we die beelden analyseren en er een rode lijn in aanbrengen. We formuleren vragen: welke dagelijkse rituelen vinden er in die wijk, in die straat plaats? Of: hoe worden de bewoners ouder in een wijk? Welke voorzieningen gebruiken ze? Welke niet? Dan gaan we verschillende keren terug om gerichter te fotograferen. Daarna gebruiken we het fotomateriaal om onderzoek te doen onder bewoners en ondernemers. Door straatcolleges én deskresearch leren studenten wat er werkelijk aan de hand is in een buurt. Op basis daarvan kunnen ze toekomstscenario’s bedenken of ontwerpen.’
Psycholoog en fotograaf Marina Meeuwisse is projectleider leefwereldonderzoek bij het Expertisecentrum Maatschappelijke Innovatie. Zij promoveerde in januari met het proefschrift De intrinsieke stad.
De fotocollectie van Marina Meeuwisse bevindt zich in het Stadsarchief.
Fotografie: Marina Meeuwisse
Tekst: Dorine van Namen
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top