Minister Bussemaker wil een taskforce samenstellen die gaat bekijken hoe er tweehonderd miljoen euro bezuinigd kan worden op de ov-studentenkaart. Vervoerders en het ministerie willen studenten graag de spits uit hebben.

Lege bussen
Als duizend reizigers allemaal op hetzelfde moment willen reizen, hebben vervoerders immers bussen en treinen voor duizend reizigers tegelijk nodig. Veel van die bussen en treinen staan daarna leeg. Je zou met de helft toekunnen, als je eerst vijfhonderd reizigers hebt en een uur later nog eens vijfhonderd reizigers.

Maar onderwijsinstellingen staan niet te springen om hun roosters aan te passen. ‘’s Morgens de school dichtgooien, dat gaan we dus niet doen’, zei Bormans gisteren al in een interview. De Vereniging Hogescholen wil niet meedoen aan de gesprekken ‘als het de bedoeling is om tot een uitwerking te komen van het idee dat we studenten uit de spits moeten drijven’, voegde hij daar vanmorgen op Radio 1 aan toe. ‘Maar we blijven wel graag in gesprek om tot andere oplossingen te komen.’

Individuele hogescholen
Volgens een woordvoerder van de Vereniging Hogescholen kan het ministerie altijd individuele hogescholen uitnodigen voor een gesprek. Die kunnen zelf het best beoordelen of er roosters kunnen worden aangepast.

Bormans ziet meer in een trajectkaart, een alternatief dat eerder geopperd is. Het nadeel van die trajectkaart is dat het nog maar de vraag is of die bezuiniging genoeg geld oplevert. Bovendien hebben de vier partijen die het leenstelselakkoord sloten (PvdA, VVD, D66 en GroenLinks), afgesproken om niets te veranderen aan de ov-studentenkaart. In het akkoord staat dat zij via een ‘beter benutten strategie’ de reisvoorziening tweehonderd miljoen euro goedkoper willen maken.

Landelijk of per regio
Ook Karl Dittrich van universiteitenvereniging VSNU zei op Radio 1 dat het moeilijk wordt om de roosters aan te passen. Een woordvoerder van de vereniging legt uit dat de VSNU nog bekijkt of zij bij de besprekingen met het ministerie en de vervoersbedrijven zal aanschuiven of niet. De vraag is volgens hem of dit landelijk besproken moet worden of per regio.

HOP, Petra Vissers