Column Ernest: Loempiaboer
Gepubliceerd: 30 October 2014 • Leestijd: 2 minuten en 21 seconden • Column Dit artikel is meer dan een jaar oud.Ronald Randolf Balakian staat al vijftig jaar op de markt. Het kruidenrecept voor zijn befaamde loempia’s en kroepia’s is net zo oud. Maar het geheim van zijn succes is een aantal jaren jonger.
Ooit verkocht Balakian ook nasi, bami, gadogado en saté op de markt. ‘Dat was veel werk’, zegt hij nu, even wijs als grijs. ‘Je moet mensen niet zo veel keus geven. Hoe minder keus, hoe makkelijker de verkoop.’ De keuze is nu dus: loempia’s of kroepia’s. De eerste is gevuld met verse taugé, de tweede is een loempia gevuld met nasi. Balakian bakt ze zelf. De verkoop wordt gedaan door Annemiek. ‘Die werkt al dertig jaar bij mij’, zegt hij. ‘Ze is als een kind van me.’
Zijn klanten komen tot uit Breda, maar zijn loempia’s en kroepia’s reizen de hele wereld over. Klanten nemen ze diepgevroren mee naar Noorwegen, Spanje en Canada. Hij is er eigenlijk geen voorstander van. ‘Het transport doet de loempia’s geen goed’, zegt Balakian. ‘En niemand kan zo goed bakken als ik.’ Hij verklaart zich nader. ‘Ik ben de beste bakker, anders zou ik niet zo veel klanten hebben.’
Gemiddeld is de rij voor zijn kraam op de Binnenrotte vijf meter lang, als het echt druk is acht meter. Hij heeft een speciaal bordje laten maken met een pijl, zodat iedereen weet waar ze moeten aansluiten. ‘Er wordt nooit gedrongen’, zegt de loempiaboer.
Niet alleen vóór de kraam staan mensen, maar ook in de kraam. Het is een select gezelschap, mannen met ruwe koppen. Balakian noemt ze zijn ‘gabbertjes uit Crooswijk’. Zijn gabbertjes noemen hem Ronnie of ‘teringchinees’. Ze zitten op de kar, roken, keten en geven antwoord op de vragen die ik aan Balakian stel.
‘In 1985 stond hij in de krant’, zegt Martin. ‘Toen had hij 1 miljoen loempia’s verkocht.’ Een ander gabbertje zegt: ‘Dat aantal had hij dus al in 1975 gehaald, maar dat mocht de belastingdienst niet weten.’
Zelf houdt Ronnie ook van een praatje. Op zaterdag heeft hij daarom iemand erbij die het bakken doet. Wat de loempiaboer dan doet? ‘Lopen over de markt en ouwehoeren’, antwoordt Balakian. De gesprekken gaan over alles, van doodgaan tot scheiding, van goede omzet tot slechte omzet. ‘Ik zou niet zonder kunnen’, zegt hij. ‘Ik hou van de markt. Het is altijd een feest, ook als het heel druk is.’
‘Ze moeten me van de markt wegdragen’, antwoordt Balakian als ik vraag hoe lang hij door wil gaan. Ze hebben hem al eens moeten wegdragen; een loeiende ambulance bracht hem naar het ziekenhuis. Maar de week erop stond hij weer te bakken. Je zou bijna denken dat de markt belangrijker is dan zijn vrouw met wie hij al veertig jaar is getrouwd. Maar Balakian zegt: ‘Ze staan allebei op de eerste plek.’
Wel is hij minder gaan werken. Vroeger stond hij op vier verschillende markten. ‘Dat hoeft niet meer’, zegt Balakian. ‘Ik ben gelukkig met een kommetje rijst.’
Balakian verkoopt daarom ook geen frisdranken. ‘Extra omzet?’ zegt hij. ‘Extra werk, zul je bedoelen.’
Eigenlijk is hij boeddhist.
Als het echt niet meer gaat, wil hij een scheidsrechtersstoel midden op de markt. ‘Dan kan ik de hele dag naar mensen kijken.’ En de mensen naar hem, hoog boven alles, maar niet verheven. Eerder transcendent. De man die geen saté meer bereidt, die geen loempia’s meer bakt, die geen frisdranken verkoopt. De man die een is geworden met de markt.
Ernest van der Kwast (1981) is schrijver. Zijn laatste boek is Giovanna’s navel.
Laat een reactie achter
Spelregels
De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.
Lees hier alle details over onze spelregels.
Aanbevolen door de redactie
Docenten starten petitie: HR moet zich uitspreken tegen schending mensenrechten in Gaza
Vervroegde renovatie Museumpark gaat zorgen voor ingrijpend verhuiscircus
Ondernemende Ad-student Joyce start op HR pilot met gratis menstruatieproducten
Back to Top