Ga direct naar inhoud
Profielen | Profielen translated
19 november 2024

Zwart logo Profielen

Onafhankelijk nieuws van de Hogeschool Rotterdam

’Schooluitval kan worden beperkt door inzet van ouders’

Gepubliceerd: 24 March 2014 • Leestijd: 5 minuten en 29 seconden • Het Grote Interview Dit artikel is meer dan een jaar oud.

Ouders die niet naar het tienminutengesprek van hun kind komen, moeten een boete krijgen, stelde het Rotterdamse PvdA-raadslid Peter van Heemst in 2011. Toch is 95 procent van de ouders wel degelijk bereid hun kind te steunen op school.

Zuiderpark school

Dit stelt HR-promovenda Mariëtte Lusse. Zij onderzocht hoe ouderbetrokkenheid kan bijdragen aan het voorkomen van schooluitval.

In 2000 had Nederland nog 15,4 procent schoolverlaters. Tien jaar later ligt dat aantal op 10,1 procent en ook de laatste rapportage laat zien dat de daling doorzet. Toch verlieten in 2011-2012 nog 2.273 jongeren het Rotterdamse onderwijs zonder startkwalificatie. Dat zijn omgerekend 103 klassen vol, waarvan 18 klassen in de moeilijkste wijken van Rotterdam-Zuid, de Focuswijken.

Er zijn drie typen voortijdig schoolverlaters, schetst Mariëtte Lusse: ‘De opstappers, de niet-kunners en de overbelasten. De opstappers vormen de grootste groep. Dit zijn jongeren die aangetrokken worden tot betaald werk. Op de korte termijn zitten ze onder de pannen, maar op de lange termijn hebben ze een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt. Toch zien we dat aardig wat opstappers later in hun leven de schoolbanken weer opzoeken.

Marriette Lusse

‘De niet-kunners zijn leerlingen die de cognitieve capaciteiten niet in huis hebben om een startkwalificatie te halen. Dit zijn de kinderen die in groep 8 niet meedoen aan de Citotoets en soms ook het laagste vmbo-niveau niet aankunnen. Deze jongeren hebben weinig kansen in de maatschappij omdat we de lat zo hoog leggen. Je moet minimaal een havo-, vwo- of mbo 2-diploma hebben voor een startkwalificatie. De meeste niet-kunners zullen dus nooit de succeservaring hebben dat ze met hun familie naar een diploma-uitreiking gaan.

‘En dan zijn er de overbelasten. Dat zijn de jongeren die thuis en buitenshuis veel problemen hebben: armoede, schulden, gebroken gezinnen, werkloosheid, huiselijk geweld… Ze hebben de vermogens wel om minimaal mbo 2 te halen, maar hun thuissituatie staat presteren in de weg. Deze groep baart de meeste zorgen. Ze blijven vaker werkloos en belanden vaker in het criminele circuit. In Rotterdam-Zuid is het aantal overbelaste jongeren veel groter dan in de rest van het land, en ook groter dan in de rest van Rotterdam.’

Wanneer vallen de meeste leerlingen uit?
‘Dat gebeurt vooral tijdens de overgang van het vmbo naar het mbo en in het eerste jaar van het mbo. Leerlingen vinden het lastig om een goede studiekeuze te maken en ook het feit dat er minder structuur is, maakt de overgang risicovol. Als leerlingen uitvallen, dan waren de eerste tekenen daarvan al te zien op het vmbo. Daarom heb ik ervoor gekozen om mijn onderzoek te doen op vmbo-scholen. Bovendien heb ik me beziggehouden met ouderbetrokkenheid in relatie tot het voorkomen van schooluitval, en als je daar in het vmbo niet serieus aan werkt, heb je in het mbo niks om op voort te bouwen.

‘In de Focuswijken op Zuid is vijftig procent van de ouders laagopgeleid. Veel voortijdig schoolverlaters komen uit een migrantengezin, maar daarmee is schooluitval nog geen allochtoon probleem. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid stelt dat schooluitval vooral een armoedeprobleem is. Armoede leidt niet alleen tot spanningen, maar zorgt er ook voor dat mensen weinig ambities durven koesteren terwijl juist die ambities belangrijk zijn voor schoolsucces. Ouders die dagelijks worstelen met armoede hebben minder energie om hun kind te ondersteunen. Opvoeden terwijl de deurwaarder elk moment op de stoep kan staan, is toch lastig.’

Als schooluitval vooral een armoedeprobleem is, is het voor scholen ook ingewikkelder om maatregelen te nemen. Een schooldirectie kan nou eenmaal geen armoede oplossen.
‘Dat klopt. Een school kan de situatie waar een gezin in zit niet veranderen, maar de meeste ouders willen hun kind wel graag ondersteunen. Uit mijn onderzoek blijkt dat bij 95 procent van de ouders een ingang te vinden is. Internationaal onderzoek laat bovendien zien dat ouders die er ondanks hun sociaaleconomische situatie in slagen hun kind positief te steunen, bijdragen aan schoolsucces. Dus wat kun je wél doen als school? Ouders helpen die bemoedigende rol te pakken, want het blijkt dat zij daarin vaak zoekende zijn. Het gaat erom dat een kind thuis kan vertellen wat hij heeft gedaan of wat er speelt in de klas. Je hoeft echt geen schooltje te spelen of expert in grammatica te zijn om je kind te helpen. Maar stel vragen over de schooldag, heb hoge, maar realistische verwachtingen van je kind en bemoedig het op een positieve manier. Een mentor kan ouders hierbij op het goede spoor zetten.’

Schooluitval is een armoedeprobleem. Armoede maakt dat je geen ambities durft te koesteren.

Je kind steunen is niet per se hetzelfde als helpen met huiswerk, schrijf je in je proefschrift.
‘Begeleiden bij huiswerk is inderdaad lang niet altijd een succes. Ouders schieten te snel in het controlerende standje en leerlingen sluiten zich vervolgens af. Dan bereik je het tegenovergestelde van wat je wilt. Ik ben daarom voor huiswerkbegeleiding op scholen. Ik vind dat een stad als Rotterdam daarin zou moeten investeren. De Calvijn Juliana is een goed voorbeeld van een “(t)huiswerkvrije” school die al het huiswerk op school organiseert.’

Wat kunnen scholen nog meer doen?
‘Het is belangrijk dat zij niet alleen met ouders communiceren als er problemen zijn. Zowel ouders als leerlingen gaan “op slot” als het contact altijd bestaat uit het zenden van slecht nieuws. Ik zeg: Doseer dat slechte nieuws, pak niet bij elk akkefietje de telefoon. Ouders krijgen dan een schrikreactie als school belt en je geeft ze alleen “munitie” om hun kind op z’n donder te geven, in plaats van het ook te bemoedigen. Daarnaast is het belangrijk om ook iets positiefs te vertellen over een kind; dat het deze week zo goed op tijd is gekomen, dat hij zijn boeken niet meer vergeet… Ouders rollen van hun stoel als dat soort successen en succesjes benoemd worden en ze weer eens trots kunnen zijn. En nodig ouders óók voor het tienminutengesprek uit als alles nog goed gaat met de leerling.

Het thuis begeleiden bij huiswerk is niet altijd een succes.

‘Dat is minder eenvoudig dan het klinkt. Het onderwijs is gepokt en gemazeld met het rode potlood. We zijn gefocust op wat niet goed gaat en het is vooral eenrichtingsverkeer van de school naar de ouders en leerlingen. Scholen waarmee ik heb samengewerkt, zeggen nu: Goed dat een buitenstaander ons hierop wijst. Omdat onderwijsondersteunend gedrag van ouders thuis het meeste bijdraagt aan schoolsucces, zou het gesprek tussen school en ouders moeten gaan over de ontwikkeling van het kind op school én thuis. Ook zou school ervoor moeten zorgen dat de ouders en het kind veel meer aan het woord komen in zo’n gesprek. Als dat lukt, is er sprake van wederkerigheid in de relatie tussen ouders en school.’

Bij die wederkerigheid hoort ook een grotere rol voor de leerling. Scholen en ouders moeten niet over hun hoofd heen praten, stel je.
‘Ik heb tien succesfactoren opgesteld voor een betere relatie tussen ouders en school. De kern daarvan is dat we door een vroegtijdig contact met álle ouders positief kunnen samenwerken aan schoolsucces en dus: toekomstperspectief. Een van mijn voorstellen is om bij contactmomenten ook standaard de leerling uit te nodigen. Leerlingen hebben toch het gevoel dat er anders een beetje over ze geroddeld wordt. Bovendien is het niet handig om over het hoofd van de leerling te beslissen: de leerling moet het namelijk doen. Natuurlijk zijn er situaties denkbaar waarin ouder en mentor een vertrouwelijk gesprek willen, maar dat neemt niet weg dat er in principe steeds drie partijen zijn: school, ouders, kind.’

In 2011-2012 vielen in Rotterdam omgerekend 103 klassen uit.

Je begon je onderzoek vier jaar geleden. De laatste jaren is de schooluitval steeds verder teruggedrongen. Is het nu moeilijker om aandacht te krijgen voor jouw onderwerp?
‘Totaal niet. Er vallen zeker in Rotterdam nog steeds heel veel leerlingen uit en iedereen die erover gaat, trekt zich dat aan. Bovendien willen we meer bereiken dan preventie van uitval. In 2020 moet het opleidingsniveau van Rotterdam-Zuid gelijk zijn aan de rest van de stad, en daarna aan dat van de grote steden. We willen dus dat jongeren gaan presteren naar hun potentie, en daar hebben we de ouders zeker voor nodig.’

Tekst: Esmé van der Molen
Fotografie school: Frank Hanswijk
Fotografie portret: Levien Willemse

Recente artikelen

Recente reacties

Reacties

Laat een reactie achter

Comments are closed.

Spelregels

De redactie waardeert het als je onder je eigen naam reageert.

  1. Comments worden door de redactie gemodereerd. 's Avonds en in het weekend gebeurt dat niet standaard, en kan het dus langer duren voor je opmerking online komt.
  2. Houd het netjes, beschaafd, vriendelijk en respectvol. Niet vloeken of schelden.
  3. Dwaal niet af van het onderwerp (blijf ‘on topic’).
  4. Wees kort, duidelijk en maak een punt.
  5. Gebruik argumenten, geen uitroepen.
  6. Geen commerciële boodschappen.
  7. Niet op de persoon spelen.
  8. Niet discrimineren, aanzetten tot haat of oproepen tot geweld (ook niet voor de grap).
  9. Van bezoekers die een reactie achterlaten op de site wordt automatisch het IP-adres opgeslagen.
  10. De redactie geeft reacties die dreigende taal bevatten door aan de veiligheidscoördinator van de Hogeschool Rotterdam.

Lees hier alle details over onze spelregels.

Aanbevolen door de redactie

Back to Top